COP27 levert geen steun in de rug voor hernieuwbare energie op

21.11.2022 Jan de Wit

COP27 levert geen steun in de rug voor hernieuwbare energie op
©COP27 Presidency

Aan het eind van de Klimaatconferentie van Sharm-el-Sheikh 2022 (COP27) werd er overeenstemming bereikt over een klimaatschadefonds. Aan de ene kant een grote vooruitgang, want het initiatief is noodzakelijk om de klimaatcrisis wereldwijd aan te pakken en is decennialang tegengehouden door geïndustrialiseerde landen, aan de andere kant is de afspraak dusdanig breed dat het nog lang zal duren voordat het gerealiseerd zal zijn. Verdere progressie in het uitwerken en aanscherpen van klimaatdoelstellingen werd niet bereikt. Een pover resultaat na twee weken onderhandelen.

Het klimaatschadefonds gaat gevuld worden door rijke, ontwikkelde landen en is bedoeld voor ontwikkelingslanden. “COP27 is een kleine stap in de richting van klimaatrechtvaardigheid, maar er is veel meer nodig voor de planeet”, aldus Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie.

“Dit is van cruciaal belang om vooruitgang te boeken, omdat er geen duurzame actie tegen klimaatverandering mogelijk is zonder klimaatrechtvaardigheid.”

Door het specifiek voor de allerkwetsbaarste landen op te richten hoopte de Europese Unie, initiatiefnemer van het fonds, te voorkomen dat alle landen, die volgens het VN-klimaatverdrag van 1992 de status van ontwikkelingsland hebben, aanspraak kunnen maken op het fonds.

China, Saoedi-Arabië en Qatar hebben bijvoorbeeld officieel nog de status van ontwikkelingsland. Formeel gezien zouden deze landen dus ook aanspraak kunnen maken op het klimaatschadefonds, maar daar wordt volgend jaar op de Klimaatconferentie van Dubai 2023 (COP28) pas verder over onderhandeld.

Diezelfde landen wouden het doel om de stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde onder de 1,5 graden Celsius te houden dit jaar uit de slotverklaring schrappen. Dit is hun uiteindelijk niet gelukt omdat de Europese Unie dreigde om het plan voor een klimaatschadefonds dan ook in te trekken.

“Het richt zich niet op de gapende kloof tussen klimaatwetenschap en ons klimaatbeleid. De Europese Unie probeerde deze kloof te overbruggen. We hebben onze ambitie getoond door volledig in lijn te zijn met een 1,5-scenario en zelfs onze NDC (nationally determined contributions) te kunnen actualiseren”, stelt Eurocommissaris Frans Timmermans.

Lees ook: Europese Commissie verhoogt klimaatambitie: ‘Fit for 57’

“We hebben geprobeerd ons allemaal op een stevig pad naar 1,5 te krijgen. Met een wereldwijde emissiepiek in 2025 en met een duidelijke uiting van ons voornemen om fossiele brandstoffen onverminderd uit te faseren. We hebben deze week vernomen dat inmiddels meer dan 80 landen dit doel steunen. Helaas zien we dit hier niet terug.”

Geen hernieuwbare energie
Een scherper pleidooi voor het afschalen dan wel uitfaseren van fossiele energie kwam er niet, tekenend voor het gebrek aan progressie dat deze klimaatconferentie heeft opgeleverd. Tijdens de COP26 in Glasgow was er nog een oproep gekomen om dit jaar met aangescherpte reductieplannen te komen, die is niet alleen door veel landen niet nageleefd, maar ook geschrapt richting COP28.

“We hebben veel snelheid verloren sinds Glasgow. We hebben al veel tijd verspild. En onze mensen en planeet hebben geen tijd meer te verliezen”, vindt Timmermans.

“Buitengewoon teleurstellend”, zegt Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, in NRC. Hij hoopt tegelijk dat een klimaatschadefonds het vertrouwen tussen het “mondiale noorden en zuiden” kan herstellen. Dit zou een voedingsbodem voor een succesvollere COP28 kunnen zijn.

Aniek Moonen, voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging, wijst erop dat Nederland zijn eigen beloften ook niet is nagekomen. Zo zou Nederland per 1 januari 2023 stoppen met exportkredietverzekeringen voor fossiele projecten. Het Nederlandse kabinet heeft echter een transitiejaar tot eind 2023 voorgesteld.

“De huidige energiecrisis maakt duidelijk dat het verder vergroten van de afhankelijkheid van fossiele energie niet bijdraagt aan leveringszekerheid, zeker niet op korte termijn”, aldus Moonen.

“De aanleg van nieuwe fossiele infrastructuur duurt jaren. Volgens het IEA is de oplossing voor de huidige energie- en klimaatcrisis dezelfde: een snellere transitie van fossiele brandstoffen naar goedkopere hernieuwbare energie.”

Klein Nederlands succesje
Nederland boekte in de marge van COP27 nog een schamele overwinning. Vorig jaar lanceerde het in Glasgow met het Verenigd Koninkrijk de Glasgow Declaration on Zero Emission Cars and Vans. Tien nieuwe landen, waaronder de Verenigde Staten, hebben zich hierbij aangesloten.

De verklaring is een belofte om “de transitie naar 100 procent emissievrije auto's en bestelwagens te versnellen”. Concreet betekent het een streven naar een verkoopstop van vrachtverkeer met een verbrandingsmotor vanaf 2040.

Lees ook: Mobiliteit en slotakkoord blijven achter bij realiteit op COP26

“Het is een enorme mijlpaal dat Amerika zich nu schaart achter het Nederlandse doel om alle nieuwe vrachtwagens uitstootvrij te laten rijden per 2040. Samen kunnen we echt het verschil maken”, stelt Vivianne Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

“Door wereldwijd een duidelijk signaal te geven aan de markt is er straks meer en goedkoper aanbod voor transportondernemers als ze overstappen op een elektrische vrachtwagen of eentje op waterstof.”