‘Afvalberg ideale plek voor zonnepark’

08.01.2021 Norbert Cuiper

‘Afvalberg ideale plek voor zonnepark’

In Nederland hebben zesduizend voormalige vuilstortplaatsen nog geen nieuwe functie. Het zijn uitgelezen plekken voor zonneparken, zegt ontwikkelaar GroenLeven.

GroenLeven is ontwikkelaar van zonneprojecten. Het bedrijf bestaat sinds 2012 en is in Nederland marktleider in grootschalige zonnestroomprojecten. De projecten worden niet alleen gerealiseerd op daken, maar ook op velden, parkeergarages, zandwinplassen, fruitgaarden en vuilstortplaatsen. Het bedrijf heeft het zonnepark op de Bomhofsplas in Zwolle gebouwd. Het is het ’s werelds grootste drijvende zonnepark buiten China. Het park is inmiddels volledig eigendom van de lokale energiecoöperatie Blauwvinger Energie.

Dubbelfunctie

“Het zonnepark is een concreet voorbeeld van het klimaatakkoord. Daar zijn we best trots op,” zegt Maarten de Groot, manager marketing en communicatie bij GroenLeven. Het project is een voorbeeld van een dubbelfunctie: de zonnepanelen drijven op de plas, die ook wordt gebruikt als zandwinlocatie. GroenLeven streeft ernaar om voor alle zonneparken een combinatie te vinden met een andere functie. “We zijn specialist op gebied van dubbelfuncties,” zegt Michiel Mosterman, senior accountmanager bij GroenLeven. Hij houdt zich bezig met de ontwikkeling van zonneparken.

Vuilstortplaatsen

GroenLeven heeft meer dan dertig zonneparken gerealiseerd, waarvan tot nu toe twee parken op vuilstortplaatsen. Op een voormalige vuilstort in het Friese Garijp is een park van 6 hectare gerealiseerd met 27.000 zonnepanelen. Dat is goed voor een capaciteit van 7 megawatt die 1700 huishoudens kan voorzien van elektriciteit. De zonnestroom wordt via energiecoöperatie Blauwvinger Energie geleverd aan de wijde omgeving van Garijp.

Voormalig vuilstort Garijp

Groningen

Het tweede zonnepark dat GroenLeven op een voormalige vuilstortplek heeft gebouwd ligt bij het Woldjerspoor, een industrieterrein bij de stad Groningen. Op een gebied van 15 hectare liggen daar 43.000 zonnepanelen die samen goed zijn voor een vermogen van 12 megawatt. Dit project is bijzonder omdat de opgewekte zonnestroom ook dient voor de productie van waterstof, die auto’s van de gemeente Groningen kunnen tanken. “Hier is zelfs sprake van een driedubbelfunctie: vuilstortplaats, zonnepark en waterstofbuffer,” zegt Mosterman.

Wat zijn de voordelen van een zonnepark op een vuilstortplek?

Mosterman: “Een vuilstortplek is gemiddeld 25 tot 30 hectare groot. Dat biedt vaak genoeg ruimte voor een zonnepark. Wel moet eerst de grond volledig worden afgedekt, maar daarna is het vrij simpel om de zonnepanelen aan te brengen. Voor een zonnepark op zo’n plek is meestal een groot draagvlak van omwonenden, omdat de locatie niet dichtbij hun huizen staat en de mensen begrijpen dat de plek geschikt is voor de opwekking van duurzame energie. Wat dat betreft is een zonnepark op een vuilstortplaats ook maatschappelijk passend.”

Zijn er geen protesten tegen zonneparken op vuilstortplekken?

De Groot: “Nee, tot nu toe komen we dat niet tegen. Soms krijgen we te maken met concurrerende functies op vuilstortplaatsen, zoals een recreatieve functie als een golfbaan, maar meestal kunnen de projecten zonder bezwaren doorgaan, ook nadat we omwonenden in het proces hebben betrokken. We maken zelfs mee dat omwonenden brieven sturen om gemeenten te wijzen op vuilstortplaatsen als plek voor zonneparken. Dat wijst op een groot draagvlak voor deze toepassing.”

Waarom zijn er niet veel meer zonneparken op vuilstortplaatsen?

Mosterman: “In Nederland moeten we de beperkte ruimte met elkaar delen. Veel plekken hebben al een andere functie, maar juist daarom is een zonnepark op een voormalige vuilstortplaats slim en logisch. Vuilstortplaatsen staan in de Zonneladder echter een trede lager dan de daken die we in Nederland zoveel mogelijk willen volleggen met zonnepanelen, maar eigenlijk zouden ze dezelfde prioriteit moeten hebben. Er liggen hier grote kansen voor gemeenten.”

