Energieboer ziet toekomst in zonnedak met opslag

04.12.2020 Norbert Cuiper

Energieboer ziet toekomst in zonnedak met opslag
Friesland Campina

Een zonnedak, een mestvergister en een wkk. ‘Energieboer’ Martin Benning heeft het allemaal. Hij wil nog meer investeren in duurzame energie, maar ziet ook enkele beren op de weg opdoemen.

Martin Benning (39 jaar) is melkveehouder in Dwingeloo. Hij heeft een vrouw, vier kinderen en op stal nog zo’n 350 koeien en 180 jongvee. Daarnaast verbouwt hij op kleine schaal mais en bieten en houdt hij zich bezig met de energievoorziening van zijn melkveehouderij. Zijn vrouw Dorien is docent op een lagere school. Eén dag per week ontvangen hij en zijn vrouw scholieren uit de regio Midden-Drenthe, om ze het boerenbedrijf te laten zien. “Hier leren ze waar de melk vandaan komt,” zegt Benning. Vooral voor kinderen uit een stadse omgeving is het vaak de eerste keer dat ze op een boerenbedrijf komen.

Mestvergister

Benning is al enkele jaren bezig met verduurzaming van zijn bedrijf. Hij heeft sinds augustus 2018 een mestvergister, die het biogas van zijn rundvee gebruikt als brandstof voor zijn warmtekrachtinstallatie (wkk), die zowel elektriciteit als warmte produceert. De duurzame energie verkoopt hij aan FrieslandCampina, via tussenhandelaar CNS, in ruil voor groencertificaten. Zijn vergister met een generator van 75 kWh dient om elektriciteit op te wekken, in tegenstelling tot grotere vergisters die het biogas geschikt maken om het in te voeden in het gasnet.

“De vergister draait twintig uur per dag, in een afgesloten container zodat er geen geluidsoverlast optreedt. Er is nog ruimte om langer te draaien, want ‘s nachts staat de vergister vier uur lang uit.” De installatie functioneert volgens hem naar behoren: er is nauwelijks onderhoud nodig en er treden weinig storingen op. Wel moest de vergister in het begin worden bijgesteld om het beoogde rendement van 90 procent te halen. “Het rendement lag eerst rond de 70 procent, maar door de biologische omzetting en de installatie aan te passen kon het rendement worden opgekrikt.”

Zonnedak

Op de daken van zijn stallen prijken sinds vorig jaar bijna 2500 zonnepanelen, om precies te zijn 2486 stuks. De panelen liggen niet alleen op het zuiden, maar ook op het oosten en westen. Het project is met een vermogen van 720 duizend kWh het grootste zonnedak van projectontwikkelaar Groenleven. Het project had groter kunnen zijn; Benning had SDE-subsidie aangevraagd voor 4000 panelen, maar één dak viel af omdat het te weinig steun zou bieden aan de panelen. Ook moesten panelen om bliksemafleiders worden gelegd en viel op sommige plekken teveel schaduw van bomen.

Onderhoudsarm

Lovend spreekt Benning over zijn ervaringen met het zonnedak. “Het is een onderhoudsarm systeem: ik heb er weinig werk aan,” zegt Benning. Hij vindt het lastig om iets te zeggen over het rendement, aangezien hij geen inzage heeft in de opbrengst. Wel wordt de opgewekte stroom gemonitord door Groenleven. “De projectontwikkelaar heeft ook het zonnedak gecontroleerd bij de oplevering. Bij de keuring volgens de NEN1010-norm bleek dat enkele kabels moesten worden verlegd vanwege inductie-effecten. Dat was nodig om de brandveiligheid op het dak te garanderen.”

Aparte aansluiting

Dat het rendement van het zonnedak schimmig blijft heeft te maken met de opzet van het SDE-project, zegt Benning. “Het zonnedak staat los van het bedrijf. Het heeft een aparte aansluiting, waardoor we de zonnestroom niet zelf gebruiken en alles leveren aan het net.” Dit laatste zorgt ook voor hogere kosten, zoals voor de aansluiting van 1600 kVA die achteraf kleiner had gekund. Volgens Benning was ook een kostenbesparing mogelijk geweest als het zonnedak eerder was gerealiseerd. “Dan was een koppeling mogelijk geweest met de vergister. Het blijft echter lastig om zulke duurzame energieprojecten te integreren,” aldus Benning.

Zonneweide

Benning twijfelt of hij een tweede keer zal investeren in zonnepanelen. Benning heeft nog wel ruimte voor 1500 panelen op zijn land naast de boerderij, maar de SDE-subsidie is bedoeld voor panelen op een dak. Een PV-dak bouwen bovenop een mestbassin acht hij geen goed idee. “We hebben daar wel naar gekeken, maar dat vond Groenleven geen goed idee. Er lekt altijd wat gassen die kunnen leiden tot corrosie van metalen in de constructie van het PV-project. Daarom hebben we dat niet gedaan.”

Subsidievrij

Zonnedaken die zonder subsidie tot stand komen is een mooi vooruitzicht, maar Benning ziet dat niet zo snel gebeuren. “In de toekomst kan dat gebeuren, maar het nadeel is dat zon zorgt voor een piek in de productie. Dat zorgt voor extreem lage energieprijzen op de APX, zoals in het afgelopen voorjaar is gebeurd. Daardoor lopen boeren met zonnedaken subsidie mis en zijn toekomstige PV-projecten lastig rendabel te maken.” Benning verwacht dat de redding moet komen van opslag, zoals in batterijen. Daarvoor moet wetgeving worden aangepast. Dat is niet zomaar geregeld.

Benning kent ook boeren die de piek in zonnestroom wegvangen met batterijen, maar ook die krijgen daarvoor subsidie. “Dan staat er een bordje van Europa bij, om aan te geven dat het project Europese subsidie heeft gekregen.” Volgens Benning is SDE-subsidie voor PV-projecten nog steeds nodig, al wordt het steeds makkelijker om te investeren in zonnepanelen. Zo is bij de Rabobank een offerte al genoeg om financiering te regelen voor een investering in duurzame energie. Ook zijn er aantrekkelijke groenfinancieringen die een halve procent rente korting geven.

Toekomst

Benning wil graag door met duurzaamheid, maar de toekomst is onzeker, zegt hij. Dat komt volgens hem niet zozeer door de coronacrisis, maar vooral door het onvoorspelbare beleid voor de landbouw. “Minister Schouten heeft plannen om duurzame landbouw te stimuleren, maar die maken het investeringsklimaat onzeker. We wachten nu eerst af wat er gaat gebeuren.” Benning ziet de onzekerheid vanuit de regering als grootste probleem voor toekomstige investeringen. “Misschien blijft deze situatie bestaan tot de verkiezingen. Tot die tijd houden we pas op de plaats.”