Expertteam: ‘Geef voorrang aan energiebesparing, gedragsverandering en elektriciteitssysteem’

28.11.2022 Jan de Wit

Expertteam: ‘Geef voorrang aan energiebesparing, gedragsverandering en elektriciteitssysteem’
©Expertteam Energiesysteem 2050

Komend voorjaar komt het Expertteam Energiesysteem 2050 met het Nationale Plan Energiesysteem 2050, waarin het schetst hoe de economie en maatschappij er in 2050 uit kunnen zien en welke mogelijkheden er zijn om voor een klimaatneutraal energiesysteem. Onlangs schreef Solar365 al over de belangrijkste randvoorwaarden die het expertteam in zijn tussenrapportage schetste, maar wat zijn de belangrijkste aanbevelingen om het tempo van de energietransitie nu al op te schroeven?

Het Expertteam Energiesysteem 2050 bestaat uit onafhankelijke energie-experts, economen, bedrijfskundigen, gedrags- en maatschappijwetenschappers ondersteund door een werkgroep met daarin mensen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en TNO.

Minister Jetten heeft hun de opdracht gegeven om in een ‘outlook’ de bouwstenen te schetsen voor het Nationale Plan Energiesysteem 2050. Deze zal bestaan uit een integrale analyse van de knelpunten in het huidige energiesysteem, een globaal beeld van het klimaatneutrale energiesysteem in 2050 en een beschrijving van de mogelijke manieren om dat energiesysteem tot stand te brengen.

Om in 2050 klimaatneutraal te zijn moet Nederland al in 2035 over een CO2-neutraal elektriciteitssysteem kunnen beschikken. Daarna heeft het nog vijf jaar om het hele energiesysteem CO2-neutraal te krijgen. Daarbij heeft het expertteam verschillende noodzakelijke randvoorwaarden (het Intergovernmental Panel on Climate Change noemt overheidsinstrumentarium, innovatie, gedrag, capaciteit, financiën en governance) gesteld om dit duurzaam te realiseren.

Lees ook: Expertteam: ‘CO2-neutraal energiesysteem moet al in 2040 gerealiseerd zijn’

Naast deze zes noodzakelijke randvoorwaarden heeft het expertteam drie aanbevelingen gegeven om het tempo nu op te schroeven. Zo moeten energiebesparing en gedragsverandering nu al voorrang krijgen, net als de uitbreiding van de elektriciteitsvoorziening. Ten slotte moeten de minder robuuste ontwikkelpaden ook nu al worden opgestart.

“De energietransitie is allang begonnen, maar veel te traag. Er is meer tempo en meer sturing nodig. Dat is nog best lastig in een situatie dat menskracht, materialen en ruimte schaars zijn. Maar anders dan veel andere transities heeft de energietransitie stevige deadlines”, aldus Bernard ter Haar, voorzitter van het expertteam.

“Klimaatneutraliteit kan niet wachten, de klimaatschade is nu al groot. Dappere keuzes zijn nodig. Draagvlak voor deze transitie is belangrijk, want van iedereen wordt verandering verwacht. Daarom moeten kosten en baten rechtvaardig worden verdeeld.”

Voorrang voor energiebesparing en gedragsverandering
Door nu al sterk in te zetten op gedragsverandering kan de energie- en materialenvraag ook snel dalen. Dit verkleint de reductie- en verduurzamingsopgave, de importafhankelijkheid van energie en schaarse grondstoffen en materialen en hierdoor ook weer de kosten van de totale opgave.

Sturen op gedrag ligt weliswaar gevoelig in een vrije democratische samenleving, maar lijkt op energievlak onontkomelijk omdat de energievraag de laatste decennia nauwelijks is afgenomen.

Sturen op gedrag van mensen en bedrijven dat leidt tot een lagere energie- en materialenvraag is een robuust onderdeel van het realiseren van een klimaatneutraal energiesysteem. “Die gedragsverandering moet dan uiteraard wel mogelijk en voldoende aantrekkelijk zijn”, stelt het expertteam.

De huidige energieprijzen stimuleren weliswaar energiebesparing, maar veroorzaken een dusdanige inflatie dat het geen langetermijnoplossing kan worden genoemd. Zeker niet omdat de overheid zich nu genoodzaakt voelt om met een prijsplafond (ter waarde van tientallen miljarden euro’s) burgers en energiebedrijven te compenseren.

Energiebesparing moet concrete langetermijnvoordelen bieden en energieverspilling moet in toenemende mate duurder worden. In tegenstelling tot de huidige situatie waarin energie-intensieve bedrijven relatief minder energiebelasting betalen.

Voorrang voor de uitbreiding van de elektriciteitsvoorziening
De reden dat energiebesparing, gedragsverandering en het uitbreiden van de elektriciteitsvoorziening voorrang dienen te krijgen is omdat dit volgens het expertteam in elk scenario “robuust” is. In de toekomst zullen de industrie, gebouwde omgeving en de mobiliteit veel meer elektriciteit dan nu gebruiken.

