Klimaat- en Energieverkenning 2021: ‘Minder PV door congestie’

28.10.2021 Joyce Beuken

Klimaat- en Energieverkenning 2021: ‘Minder PV door congestie’

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2021 gepubliceerd. Het doel met betrekking tot de vermindering van uitstoot is nog ver van ons verwijderd, mede door netwerkcongestie.

De broeikasgasemissies in Nederland dalen in 2030 naar verwachting 38 tot 48 procent ten opzichte van 1990. Onderzoekers zijn voor deze conclusie uitgegaan van het vastgestelde en voorgenomen beleid. Belangrijk om te vermelden is dat de op Prinsjesdag aangekondigde investering van 6,8 miljard euro nog niet is meegenomen in de berekening.

“Het klimaatbeleid dient het hart te zijn van een nieuw regeerakkoord. Een dun akkoord dat alleen besluiten over de doelen bevat, miskent de noodzaak om principiële keuzes te maken die nodig zijn voor de noodzakelijke tempoversnelling van het Nederlandse klimaatbeleid”, schrijft Ed Nijpels, voorzitter van het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord, aan de informateurs.

Congestie op de loer
Nu 2030 nog slechts acht jaar van ons verwijderd is, is het volgens het PBL van groot belang dat het neergezette beleid daadkrachtig uit wordt gevoerd. In de eerste jaren van dit decennium zal dat ook hoogstwaarschijnlijk het geval zijn. “In de periode tot en met 2025 neemt het verbruik van hernieuwbare energie in Nederland fors toe, van 220 petajoule in 2020 tot 411 petajoule in 2025”, zo concludeert het PBL.

Na 2025 zal de groei van hernieuwbare energie vertraging op gaan lopen, voorspellen de onderzoekers in het rapport. In 2030 bedraagt de hoeveelheid hernieuwbare energie volgens de onderzoekers 526 petajoule. Dit heeft verschillende oorzaken, zoals dat er geen toename is van windenergie op zee omdat er nog geen nieuwe windgebieden op zee zijn aangewezen voor die periode. Maar ook door een kleinere toename van zonne-energie, doordat beperkingen in de distributienetwerken het aansluiten van nieuwe zonnepaneleninstallaties bemoeilijkt.

Biomassa levert in
De onderzoekers gaan er vanuit dat het aandeel van zonnestroom 2 petajoule lager uit zal vallen dan in de vorige KEV verwacht werd. Maar voor verschillende hernieuwbare bronnen komt de voorspelling gelukkig ook hoger uit: “Windenergie op land (20 petajoule), biobrandstoffen (12 petajoule), windenergie op zee (8 petajoule) en bodemenergie en buitenluchtwarmte via warmtepompen (7 petajoule).”

Niet alleen voor PV geldt dat de verwachtingen gedaald zijn. Biomassa komt 14 petajoule lager uit dan in de vorige KEV, en geothermie daalt met 4 petajoule. Ook dit wordt door PBL verklaart: “De verwachtingen voor biomassa zijn lager door de discussie over biomassa en minder biomassaketels in de industrie. De raming voor geothermie in de glastuinbouw is lager door de sterke positie van warmtekrachtkoppeling en de concurrentie met goedkopere CO2-reductieopties in de SDE++.”

Het PBL benadrukt in het rapport het belang van investeren in het stroomnet, wat volgens hen tekenend gaat zijn voor toekomstige groei. Het volledige rapport is hier te lezen.