Op de jaarlijkse Solar Business Day presenteerde onderzoeksbureau Dutch New Energy Research zijn Nationaal Solar Trendrapport. Ook was er ruimte voor discussie dit jaar. Zo gingen Stijn Vos (Esdec), Denis de Vette (Van der Valk Solar Systems) en Richard Dekker (Achmea en Verbond van Verzekeraars) onder leiding van Annemarie Schouten (Vattenfall en Holland Solar) in op de kwaliteit en standaardisering van dakgebonden projecten.

De zonne-energiesector groeit in een moordend tempo en het ene na het andere dak wordt vol gelegd met zonnepanelen. Waarom moeten we het dan over dakgebonden projecten hebben, zo vraagt Schouten zich af. “Het gaat toch goed met de projecten?”

De Vette kan dit beamen. “Maar het gaat veel verder dan het aantal gerealiseerde projecten. Het gaat er ook om dat er goede, veilige systemen komen te staan die ook zware stormen aankunnen.”

Dat Nederland vaker met zware stormen te maken krijgt door klimaatverandering is ook iets dat Dekker als verzekeraar merkt. “Na die stormen krijgen wij veel meldingen over weggewaaide of beschadigde zonnepanelen, losgetrokken bevestigingsrails en omgeklapte of verschoven systemen.”

Lees ook: Hoe groot is de dreiging van extreem weer voor zonnepanelen?

Als Schouten vraagt hoe de verzekeraar daarmee omgaat reageert Dekker lachend dat “we die betalen”, maar daarbij maakt hij ook een serieuze kanttekening. Het gaat namelijk niet alleen over financiële schade waar verzekeraars niet op zitten te wachten. Filmpjes van rondvliegende zonnepanelen zijn slecht voor het imago van zonne-energie en dus voor het draagvlak van de energietransitie.

Uniforme certificering moet tijd, geld én energie besparen
Van fabrikant tot groothandel, en van installateur tot consument, alle partijen hebben er belang bij dat installaties in één keer zo goed mogelijk en dus veilig gebeuren. Vanuit de sector is daarom het initiatief genomen door Stichting Aruna op te richten.

Lees ook: Stichting Aruna wil een Nederlands en Europees level playing field voor installaties

“Voor alle Verenigde Staten gelden dezelfde normen en dezelfde regels”, legt Vos uit. “Die zijn streng en worden goed gereguleerd, dus als je je daaraan houdt, heb je een goede, veilige installatie. Wij hebben Stichting Aruna opgericht om dit ook op Europees niveau voor elkaar te krijgen. Duidelijke, uniforme certificering zodat je aan de ene kant een level playing field voor alle partijen hebt en aan de andere kant de standaardkwaliteit van alle installaties verhoogt.”

Dekker ziet daarnaast vanuit zijn ervaring als verzekeraar nog een reden waarom een uniforme regeling belangrijk is. “We hebben op dit moment goede regelingen, maar de ervaring leert dat wanneer het er meerdere zijn, er altijd wel een regeling bij een installatie past.”

Reden voor Vos om het Europees aan te pakken en niet per land. “We willen duidelijkheid op Europese schaal creëren. Partijen verenigen en het als één in Brussel voor elkaar krijgen, dan kunnen die normen ook voor buitenlandse – lees: Amerikaanse – partijen gelden. Nu de zonne-energiesector groeit krijgen we daar ook concurrentie van, daarvoor wil je ook een level playing field.”

Was het dan niet beter geweest om dit in samenwerking te doen met de Europese brancheorganisatie SolarPower Europe? “Dat had gekund”, denkt Vos. “Maar we wilden er vooral gelijk vaart achter zetten, omdat wij elke dag zien wat er in de markt gebeurt. Wellicht kunnen we later nog samen gaan optrekken met SolarPower Europe.”

De Vette denkt dat dit ook de snelheid van installaties kan verhogen, zonder dat het ten koste van de kwaliteit gaat. “Nu kan het zomaar een tot twee jaar duren om de juiste certificeringen te halen. Eén Europese norm scheelt tijd, geld en energie.”

Dakgebonden projecten zijn met name bouwtechnische vraagstukken
Een uniforme certificering zal onvermijdelijk ook een uitgebreide certificering worden. Een zonne-energiesysteem kent nou eenmaal vele componenten met vele mogelijkheden tot variatie. “Kan een dergelijke papieren tijger de energietransitie niet juist vertragen”, werpt Schouten tegen.

“Ik vergelijk onze sector vaak met de auto-industrie”, zegt Vos. “Op een gegeven moment wordt je zo groot dat je onontkomelijk nóg scherper op veiligheid moet letten. De gevolgen zijn anders minstens zo groot. Je wilt de verzekering daarom gelijk goed geregeld hebben, in plaats van dat je daar halverwege het proces mee aan de slag gaat. Dat werkt vertragend, uniforme regels en certificering versnellen juist.”

De Vette heeft de mogelijke gevolgen zelf meegemaakt en sluit zich hier dan ook volledig bij aan. “Wij hadden het dak van onze productielocatie volgelegd met zonnepanelen en de hele installatie was er helemaal klaar voor. Die mocht echter niet aangezet worden van de verzekeraar omdat er een vorm van piepschuim in het dak zat. Dat was zo brandgevaarlijk dat de verzekeraar het risico te groot vond. De panelen gaan over naar onze productielocatie, maar zo’n vertraging is doodzonde.”

Daar is Dekker het volledig mee eens. “Zoiets zou nooit mogen gebeuren. Dakgebonden projecten zijn maar deels een elektrisch vraagstuk. Het gaat vaak om daken die niet gebouwd zijn om zonnepanelen te dragen, daarom is het met name een bouwtechnisch vraagstuk. Betrek de verzekeraar daarom vroeg in het proces, brandveiligheid moet je niet bij de installateur leggen.”

Handleidingen moeten óók uniform en duidelijk
Een ander aspect van de huidige grote vraag naar duurzame oplossingen is dat er een flinke druk ontstaat op de hele sector om alsmaar meer te leveren met vergelijkbare middelen. “We staan allemaal onder druk om zo goedkoop en snel mogelijk te produceren en installeren, maar je wilt dat veilig blijven doen”, merkt De Vette.

“Uiteindelijk gaat dit de energietransitie versnellen. Met Stichting Aruna kijken we daarom ook naar de installateurshandleidingen, die moeten in begrijpelijke taal. Zij moeten het gaan lezen en uitvoeren, dus het moet begrijpelijk zijn voor iedere installateur. Al die systemen op het dak moeten gewoon veilig.”

Stichting Aruna heeft in die zin dan ook een ambitieuze doelstelling erkent Vos. “Alle Europese zonne-energie-installaties laten voldoen aan dezelfde uniforme certificering is zeker ambitieus. Maar met de zonne-energiesector hebben we wel vaker zeer moeilijke doelstellingen gehaald. Dit gaat ons ook lukken.”