Aan de slag met 50 procent lokaal eigendom

01.06.2022 Simone Tresoor

Aan de slag met 50 procent lokaal eigendom

Siward Zomer, coöperatief directeur van Energie Samen, zat vier jaar geleden namens de energiecoöperaties aan de tafel waar het Klimaatakkoord werd beklonken. Er staat een voor de coöperaties belangrijke zin in dat akkoord: "We streven naar 50 procent lokaal eigendom."

Zomer was een van de sprekers tijdens de Solar Business Day en heeft van zijn hobby zijn beroep gemaakt. Jaren terug is hij in zijn vrije tijd begonnen als vrijwilliger bij coöperatieve vereniging de Windvogel en dat vond hij zo leuk dat hij er zijn werk van heeft gemaakt.

Honderdduizend bewoners doen inmiddels mee
Zomer: “Gemeenten zeiden tegen ons: je mag best bouwen, maar neem de bewoners mee en zorg dat ze een positie krijgen in bijvoorbeeld dit zonnepark. Wij konden aan de overheden, ambtenaren en energiebedrijven destijds al laten zien dat we al heel veel draagvlak creëerden.”

Inmiddels kent Nederland 676 burgerenergiecollectieven waar zo’n honderdduizend bewoners zich bezig houden met de energietransitie. Ze zijn lid, of hebben geïnvesteerd en zijn op lokaal niveau betrokken bij het bouwen van met name zon- maar ook windprojecten. In 84 procent van de gemeenten is een coöperatie actief en in 2021 zijn er 39 coöperaties bijgekomen, een stijging van zes procent ten opzichte van 2020.

1292 collectieve zonprojecten in 2023
Momenteel zijn er 927 collectieve zonprojecten en tot en met 2023 zullen dat er 1.292 worden. Het collectief vermogen van deze projecten zit nu op 217 megawattpiek en dat komt overeen met het elektriciteitsverbruik van 65.000 huishoudens. Maar er zit nog veel meer in de pen: eind 2023 denkt men op 450 megawattpiek te zitten.

En al die deelnemende bewoners zijn ambassadeurs. Want een coöperatie werkt niet zonder dat er iemand bij bijvoorbeeld de lokale papierfabriek aan de bel trekt en vraagt: "Kunnen we eens praten over jullie energieverbruik, want wij kunnen jullie dat leveren?"

Proeftuin voor technologische innovaties
Bij innovaties hebben met name technische bedrijven vaak enorm veel moeite de eindgebruiker hiervoor te interesseren. Dit is bij een coöperatie wel anders, deze mensen zijn al geïnteresseerd in de energietransitie en willen vaak als proeftuin voor technologische innovaties fungeren.

Zomer: “Waar ik denk dat het in de toekomst naar toe gaat is dat wij naar twee soorten markten gaan. Een internationale markt en een lokale markt. Die laatste zal bestaan uit bewoners die hun eigen zonneparken en windparken bouwen, maar ook hun eigen warmtenet. Wij gaan als eindgebruikers onze eigen energiesystemen bouwen.”

Een coöperatie moet een glazen huis zijn
“Vervolgens zal worden doorberekend wat een dergelijk energiesysteem heeft gekost, dat wordt dan gedeeld door het aantal gebruikers en daar heb je dan de prijssetting. Er wordt een vaste prijs afgesproken op basis van de kostprijs. Een coöperatie moet uiteraard wel een glazen huis zijn en dus volledig transparant over kosten en opbrengsten.” 

Hij vervolgt: “Ook moet je bij een dergelijke markt bedenken dat bijvoorbeeld het plaatsen van een batterij zinvol is. Samen besparen en het afnemen van energie in een schaarse periode beperken betekent dat je meer opgewekte energie kunt verkopen. En hoe meer je verkoopt des te gunstiger het wordt. Je krijgt als coöperatie dan ook een goede onderhandelingspositie met de netbeheerder zodat de lokale netlasten omlaag kunnen.”