Lees ook: Tot 206 terawattuur nodig om klimaatdoelen 2030 te realiseren

De elektriciteitsvoorziening, inclusief het omzetten van de ene bron naar andere en het opslaan van energie, moet daarom zo snel mogelijk worden uitgebreid. Dat betekent ook dat het net sneller zal moeten worden verzwaard. Goede locatiekeuzes voor de vraag en aanbod van energie en CO2-vrije flexibiliteit zijn daarbij cruciaal.

Lees ook: CE Delft: ‘100 procent CO2-vrije elektriciteit in 2035 kan alleen met nieuw beleid’

De technieken om het regelbare vermogen CO2-vrij te krijgen bestaan al, maar moeten worden opgeschaald. “De overheid kan bij dergelijke technologie delen in de financiële risico’s”, aldus het expertteam. Zo moeten aardgascentrales uiteindelijk op groene waterstof kunnen draaien, maar ook de vraag moet flexibel kunnen en er moeten batterijen, warmteopslag en meer CO2-vrije regelbare opwek bij.

Dat laatste punt staat momenteel wel onder druk door het technisch personeelstekort en hoge grondstoffenprijzen. Dat bleek ook uit de onlangs gepresenteerde Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2022 van het Planbureau voor de Leefomgeving en de ingediende SDE++-aanvragen.

Lees ook: PBL: ‘Realisatie van duurzame energieprojecten staat onder druk’

Het expertteam benadrukt dat het voor de investeringszekerheid noodzakelijk is dat er duidelijkheid komt over de spelregels en realisatiemomenten, en dat een ‘spoorboekje’ met gedeelde commitment hierbij vertrouwen kan wekken. Het spoorboekje dat CE Delft opstelde kan hier als leidraad dienen en ook het aankomende Solar Trendrapport 2023, een gezamenlijke uitgave van Solar365 en Dutch New Energy Research, zal inzoomen op CO2-vrije flexibiliteit.

Start ook minder robuuste ontwikkelpaden op
De transitie vereist een hoog tempo stelt het expertteam. Door verkeerde keuzes en getreuzel in het verleden is er te veel tijd verloren gegaan en is een hoog tempo geen discussiepunt meer.

“Daardoor lijkt er weinig ruimte om selectief te zijn bij de inzet van oplossingen om tot een CO2-vrije energieproductie en -consumptie te komen. Ook omstreden oplossingen zijn mogelijk nodig, zoals de afvang en opslag van koolstof (CCS) en grootschalige inzet van biomassa. Niet alles kan of hoeft te worden ondersteund en keuzes kunnen door een combinatie van scenario’s en maatschappelijke discussie worden onderbouwd. CO2 afvang en opslag en biomassa”, zo schrijven de onderzoekers.

“Kaderstelling en experimenten zijn belangrijk. Daarbij is het ook belangrijk te accepteren dat – alle goede bedoelingen ten spijt – niet altijd de meest doelmatige keuzes worden gemaakt. Dat is inherent aan uitproberen. Het helpt als vooraf duidelijk is waar de bijbehorende risico’s belegd zijn.”

Om ervoor te zorgen dat de industrie in 2030 zijn doelstelling uit het Klimaatakkoord heeft kunnen halen is CO2-afvang en -opslag onontkomelijk. Hoewel de wetenschap waarschuwt om de potentie van CO2-verwijdering niet te overschatten is de techniek samen met biomassa of atmosferische afvang noodzakelijk om onvermijdelijke emissies rond 2040 te compenseren.

“Zonder inzet van biomassa als duurzame en circulaire bron voor koolstof wordt tijdige verduurzaming van de industrie en internationale mobiliteit sector onhaalbaar”, daarbij wijst het expertteam op recente analyses van het IPCC en het International Energieagentschap. Ook kernenergie kan volgens hun daarom niet worden uitgesloten.

Daarbij erkennen alle partijen dat het hier om opties gaat die door een groot deel van de burgers als omstreden wordt gezien. Om maatschappelijk draagvlak voor de energietransitie te houden is het daarom nodig om keuzes niet alleen duidelijk en transparant te onderbouwen, maar ook om de burger erin mee te nemen.

Hiervoor wijst het expertteam op de mogelijkheid van burgerraadpleging: “Een kritische succesfactor is burgers betrekken bij transities. Burgerpanels kunnen benut worden om meer duidelijkheid te scheppen over de voorwaarden waaronder meer omstreden opties acceptabel worden geacht.”

Lees ook: Hoe kunnen burgerfora het draagvlak voor de energietransitie versterken?

Vanuit de Europese Unie wordt namelijk al meer ingezet op regio’s en steden en ook lokale energiecoöperaties zijn steeds meer in trek om de gebouwde omgeving te verduurzamen. Burgers betrekken is belangrijk volgens het expertteam omdat ze een “zinvolle” bijdrage kunnen leveren en onvoldoende maatschappelijke betrokkenheid “kan leiden tot grote onrust die transities bemoeilijkt”.