Expertteam: ‘CO2-neutraal energiesysteem moet al in 2040 gerealiseerd zijn’

18.11.2022 Jan de Wit

Expertteam: ‘CO2-neutraal energiesysteem moet al in 2040 gerealiseerd zijn’
©Expertteam Energiesysteem 2050

Nederland wil uiterlijk in 2050 klimaatneutraal zijn. Om de weg daarnaartoe uit te denken heeft Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, het Expertteam Energiesysteem 2050 in het leven geroepen. Komend voorjaar komt het expertteam met het Nationale Plan Energiesysteem 2050, waarin het schetst hoe de economie en maatschappij er in 2050 uit kunnen zien en welke mogelijkheden er zijn om voor een klimaatneutraal energiesysteem. Onlangs presenteerde het expertteam zijn tussenrapportage, wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

Als Nederland uiterlijk in 2050 volledig klimaatneutraal wil zijn zal het energiesysteem al rond 2040 CO2-neutraal moeten zijn. Hiervoor is een forse versnelling en grotere inspanning noodzakelijk.

Lees ook: Nederlandse IPCC-auteurs: ‘Landen als Nederland zouden véél sneller moeten verduurzamen’

Daarbij heeft het Expertteam Energiesysteem 2050 verschillende noodzakelijke randvoorwaarden (het Intergovernmental Panel on Climate Change noemt overheidsinstrumentarium, innovatie, gedrag, capaciteit, financiën en governance) gesteld om dit duurzaam te realiseren. Duurzaam in de brede zin.

Door de economie en maatschappij zoals die er in 2050 uit zouden moeten zien als uitgangspunt te nemen probeert het expertteam verschillende transitiescenario’s in synergie uit te denken. Dit om te voorkomen dat de ene transitie de andere in de weg gaat zitten of anders negatief beïnvloedt.

Zo is het belangrijk om niet zomaar alle huidige fossiele energiebehoefte te vervangen door hernieuwbare energie, maar ook te inventariseren waar energiebesparing een oplossing is of dat andere toekomstige behoeften ervoor zorgen dat de toepassing zal verdwijnen. “De economie vernieuwt zich immers altijd en zeker in tijden van transitie”, zo schrijft het expertteam.

Het Expertteam Energiesysteem 2050 bestaat uit onafhankelijke energie-experts, economen, bedrijfskundigen, gedrags- en maatschappijwetenschappers ondersteund door een werkgroep met daarin mensen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en TNO.

Minister Jetten heeft hun de opdracht gegeven om in een ‘outlook’ de bouwstenen te schetsen voor het Nationale Plan Energiesysteem 2050. Deze zal bestaan uit een integrale analyse van de knelpunten in het huidige energiesysteem, een globaal beeld van het klimaatneutrale energiesysteem in 2050 en een beschrijving van de mogelijke manieren om dat energiesysteem tot stand te brengen.

Een CO2-neutraal elektriciteitssysteem moet er al in 2035 zijn en een CO2-neutraal energiesysteem al in 2040
Dat het noodzakelijk is om het elektriciteits- en energiesysteem al veel eerder dan 2050 CO2-neutraal te krijgen komt door het bestaan van andere broeikasgassen. Weliswaar wordt verduurzaming vaak uitgedrukt in het terugdringen van de CO2-uitstoot, maar broeikasgasequivalenten is hier eigenlijk een meer accurate term.

Wanneer het elektriciteits- en energiesysteem in 2040 CO2-neutraal zijn, heeft Nederland nog zo’n tien jaar over om de uitstoot van krachtige broeikasgassen – zoals methaan – volledig terug te dringen.

Daarbij speelt mee dat het reduceren van de uitstoot van de landbouw en het landgebruik “moeilijker en tijdrovender” is dan van het energiesysteem. Ook lijkt klimaatneutraliteit hierin niet mogelijk zonder compensatie met CO2-afvang en -opslagtechnieken.

Lees ook: Nederland gaat miljarden betalen om industriële CO2 te begraven

Op deze technieken is veel maatschappelijke kritiek omdat ze worden ontwikkeld door bedrijven die het hoofdzakelijke willen gebruiken om hun fossiele energiewinning door te kunnen zetten. Tegelijk blijft de ontwikkeling hiervan noodzakelijk omdat het een noodzakelijke techniek is voor een klimaatneutrale maatschappij tegen 2050.

Een CO2-neutraal elektriciteitssysteem in 2035 lijkt evengoed haalbaar. Uit de recent gepubliceerde Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2022 van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) blijkt dat 85 procent van de elektriciteit al hernieuwbaar opgewekt kan worden door het succes van zonnepanelen en windmolens op zee.

Rechtvaardigheid cruciaal voor draagvlak
Rechtvaardigheid is een kritische succesfactor in de energietransitie, zo stelt het Expertteam Energiesysteem 2050. Het gaat immers om een dusdanig ingrijpende maatschappelijke verandering dat iedereen erdoor ermee te maken krijgt en een rol in zal gaan spelen. Dat betekent dus ook dat het “cruciaal” is dat burgers, bedrijven en andere maatschappelijke spelers de energietransitie als sociaaleconomisch rechtvaardig beleven.

“Alleen dan kan acceptatie ontstaan. En dat bepaalt het succes van de transitie”, aldus het expertteam. Rechtvaardigheid gaat hier om een eerlijke verdeling van de voor- en nadelen tussen regio’s, sectoren, bevolkingsgroepen, inkomensgroepen enzovoorts. Maar ook dat de winning van grondstoffen die nodig zijn voor de energietransitie het milieu niet te zwaar mag belasten.

