Op de aankomende Solar Business Day zal Marc Schmitz, managing director bij de Rabobank, een seminar geven over de businesscase van energieopslag in het algemeen en in het bijzonder van batterijsystemen. Zonne-energieprojecten zijn “niet meer de meest ingewikkelde projecten om te financieren”, vertelt Schmitz. “Het toevoegen van een batterijsysteem maakt de businesscase anders, maar niet noodzakelijk risicovoller.”

Als managing director is Schmitz verantwoordelijk voor de financiering van duurzame energieprojecten in Europa. Een tak die snel groeit en een “substantiële waarde” vertegenwoordigd voor de bank, aldus Schmitz.

“We hebben het afgelopen jaar 56 duurzame energieprojecten gefinancierd in Europa ter waarde van zo’n 2 miljard euro. Met name in Nederland, Spanje en Ierland hebben we al veel projecten gedaan.”

Vanuit die internationale blik ziet hij aan de ene kant dat Europese landen met vergelijkbare problemen kampen in de supply chains en om aan voldoende geschikt personeel te komen, maar aan de andere kant ziet hij ook dat er in Nederland nog te veel subsidie naar de ondernemer gaat.

“Bij een marktprijs van 100 euro per megawattuur gaat er 40 euro per megawattuur naar de ondernemer bij een SDE van EUR 60 euro per megawattuur. Daar is subsidie niet voor bedoeld”, zo stelt Schmitz.

“Die moet ervoor zorgen dat een project rendabel wordt met een acceptabel rendement voor de ondernemer. Dat doen andere landen zoals onder ander het Verenigd Koninkrijk beter dan Nederland en in Spanje en de Scandinavische landen worden de zonne- en wind projecten al niet meer gesubsidieerd. Daar sluiten ontwikkelaars lange termijn afnamecontracten af met commerciële partijen, zoals Amazon, Google of een energiebedrijf.”

Tegelijk is de subsidiëring van een project wel een belangrijk punt in de afweging van de bank om wel of niet te financieren. “De vergunningen moeten onvoorwaardelijk en onherroepelijk zijn, de hoogte van de investeringskosten en van de subsidies moeten duidelijk én redelijk zijn”, somt Schmitz op.

“Een alternatief voor een subsidiëring is het organiseren van een vaste afnamecontract, maar dan wordt het al iets lastiger. Uiteindelijk is een zonne-energieproject niet meer ingewikkeld om te financieren. In Nederland kun je dat al redelijk standaard voor vijftien jaar doen, maar ook zestien tot achttien jaar zien we steeds meer in de markt.”

Technologische potentie van groot belang
Schmitz richt zich met name op de financiering van grote duurzame energieprojecten in Europa. Daarbij legt hij uit dat de omvang van het project en het toevoegen van energieopslag niet meer risico voor de bank hoeft te betekenen.

“Een groter project hoeft niet meer risico te betekenen omdat we vooral kijken naar wat voor type project het is. Gaat het om risicovolle technologie of zit er vanuit de markt een bepaald risico aan? Als de technologie goed is, er langjarige afnamecontracten zijn met vaste prijzen dan denken wij dat gewoon zonder extra risico te kunnen financieren.”

Daarbij wijst hij erop dat het momenteel wel moeilijk is om een goed bouwcontract af te sluiten en er door leveringsproblemen van componenten regelmatig bouwvertraging optreedt. Zowel bij wind- als bij zonprojecten.

“Ook worden momenteel geen prijsgaranties afgegeven op het bouwcontract of deze is maar zeer kort geldig. Door de oorlog en COVID-19 – zeker nu in China – zijn er immers veel onzekerheden over diverse grondstoffen zoals staal, maar ook de transportkosten zijn vele malen hoger dan in het verleden.”

Aantal batterijsystemen zal aanzienlijk toenemen
Andere aspecten waarnaar Rabobank kijkt is om welk land het gaat en wat voor bedrijf het is. “Is de situatie in het land stabiel en beschikt het bedrijf over een goede reputatie en een stabiele kasstroom, lees subsidie. Wanneer het bedrijf een vaste afnamecontract aangaat met een derde partij, dan is de reputatie van die derde partij ook voor ons van belang.”

Daarbij kan energieopslag een belangrijke rol gaan spelen. Zeker wanneer batterijen capaciteitsproblemen kunnen voorkomen vindt Rabobank het interessant om ze in de businesscase op te nemen, zegt Schmitz.

“Je ziet steeds meer combinaties met batterijsystemen, met name in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de VS – waar we al een vijftal projecten hebben gefinancierd. In Nederland staat het momenteel nog in de kinderschoenen. Qua grote projecten staan er alleen nog maar de GIGA Rhino en de GIGA Buffalo van GIGA Storage en Eneco. Maar we verwachten dat dat aanzienlijk gaat toenemen de komende twee jaar.”

Lees ook: GIGA Storage en Eneco realiseren grootste batterij van Nederland

Op korte termijn ziet Schmitz vooral de investeringen in batterijopslag meer toenemen, op de lange termijn – over drie tot vijf jaar – zal dat meer in waterstof zijn. Vanwege de verschillende technologieën en potentiele gebruikers kunnen deze volgens hem onafhankelijk van elkaar groeien.

“Projecten met lithium-ion batterijen hebben we al meer gedaan. Wanneer het gaat om technologisch ingewikkeldere batterijsystemen dan vragen we onze technische adviseurs erbij. Maar als die overtuigd zijn van de technologie, dan zullen we die financieren.”