Dagboek van een installateur

01.12.2020 Anje Hoogland

Dagboek van een installateur

De rubberbootjes

Nu de kou weer in de lucht komt, denk ik terug aan die winterse dag in februari. Het had die nacht flink gesneeuwd toen ik met mijn collega via een mooi wit landschap op weg ging naar een boer in het oosten van het land. We zouden 36 zonnepanelen op een drijvende onderconstructie plaatsen in zijn waterbassin.

De losse segmenten van de installatie waren al aan wal gemonteerd en in het water getild. Wij hoefden ze alleen nog maar aan elkaar  te koppelen. Dat zouden we deze dag doen met behulp van een kraan die een ponton in het water zou tillen. Met die ponton zouden mijn collega en ik tussen de segmenten doorvaren om alles met elkaar te verbinden. Maar hoewel de kraan al klaarstond miste er een vrij essentieel onderdeel: de pontonleverancier was onze afspraak vergeten.

Ik baalde flink, maar mijn collega had wat bedacht. “Ik ben zo terug!”, riep hij. En een half uurtje later stond hij vol trots voor ons met twee Explorers 200 pro; gele rubberbootjes die hij in de speelgoedwinkel verderop had aangeschaft.

"Het leek de perfecte oplossing"

Die waren niet zomaar opgeblazen, kan ik je vertellen. Maar toen het eenmaal gelukt was gingen we ervoor. We pasten met gebogen knieën allebei precies in ons eigen bootje. De accuboor en gereedschapskist tussen de benen en daar gingen we. Met een lullig plastic peddeltje roeiden we van het ene naar het andere segment. Het leek de perfecte oplossing!

Maar na zo’n anderhalf uur bleef er steeds minder van onze strakke bootjes over. De installatie had toch heel wat scherpe puntjes... Langzaamaan lagen we steeds dieper in het water. Nadat we de eerste rij gekoppeld hadden, konden we nog net droog aan de kant komen. Maar we hadden nog een rij te gaan.

Mijn collega liet zich wéér niet door zo’n kleine tegenslag uit het veld slaan en bedacht een nieuw plan. “We leggen planken over de eerste rij en maken vanaf daar de tweede rij vast.” De eerste segmenten waren immers bevestigd, dus nu konden we vanaf de kant met planken de constructie op. Ook deze uitwerking verliep in eerst instantie soepeltjes. Tot we aan het einde van de rij uitkwamen. Onze boren en gereedschapskisten hadden we steeds aan het begin van de plankenconstructie laten staan en alleen met de benodigde apparatuur gingen we naar de juiste plek. Maar doordat de segmenten niet kaarsrecht lopen ging de plank door ons gewicht meer en meer veren tot ineens onze spullen gelanceerd werden. Met een harde plons belandde de boel in het water.

Mijn collega zag het gebeuren en bedacht zich geen moment, trok in mum van tijd zijn kleren uit en dook in zijn onderbroek zijn boor en gereedschapskist in het ijskoude water achterna. Ik stond perplex. Wat een held! Maar ik zie zijn vertrokken gezicht nog voor me toen we hem uit het water hezen. Hij heeft op de terugweg met de kachel op de hoogste stand anderhalf uur trillend naast me gezeten. Maar de klus was geklaard en bovenal deden de boren het nog!