Waar kunnen we het volgende zonnepark op een stortplek verwachten?

De Groot: “In Friesland zijn we bezig om een gesloten stortplaats geschikt te maken als locatie. Voor de vergunning hebben we de aanvraag ingediend bij de gemeente, maar de vergunning is nog niet verleend omdat de gemeenteraad zich er nog over moet buigen. Omwonenden hebben bij de gemeente aangegeven dat dit een goede plek is voor de ontwikkeling van een zonnepark. Een mooi initiatief. Dat maakt deze case wel interessant.”

Welke nadelen hebben vuilstortplaatsen voor zonneparken?

Mosterman: “Het is belangrijk om niet te diep de grond in te gaan bij het funderen, anders stoot je door de waterafschermende laag heen. Dat maakt het eenvoudiger, maar wel iets duurder. We gaan uit van een levensduur van 25 jaar, maar een eventuele bodemdaling is niet gelijkmatig verdeeld over de jaren. We hebben te maken met grond die inklinkt en verzakt. De zonnepanelen kunnen dit niet opvangen, daarom is het belangrijk om dit met de constructie te doen.”

Wat zijn de oplossingen hiervoor?

“We hebben gekozen voor een railsysteem, waarin de panelen los in een frame liggen. Het frame vangt de krachten op, maar door te stellen kunnen we dit opvangen. Nastellen is niet meer nodig, maar we willen wel voorkomen dat de constructie te scheef komt te liggen. Dat kan heel eenvoudig met een schroef. Met dit systeem hebben we de twee zonneparken op vuilstortplaatsen gerealiseerd. Het liefst willen we langdurig meten hoe snel het ‘zetten’ van de grond gaat. Ook zelf hebben we invloed: als we de zonnepanelen zwaar maken gaat de bodemdaling sneller.”

“Ook de middenspanningskabel moet niet te diep de grond in, maar moet wel beschermd worden. Dat kan door de kabel met een verharde bovendichting in goten te leggen. Daardoor kan iemand niet met een schep de kabel stuk maken, of dat nou met opzet of per ongeluk gebeurt. Ook de beveiliging is op een stortplaats meestal in orde, doordat de terreinen zijn afgesloten met hekken of een brede sloot. Tot slot moet de fundering van de transformatoren voldoende zijn om het gewicht te verdelen. Dat zijn de grootste uitdagingen voor een zonnepark op een vuilstortplaats.”

Hoe kan de overheid zonneparken op vuilstortplaatsen stimuleren?

“De overheid kan aan twee knoppen draaien. De eerste knop is het aanpassen van de regelgeving om zonneparken op vuilstortplaatsen makkelijker te realiseren. Deze parken zijn nu juridisch gezien lastiger dan parken op landbouwgrond. Dat geldt vooral voor open vuilstortplaatsen. De tweede knop is het aanpassen van de SDE++ regeling om zonneparken met een dubbel functie te belonen. Hiervoor zou in de regeling een aparte categorie in het leven moeten worden geroepen.”

Nu stimuleert de SDE++ de goedkoopste varianten van zonne-energie.

“Ja, dat klopt. Dat is zo afgesproken in het klimaatakkoord, maar daardoor komen de duurdere alternatieven niet meer aan bod, zoals de zonneparken met een dubbelfunctie. Die laatste parken zijn maatschappelijk meer gewenst, maar zijn duurder dan ‘gewone’ zonneparken. De SDE++ zou dit beter kunnen belonen. Dit kost dan wel meer geld, maar de bereidheid om daarvoor te betalen is waarschijnlijk hoger. Nu concurreren reguliere zonneparken met zonneparken met een dubbelfunctie. Het zou beter zijn om de laatste categorie meer steun te geven.”

Is Holland Solar bezig met een lobby hiervoor?

“Ja, Holland Solar heeft al eerder ervoor gepleit om zonneparken met een dubbelfunctie te belonen met een apart tarief binnen de SDE++ regeling. Deze signalen zijn inmiddels afgegeven, maar helaas zien we dit nog niet terug in de maatregelen vanuit de Rijksoverheid. De tarieven van de SDE++ gaan nog steeds omlaag. Een oplossing hiervoor zou zijn om de Zonneladder ook toe te passen in de SDE++ regeling. Zijn we met elkaar bereid om meer te betalen voor zonneparken met een dubbelfunctie? Zo ja, dan kunnen we zuiniger omspringen met de beschikbare ruimte.”