Dagboek van een installateur

26.01.2021 Anje Hoogland

Dagboek van een installateur

Een stinkend zaakje

Een jaar of vijf geleden hebben we een landelijke aanbesteding gewonnen, waarmee we automatisch een grote groep agrariërs binnenhaalden. De boeren konden zich inschrijven als ze panelen wilden en dan vlogen onze salesmensen er op af om er een zo mooi mogelijke klus uit te halen.

Ik was een van die mensen. Vanuit het verre zuiden reed ik richting Friesland waar een grote varkensboer gevestigd zat. Ik besprak de klus met de boer die enthousiast leek over onze plannen, dus met een lekker gevoel liep ik de boerderij rond om foto’s te nemen van het bedrijf. De situatie moest zo goed mogelijk met mijn kleine compact cameraatje worden vastgelegd.

“Tot aan mijn nek belandde ik in een misselijkmakend stinkende, warme, dikke brij.”

Omdat ik geen groothoeklens had, was het soms best lastig om alles op de foto te krijgen. Dus regelmatig deed ik een stapje achteruit, en nog een stapje achteruit, en nog eens… Tot ik in één keer in het diepe verdween. Tot aan mijn nek belandde ik in een misselijkmakend stinkende, warme, dikke brij. Ik bleek rechtstandig in de gierput te zijn gevallen! Alleen mijn hoofd kwam er nog bovenuit. Ik ben dan ook nog steeds dankbaar dat ik geen slokje heb binnengekregen. Wat moet dat een lullig gezicht geweest zijn.

Er was de afgelopen dagen gewerkt aan het mestopvangsysteem waardoor de betonnen platen, die de put normaal gesproken afdekken, nog open lagen. Zal je net zien dat ik daar dan weer in val. Maar hoe kwam ik hier weer uit? Ik had niks om op te staan of me aan op te trekken. Gelukkig kwam de geschrokken boer al snel met een oplossing door een plank over de put te plaatsen waaraan ik me op kon trekken. Druipend, met een spoor van stront achter me aan, werd ik door de boer naar zijn douche begeleid. Mijn kleding reinigen was compleet zinloos. Dus gekleed in drie vuilniszakken reed ik weer 300 kilometer richting het zuiden en liep ik de ‘walk of shame’ van mijn auto naar mijn huis om daar nog eens te proberen die stank van me af te spoelen.

Ik heb natuurlijk geluk gehad want als ik koppie onder in die tank met al die gassen was gevallen had het heel anders af kunnen lopen. Maar hoewel de camera nog op de bodem van de gierput ligt en ik mijn kleren kon verbranden, hebben we de klus wel binnengehaald en hebben mijn collega’s gegierd van het lachen natuurlijk!