Energiedelen 1.0, ingewikkelder kan het altijd nog

03.03.2022 Wido van Heemstra

Energiedelen 1.0, ingewikkelder kan het altijd nog

Het onderling delen van samen opgewekte zonnestroom wordt steeds meer mogelijk. Verschillende groepen hebben hier al studie na gemaakt, zoals Energie Samen met hun whitepaper en TNO en DNV-GL, die hun TKI-onderzoek Collectieve Zelfconsumptie bijna klaar hebben. Nu het ministerie van Economische Zaken en Klimaat afgelopen november is gekomen met een nieuw concept van de Energiewet om de uitvoering en handhaving te toetsen krijgt het delen van samen opgewekte zonnestroom meer duidelijkheid.

Het opwekken, registreren en afhandelen van elektriciteit moet voldoen aan veel complexe regeltjes, iets wat de meeste enthousiaste zonnestroomdelers afschrikt om aan een project te beginnen. Leveranciersvergunning, programmaverantwoordelijkheid (PV), allocatie en reconciliatie, het vraagt van de meesten teveel om de consequenties en mogelijkheden te overzien.

Regels zijn op zich natuurlijk nodig, het elektriciteitsnet loopt door heel West-Europa en dus zijn duidelijke afspraken noodzakelijk. Maar niet iedereen hoeft in dezelfde mate deskundigheid en verantwoordelijkheid te hebben.

Extra boost en groter draagvlak
Nu lijkt het me een goede gedachte om te kijken wat kleine groepen actieve zonnestroomdelers zouden kunnen doen met een zo beperkt mogelijke complexiteit van de regels. Deze groep mensen groeit jaarlijks sterk. Denk aan de meer dan 1,5 miljoen woningen met zonnepanelen, maar ook aan de 623 energiecoöperaties in Nederland.

Daarnaast komt steeds nadrukkelijker de vraag uit gestapelde wooncomplexen: Hoe kunnen zij ook toegang krijgen tot zonnestroom? Het bieden van oplossingen voor deze groepen geeft de energietransitie een extra boost en een groter draagvlak. Voor hen zouden eenvoudige manieren gevonden moeten worden om energiedelen mogelijk te maken, een soort energiedelen 1.0.

Vergunningvrij
Nu maakt de Energiewet al ruimte voor energiegemeenschappen en actieve afnemers, die vergunning vrij hun duurzaam opgewekte elektriciteit kunnen leveren aan hun leden, respectievelijk kunnen leveren aan hun buren. Ook op één aansluiting  zijn al meer leveranciers mogelijk. Daarnaast wordt de rigide koppeling tussen een allocatie en een meetpunt verlaten, waardoor allocatie waarden op basis van meerdere meetpunten berekent kunnen worden.

Wat zou een eenvoudige aanpak, een instapmodel voor energiegemeenschappen en ook voor actieve afnemers moeten inhouden?

Instapmodel voor energiegemeenschappen
Een energiecoöperatie die een zonnepaneleninstallatie heeft gerealiseerd vanuit een centrale locatie wil de opgewekte elektriciteit delen met zijn leden: collectieve zelfconsumptie. Een koppeling met en handelen op energiemarkten, vraagsturing en lokale opslag is in dit instapmodel nog niet aan de orde. De leden hebben ieder een eigen elektriciteitsleverancier naar keuze. Hoe krijgt de coöperatie deze levering voor elkaar?

Allereerst dient bij voor aansluiting van elk lid een secundaire allocatie te worden aangemaakt in het centraal aansluitregister. De coöperatie wordt als vergunning vrije leverancier aan deze nieuwe allocatie gekoppeld. Dit vraagt dus geen extra meters, enkel het administratief inrichten van dit allocatiepunt. De centraal opgewekte elektriciteit wordt volgens een vooraf afgesproken verdeelsleutel elk kwartier toegewezen aan de secundaire allocatie van elk lid.

