Ambitieus of onrealistisch? Tweede Kamer wil advies over uitvoering RES’en

19.10.2021 Jan de Wit

Ambitieus of onrealistisch? Tweede Kamer wil advies over uitvoering RES’en

Onlangs vond er weer een tweeminutendebat Klimaat en energie plaats, waarin verschillende moties werden ingediend met betrekking tot duurzame energie. Eén motie, die op 5 oktober werd aangenomen, raakt met name aan de huidige energieproblematiek: de motie van de Tweede Kamerleden Tom van der Lee (GroenLinks), Joris Thijssen (PvdA) en Raoul Boucke (D66) over onafhankelijk advies over duurzame energie op land na 2025.

De Kamerleden verzoeken de regering om – aan een onafhankelijke partij – advies te vragen over hoe om te gaan met duurzame energie op land na 2025. Het aanbod van de energieregio’s is immers veel hoger dan het SDE++-plafond van 35 terawattuur. Uit de dertig gepresenteerde Regionale Energie Strategieën (RES’en) blijkt zelfs dat er voor in totaal 54,9 terawattuur aan duurzame energie geproduceerd kan gaan worden in 2030.

Lees ook: Nieuwe concept RES'en genoeg om klimaatdoelen te halen

Nederland zou de grotere hoeveelheid hernieuwbare energie wel eens hard nodig kunnen hebben “overwegende dat binnen de industrie, gebouwde omgeving en mobiliteit men de komende jaren op grote schaal moet elektrificeren om de klimaatdoelen in bereik te houden”, zo valt ook in de motie te lezen.

Olof van der Gaag, directeur van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie, ziet ook dat elektriciteit een steeds grotere rol gaat spelen in de maatschappij. “De totale elektriciteitsvraag is nu al 120 terawattuur per jaar en die kan in 2030 nog eens de helft groter zijn. Dan moet je alles uit de kast halen om dat zo duurzaam mogelijk te doen door de SDE++ ook te behouden boven het plafond van 35 terawattuur. De RES’en verdienen tijd om aan de doelstellingen te werken. 2030 is pas de eerste stap in een lange energietransitie.”

‘Laat de energietransitie niet stilvallen’
Van der Gaag wijst erop dat Nederland zich feitelijk in een luxe positie bevindt. “De afspraak uit het Klimaatakkoord is 35 terawattuur, die gaan we waarschijnlijk ruimschoots voor de deadline van 2030 halen. Maar daarmee komen we ironisch genoeg wel in een nieuwe situatie terecht.” Unprecedented zouden de Engelsen zeggen. “Daar moet je verstandig mee omgaan, stilzitten zou onverstandig zijn, want dan zou de markt kunnen stilvallen.”

Dat zou een buitengewoon slechte ontwikkeling zijn, want ook wanneer in 2030 de Klimaatdoelstellingen zijn gehaald, ligt er nog een flinke verduurzamingsopgave op Nederland te wachten. “De vraag naar elektriciteit zal enorm gaan stijgen de komende jaren, met name vanuit de industrie, maar ook vanuit het mobiliteitsvraagstuk”, aldus Van der Gaag.

Dat moment zou volgens Boucke wel eens eerder kunnen komen dan lang gedacht. “Door de razendsnelle ontwikkelingen in de industrie, mobiliteitssector en de gebouwde omgeving is er veel meer hernieuwbare stroom nodig.” De RES’en spelen daarin een belangrijke sociaaleconomische rol, burgers hebben immers inspraak in het bepalen van de strategieën. “Cruciaal voor het draagvlak”, stelt Boucke.

Van der Lee wijst om die reden ook op het feit dat de praktijk er doorgaans heel anders uitziet dan de theorie. “Ik ben heel erg blij dat er een hoog bod is gedaan door de energieregio’s. De praktijk is echter weerbarstig, dus het is sterk de vraag of die 54,9 terawattuur daadwerkelijk kan worden gerealiseerd. Wat GroenLinks betreft wordt er hoog ingezet zodat de onvermijdelijke tegenvallers gecompenseerd kunnen worden.”