Lees ook: Ondernemers en beleidsmakers, let op de Jevons-paradox

Daarbij stipt het expertteam met name de stem van jongeren aan bij “het aanscherpen van het rechtvaardigheidsbegrip”. Dit is immers de groep die klimaatverandering aan zal moeten pakken, met de niet te voorkomen gevolgen zal moeten leven en nu nog te weinig wordt gehoord.

Lees ook: De Jonge Klimaatagenda 3.0: Groene groei én krimp

Nederlandse economische structuur vertraagt de energietransitie
Nederland heeft een energie-intensieve industrie, havens die functioneren als fossiele bunkerbrandstofleverancier voor de internationale lucht- en scheepvaart en een intensieve landbouw- en veeteeltsector.

Door deze factoren is de emissiereductie in Nederland het langzaamst ten opzichte van vergelijkbare Europese landen. In 2020 was die in Nederland met 25,5 procent afgenomen ten opzichte van 1990. Groot-Brittannië zat toen al op 50 procent en Duitsland op 41 procent.

Over de haalbaarheid van een klimaatneutrale landbouw- en veeteeltsector wordt momenteel nog druk onderhandeld, ook al heeft Johan Remkes onlangs zijn definitieve rapport al gepresenteerd. De lucht- en scheepsvaart worden door het Europese emissiehandelssysteem inmiddels financieel gedwongen om te verduurzamen, maar of dit genoeg zal zijn is maar zeer de vraag.

Lees ook: ‘De luchtvaartsector gaat zijn duurzaamheidsdoelen waarschijnlijk niet halen’

De chemiesector heeft – van de energie-intensieve industrie – volgens het expertteam nog de grootste problemen om snel te verduurzamen. Wanneer zij hun fossiele energiegebruik zouden vervangen door hernieuwbare energie als biomassa en waterstof, dan levert dat een grotere energievraag op.

Tegelijk zijn de verduurzamingsplannen van deze sector “doorslaggevend voor de hoeveelheid energie die nodig is voor de Nederlandse samenleving van 2050”, aldus het expertteam. In de huidige scenario’s legt de chemiesector de grootste druk op de haalbaarheid van een klimaatneutraal Nederland in 2050.

Schaarste dwingt tot keuzes
Voor de Nederlandse energietransitie ziet het expertteam een schaarste van mensen, ruimte en materialen waardoor deze nu al vertraging oploopt. Om dat op te lossen moet de energietransitie vooral een nog veel hogere prioriteit krijgen.

Om het (technisch) personeelstekort te verkleinen zijn er drie sporen. Om- en bijscholing moet op orde worden gebracht, evenals de instroom vanuit het beroeps- en hoger onderwijs. Mede hiervoor moeten banen in de publieke sector en de techniek aantrekkelijk worden.

Dat laatste zal met name moeten gaan gelden voor vrouwen en jongeren met een migratieachtergrond. Daar ligt – naast de jongeren – de grootste potentie volgens het Actieplan Groene en Digitale Banen. “Een eerste essentiële rol ligt hiervoor bij werkgevers”, aldus Micky Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat, en Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie.

Lees ook: Wat gaat het Actieplan Groene en Digitale Banen voor het technisch personeelstekort betekenen?

Om de schaarse ruimte te benutten is meervoudig ruimtebelang van belang. Ook omdat energie-infrastructuur net als wonen, mobiliteit en natuur een lange levensduur heeft. Een concreet voorbeeld is het afnemende belang van tankstations omdat elektrische auto’s bij gebouwen kunnen op- en ontladen.

Lees ook: Hoe de gebouwde omgeving verandert in een laadinfrastructuur voor EV’s

Ten slotte zullen de grondstoffentransitie en de energietransitie hand in hand moeten worden opgelost. Zo concludeerde de Sociaal-Economische Raad (SER) onlangs ook. “Hoogwaardig hergebruik van grondstoffen en materialen, hoogwaardige inzet van biogrondstoffen en verduurzaming van internationale ketens zijn noodzakelijke voorwaarden voor beide transities. Samenhangend beleid is dus cruciaal”, concludeert Ed Nijpels, voorzitter SER-commissie duurzame ontwikkeling.

Lees ook: SER: ‘Versnelling van de grondstoffentransitie noodzakelijk voor klimaatdoelen’

Nederland moet “radicaal efficiënter” omgaan met grondstoffen, materialen en producten. Hergebruik, reparatie en recycling van producten en materialen moeten de standaard worden. Daarbij leidt circulair grondstoffen- en materialengebruik tot minder afhankelijkheid van geopolitiek instabiele landen, zoals China of Rusland.

Overheidsregie noodzakelijk
De overheid heeft uitgebreide mogelijkheden om de regie te nemen door keuzes te maken in de wet- en regelgeving, de marktordening van het energiesysteem, publieke investeringen, normering en beprijzing.

Het expertteam wijst erop dat de overheid dit de afgelopen decennia al diverse keren heeft gedaan. De Nederlandse aardgasrotonde en de grote rol van aardgas in de gebouwde omgeving en industrie is ook een direct gevolg van overheidsbeleid.

Om dit nu ook voor het toekomstige energiesysteem te doen dient de overheid rekening te houden met de hierboven geschetste randvoorwaarden. Wat betreft het expertteam zijn dat de kaders waarbinnen de overheid zijn regietools kan gaan inzetten richting het energiesysteem van 2050.