Het gebruik op het primaire allocatie punt van het lid wordt verminderd met dit toegewezen aandeel van binnen de coöperatie opgewekte energie. Zie voor meer details: Beschrijving door Peter Hermans.

Belangrijke conclusie van hem: De coöperatie creëert  in dit instap model van collectieve zelf consumptie nimmer onbalans en is ook geen speler op de bredere energie markt. De energie coöperatie behoeft daardoor geen eigen E-programma op te stellen  en een PV rol in te vullen of te contracteren, voor de interne  onder haar leden opgewekte en herverdeelde energie.

In dit geval ligt dus de volledige PV verantwoordelijkheid op de aansluiting bij de leverancier op het primaire allocatiepunt, die hij met inbegrip van onderstaande voorwaarden voor coöperaties goed zou moeten kunnen invullen.

Instapmodel actieve afnemers
Een groep actieve afnemers in een appartementengebouw exploiteert een gezamenlijke zonnepaneleninstallatie. De productie wordt op kwartierbasis volgens een vaste verdeelsleutel toegekend (gealloceerd) aan de deelnemers. De allocatie van energie volgt dezelfde wijze als beschreven bij het vorige instapmodel. Iets anders gaat het met betrekking tot de partij die de administratie inclusief de handelsberichten verzorgt.

De nieuwe Energiewet staat toe dat een peer-to-peer-handelaar de automatische afhandeling van de levering tussen de deelnemers mag faciliteren, ook als het om rechtstreekse levering tussen deze deelnemers gaat en niet via de handelaar. Een mooie manier om deze groep te ontlasten van deze administratie. De tekst van de Energiewet kent hier echter nog twee manco’s:

  1. In de Memorie van Toelichting wordt de ruimte van actieve afnemers beperkt tot leveren aan elkaar terwijl de Europese richtlijn 2018/2001 nadrukkelijk meer ruimte geeft, nl ook het delen van elektriciteit, waarbij geen eigendomsoverdracht plaatsvindt. Gezamenlijk opwekken betekent dat een deel daarvan eigendom is van elke deelnemer. Alloceren heeft dan alleen de functie om dat eigen aandeel aan de aansluiting van elke deelnemer toe te wijzen. Hierbij vindt geen eigendomsoverdracht plaats;
  2. Hoewel faciliteren zonder levering via de handelaar mogelijk is, noemt de wet de handelaar toch de leverancier. Dit is inconsistent: faciliteren en leveren zijn twee aparte activiteiten die niet hetzelfde zijn.

Kortom, hier is nog huiswerk voor het ministerie Economische Zaken en Klimaat om dit aspect in de Energiewet zuiver te houden en beter te laten aansluiten bij de EU-richtlijn. Hierdoor kan dit instapmodel ook gebruikt worden.

Conclusie
De nieuwe Energiewet biedt mogelijkheden voor energiegemeenschappen en actieve afnemers, waarbij de wetgever nog enkele schoonheidsfoutjes moet aanpakken en vooral dat zonnestroomdelers praktische ervaring krijgen met deze instapmodellen.

Het is hierbij van belang dat alle belemmeringen  om energie delen worden weggenomen zodat de burger als lid van een energie coöperatie zich ook echt betrokken gaat voelen bij de energie transitie, en ook dat met het model van collectieve zelfs consumptie de burgers een middel wordt aangereikt waarin zij zelf afspraken kunnen maken over de prijs van de gedeelde energie; een prijs die door de ontkoppeling van de wholesale markt, veel lager kan liggen dat de huidige exploderende prijzen van energie.

Op deze wijze kunnen energie coöperaties dus bijdragen een meer betaalbare energie rekening van hun leden en een afbouw van de elektriciteitsvoorziening die afhankelijk is van fossiele brandstoffen.

De energietransitie doe je samen.

Tip: Op 29 maart geeft Energie Samen een webinar over dit onderwerp: Slim Energie delen.