Netbeheerders vragen om realisme
Dat de behoefte aan meer hernieuwbare energie steeds groter en de noodzaak van de energietransitie steeds reëler wordt, is duidelijk. Zeker nu de gas- en elektriciteitsprijzen zo hoog staan, wordt het belang van hernieuwbare energie steeds meer zichtbaar.

Lees ook: Sector in de ban van hoge stroomprijzen, gevolgen voor de SDE

Tegelijkertijd heeft Nederland te maken met een elektriciteitsnet dat in grote delen van het land sterk verouderd is. De netbeheerders noemden in een gezamenlijk statement de ambitie van 54,9 terawattuur uit de RES’en “onrealistisch” en wezen hierbij op de verregaande netcongestie waar ze nu al tegenaan lopen.

“De beschikbare netcapaciteit is al tijden een groot issue”, ziet ook Van der Lee. “GroenLinks wil dat dit topprioriteit is voor het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Worden de problemen rondom netcapaciteit niet opgelost, dan komt de totale energietransitie in gevaar.” Ook Van der Gaag erkent dat de netbeheerders al “zwaar belast” zijn, maar ziet dat snelle oplossingen niet voorhanden liggen.

Lees ook: SDE++ weer open, Liander presenteert stappenplan tegen desinvestering

“Maatregelen voor snelle investeringen in de netcapaciteit en de bijbehorende vergunningen duren te lang. Ook batterijopslag kan het net al ontlasten, maar dit soort innovaties die slim en flexibel gebruik maken van het net moeten meer gestimuleerd worden om van de grond te komen.” En ook vanuit D66 klinkt begrip voor het standpunt van de netbeheerders.

“Wij snappen de zorgen van netbeheerders heel goed. D66 heeft een initiatiefnota ingediend met meer dan dertig voorstellen voor het oplossen van dit probleem. Denk dan aan het goedkoper maken van thuisbatterijen en het stimuleren van stroomgebruik in daluren”, aldus Boucke.

Vertraging door technisch personeelstekort
Iedereen is het er dus over eens dat het elektriciteitsnet aangepakt moet worden en vanuit de politiek is er geld beschikbaar. Zo trok het demissionaire kabinet op Prinsjesdag nog ruim 6,8 miljard euro uit voor klimaatmaatregelen. Maar het aanpakken van het net wordt verder bemoeilijkt door het gebrek aan technisch personeel waar – onder andere – de netbeheerders mee kampen.

“De grootste problemen zijn voldoende beschikbaar technisch personeel en de beperkte ruimte die netbeheerders hebben om voldoende in netcapaciteit te investeren”, zegt Van der Lee, die ervan baalt dat het kabinet hier nog geen concreet plan voor heeft gepresenteerd. “In de afgelopen Miljoenennota zijn daar geen oplossingen voor aangedragen.”

Hoewel Van der Gaag ziet dat het oplossen van deze twee problemen “beide cruciaal” zijn voor het slagen van de energietransitie, blijft hij optimistisch. “Er komen gelukkig altijd oplossingen, maar er moet wel echt een impuls komen voor het technisch onderwijs. Als de netbeheerders geen technisch talent meer binnenkrijgt, wordt het een moeilijk verhaal.”

Zo blijkt maar weer hoe complex de energietransitie is en wat voor een enorme systeemverandering er moet plaatsvinden. Waar de energieregio’s ruimte zien om voortvarend aan de slag te gaan met het verduurzamen van hun energiemix, daar blijkt de oplossing nooit zo eenduidig te zijn als soms wordt gedacht.

Vandaar dat de Kamerleden de regering vragen om advies in te winnen bij een onafhankelijke partij hoe hiermee om te gaan, zodat de energietransitie niet wordt afgeremd. “We denken dan aan een wetenschappelijk goed onderlegde partij, die tegelijkertijd ook voldoende praktijkervaring heeft om met realistische aanbevelingen te kunnen komen”, zo besluit Boucke.