Het echte werk begint: tijd voor zonne-energie 2.0

01.04.2021 Wim Sinke

Het echte werk begint: tijd voor zonne-energie 2.0

Het is nog niet zo lang geleden dat je louter positieve reacties kreeg wanneer je vertelde dat je in de zonne-energie werkt. De laatste paar jaar verandert dat. Nederland staat inmiddels in de mondiale top-tien van landen wat betreft de bijdrage van zonnestroom aan het totale elektriciteitsverbruik.

Zonne-energie wordt dus een factor van belang en deelt mede daarom de samenleving net als enkele andere grote thema’s schijnbaar in tweeën.

Het ene deel blijft enthousiast, ook al zijn er vragen over hoe de groei wordt vormgegeven, het andere deel keert zich steeds nadrukkelijker tegen zonne-energie. Een paar veel gehoorde redenen voor dat laatste: we gooien ons landschap te grabbel, we kunnen al die stroom nu al niet kwijt, in de winter schijnt de zon niet en hebben we juist energie nodig, het zet allemaal sowieso geen zoden aan de dijk en zonne-energie is de volgende afvalberg.

Groei nodig voor impact

Hoewel het soms erg slikken is om ongenuanceerde of zelfs ronduit onjuiste uitspraken aan te horen, heb ik geleerd om ze heel serieus te nemen en er uiteindelijk zelfs blij mee te zijn. Ze zijn uitstekende input om ‘het verhaal van zonne-energie’ beter en vooral completer te kunnen gaan vertellen, om de voorwaarden voor duurzame marktgroei helder te krijgen en om een goede innovatieagenda op te stellen.

Er staat nu in Nederland ruim 10 gigawattpiek aan zonne-energie opgesteld. Dat zijn ruim 30 miljoen panelen, verdeeld over meer dan een miljoen daken, een groeiend aantal systemen in het buitengebied en op water en enkele andere toepassingen. Samen leveren die panelen ongeveer 7 procent van het totale elektriciteitsverbruik. Hoewel de kop er duidelijk af is, moet zonne-energie natuurlijk nog veel verder groeien om echt impact te hebben.

Altijd elektriciteit

De verschillende doelen en ambities geven ruwweg het volgende beeld: 30 tot 50 gigawattpiek in 2030 en 100 tot 200 gigawattpiek in 2050. Bij die getallen moeten we bedenken dat het aandeel van elektriciteit in de totale energiemix de komende decennia naar verwachting sterk zal toenemen door ‘elektrificatie’. Denk aan elektriciteit voor transport en mobiliteit, voor verwarming van gebouwen, voor proceswarmte in de industrie en voor het maken van hernieuwbare brandstoffen.

Die sterke groei in de komende decennia staat of valt echter met maatschappelijk draagvlak, of liefst: enthousiasme. Zonnestroom moet daarom niet alleen goedkoop zijn, maar ook een hoge toegevoegde waarde hebben voor mens, milieu en economie. Zonne-energie moet geïntegreerd worden in onze leefomgeving en in het energiesysteem: zonne-energie 2.0. Dat is ook de boodschap van TNO’s recent gepubliceerde whitepaper: Innovatie en de opkomst van zonne-energie | TNO.