Blijven grote panelen ‘aan de grond’?

22.10.2021 Simone Tresoor

Blijven grote panelen ‘aan de grond’?

Twee weken geleden schreef Solar365 al over de impact op de gehele PV-keten van de grote panelen waar China mee komt. Voorheen konden fabrikanten hun producten standaardiseren. Zo konden de optimizer- en de omvormerfabrikanten toe met een klein assortiment producten voor de hele markt en gold hetzelfde voor de fabrikanten van montagemateriaal. Maar de grote formaten lijken terrein te winnen, zeker op land.

De tijd van standaardformaten lijkt achter ons. In de strijd om nieuwe methodes te vinden om steeds krachtigere modules tegen lagere systeemkosten per wattpiek te ontwikkelen, kwam er een antwoord uit China: "We maken de cellen en de panelen groter, er komen modules van meer dan 400 wattpiek." Na de eerste opwinding daalde ook het besef in dat de panelen niet beter worden: ze worden alleen maar groter.

Twee kampen
Er zijn inmiddels twee kampen ontstaan. Het 182 centimeterkamp wordt aangevoerd door LONGI Solar, JA Solar, Tongwei en Jinko Solar, terwijl het 210 centimeterkamp wordt geleid door Trina Solar en Risen Energy. De vermogens lopen uiteen van 320 wattpiek tot 800 wattpiek, maar de vermogensdichtheid varieert slechts van 193 tot 212 wattpiek per vierkante meter. Dit heeft te maken met het feit dat de ‘dode gebieden’, zoals randen en tussenruimte tussen de cellen, een relatief kleiner deel van de module uitmaken.

In dit artikel spreekt Solar365 met Allart de Jong, algemeen directeur Omega Energietechniek, en Steven Heshusius, hoofdonderzoeker bij Dutch New Energy Resarch (DNE Research), PV-experts die een mening hebben over dit onderwerp.

Praktische problemen
De Jong heeft een duidelijke mening. Omega is een inspectiebedrijf, opleidingsinstituut en leverancier van allerhande middelen die inspecteurs nodig hebben om hun beroep uit te oefenen.

“Kijk die grote panelen hebben voor de klant, als je puur naar de opbrengst kijkt, natuurlijk zijn voordeel”, meent De Jong. “Het rendeert meer, want er zijn nu eenmaal meer cellen per vierkante meter. Maar als je een dergelijke installatie op een bedrijfsdak zet, loop je direct tegen een paar praktische problemen aan. Want hoe groter het vermogen, hoe groter de aansluiting en dat brengt natuurlijk veiligheidsrisico’s met zich mee. Daarbij komt het congestieprobleem. We kunnen het nu al nauwelijks kwijt.”

‘Het systeem is gewoon te zwaar voor veel bedrijfsdaken’
De Jong: “Maar dat is nog niet alles: het systeem is gewoon vaak te zwaar voor veel bedrijfsdaken. Stel je eens voor dat zo’n pallet met grote panelen het dak op wordt gehesen en dat hij in zijn geheel wordt neergezet: dat is een gigantisch gewicht op één punt. Kan dat dak dat wel aan? En wat doet dat met de constructie op de korte of lange termijn? Wie het weet mag het zeggen, maar daar moet enorm goed over worden nagedacht. Maar ook praktisch: die dingen moeten getild en nou laten die jongens zich niet zomaar omver blazen, maar je vangt wel meer wind.”

Hij vervolgt: “Deze ‘nieuwe’ panelen kenmerken zich vaak door een hogere spanning en stromen. Dit vraagt ook om een andere aanpak van de inspecteur. Zijn auto raakt steeds voller met meetapparatuur. Onze inspecteurs beschikken inmiddels over meetinstrumenten die  geschikt zijn voor 1.500 volt-installaties. Alle signalen wijzen erop dat deze systemen alleen gebruikt gaan worden voor het vrije veld. Wij als inspectiebedrijf zijn er helemaal klaar voor. De kennis hebben we al, ons maakt het niet uit, wij kunnen alles opleveren.”

Daling levelized cost of electricity
Heshusius deed onderzoek naar de grote panelen. Een kwart van het hedendaagse zonnepaneelaanbod bevat al grotere zonnecellen, blijkt uit het onderzoek van DNE Research in het kader van de Dutch Solar Quarterly.

Heshusius: “In 2020 was te zien hoe de ontwikkeling van steeds grotere zonnecellen gepaard ging met de introductie van panelen met vermogens van meer dan 500 wattpiek of zelfs meer dan 600 wattpiek. De panelen met grotere zonnecellen hebben een groter oppervlak en kunnen daarmee een hoger vermogen leveren. In commerciële toepassing drijft dit de levelized cost of electricity (LCoE) naar beneden, waardoor de ontwikkeling vooral voor grote grondgebonden systemen interessant is. In residentiële toepassingen zijn deze extra grote panelen niet in te passen. Daar zal de ontwikkeling voor nieuwe installaties weinig gevolgen hebben.”

‘Standaardmaten lijken bijna een utopie’
“Toch zien we als gevolg van grotere zonnecellen ook op residentieel dak wel een verschuiving in paneelvermogen ten opzichte van voorgaande jaren. Hier worden steeds meer 350 of 400 wattpiekpanelen geplaatst”, vervolgt de onderzoeker. “Dit zijn niet de ‘mega-panelen’ met recordvermogens, maar ze zouden twee jaar geleden ook ‘grote’ panelen worden genoemd. Qua gewicht liggen ze nog ruim onder de 25 kilogram, dus zijn ze door één man tilbaar, maar ze zijn wel groter dan er nu vaak op particuliere daken liggen. Zo zie je dat er ook binnen een gewichtsrichtlijn voor daken voldoende wordt geïnnoveerd.” 

Heshusius: “Als je kijkt naar de ontwikkeling van de afgelopen jaren dan lijken standaardmaten bijna een utopie. Maar aangezien er speciaal voor deze mega-panelen nieuwe productielijnen zijn gemaakt, zullen grotere panelen voor zowel de projecten als huishoudens zeker een steeds groter deel van de markt uit maken”

De database van DNE Research met het huidige panelenaanbod is beschikbaar voor licentiehouders van de Dutch Solar Quarterly. Naast ontwikkelingen in de afmeting van panelen, worden andere eigenschappen zoals het type (mono-, polykristallijn, N-type, P-type), gegarandeerde levensduur en elektrische eigenschappen van de panelen bijgehouden en getoond in de database.

Dit artikel is ook te lezen in de beurscatalogus van Solar Solutions International. Wil je de vele interessante artikelen lezen? Dat kan hier.