Rotterdam Ahoy geeft goede voorbeeld op Recharge Earth met zonnedak

01.11.2021 Jan de Wit

Rotterdam Ahoy geeft goede voorbeeld op Recharge Earth met zonnedak
©Eneco (v.l.n.r. Jolanda Jansen, directeur Rotterdam Ahoy, As Tempelman, CEO Eneco, en Arno Bonte, wethouder Gemeente Rotterdam)

In september werd de eerste editie van het congres Recharge Earth in Rotterdam Ahoy gehouden. In de break-out sessie Denk Micro, optimaliseer lokaal gingen Tom Hellevoort (Croonwolter&dros), Hans Pos (Croonwolter&dros), Steven Twigge (Switch Energy), Rob van Tulder (Erasmus Universiteit Rotterdam), Lexje Rietveld (Eneco) en Stefan van der Voorn (Rijkswaterstaat) onder leiding van Roland Kroes (Gasunie) in gesprek over duurzame decentrale energiebronnen en nieuwe samenwerkingsvormen. In een complex dat zelf het goede voorbeeld heeft gegeven.

Wat zou er gebeuren als je grootschalige en gedistribueerde opwek direct kunt koppelen aan de publieke infrastructuur en warmtenetten? Aan de hand van deze vraag waren enkele projecten uitgekozen waarbij de paneldeelnemers konden uitleggen hoe zij te werk waren gegaan.

Wat komt er bij kijken in de samenwerking? Wat moet je vooraf, tijdens en na afloop van de samenwerking goed met elkaar regelen? Welke kansen ontstaan er om de energietransitie te versnellen? Rob van Tulder, professor international business aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, wijst daarbij op het belang van de juiste doelen vaststellen.

“De energietransitie is afhankelijk van welke doelen worden gesteld en geïmplementeerd. Hoe doe je dat lokaal? Hoe voorkom je dat het te duur wordt, dat er ongunstige neveneffecten zijn, dat er genoeg continuïteit is, dat de potentie lokaal optimaal benut wordt en hoe maak je het lokaal aantrekkelijk?” Volgens hem is lokaal eigenaarschap hiervoor een goede oplossing.

Lees ook: Grote beleidskeuzes staan centraal op Recharge Earth

“Schets hen een toekomstplaatje. Niet aanbodgericht, maar complementair.” Daar doelt hij erop dat veel projecten burgers alleen maar meenemen in wat ze kunnen krijgen, welke energie ze in welke mate kunnen afnemen van het project. Gezamenlijk een project tot stand brengen werkt volgens hem beter, maar “echte participatie zie je maar weinig”.

“Daar moet aan gewerkt worden, want de energietransitie heeft draagvlak nodig”, zo stelt Van Tulder. “Daarna is het ook van belang om te evalueren of de co-creatie echt tot concrete verbetering heeft geleid, want ook dat gebeurt nog te weinig.”

Rotterdam Ahoy
Goed voorbeeld van een complementair project is Rotterdam Ahoy, waarin Recharge Earth plaatsvond. “Ahoy is onderdeel van een smart grid voor de energie-uitwisseling met omringende gebouwen”, vertelt Lexje Rietveld, citymanager warmte Rotterdam bij Eneco.

Rotterdam heeft de ambitie “om binnen vijf jaar minimaal een miljoen zonnepanelen op Rotterdamse daken te hebben liggen”, zo stelde wethouder Arno Bonte (duurzaamheid, luchtkwaliteit en energietransitie) bij de opening.

Het verduurzamen van vastgoed is onderdeel van het Rotterdams Klimaatakkoord dat in 2019 werd gesloten tussen de gemeente en meer dan honderd bedrijven en maatschappelijke organisaties, waaronder Eneco. Op het dak van Rotterdam Ahoy liggen er daarom nu 5.200 zonnepanelen en het complex is onderdeel van een slim thermisch grid, waardoor het fungeert als energiebron, -hub én -opslagplaats.

“De uitdaging bij dit soort projecten is om alle partijen aan tafel te krijgen en het afstemmen van het ambitieniveau van opdrachtgevers en stakeholders”, zo legt Rietveld uit. “Wil je voor een klimaatneutraal gebouw gaan of alleen doen wat verplicht is binnen het wettelijke kader?” Met Rotterdam Ahoy is er duidelijk gekozen om die extra stap te zetten en de energietransitie voor de hele omgeving te versnellen.

De Rottemerentunnel
Onderdeel van de nieuw aan te leggen 11 kilometer lange energieneutrale snelweg die de A16 met de A13 verbindt, is de Rottemerentunnel (2 kilometer). Het project moet uiteindelijk in 2024 gereed zijn en is dan ’s werelds eerste energieneutrale tunnel.

Tunnels zijn grootgebruikers wat betreft infrastructurele projecten, waardoor het energieneutraal maken grote besparingen kan opleveren. De Rottemerentunnel doet dit met veel slimme technologieën, zonnepanelen en warmteopslag. “Eigenlijk was een energieneutrale snelweg nooit de insteek”, zo memoreert Hans Pos, senior projectleider techniek bij Croonwolter&dros.

Dat de snelweg en de tunnel energieneutraal worden is volgens Stefan van der Voorn, contractmanager A16 Rotterdam bij Rijkswaterstaat, het resultaat van burgerparticipatie. “Dat het een tunnel is geworden is überhaupt door burgers bepaald. Hoewel participatietrajecten lang niet altijd slagen in hun opzet, kregen wij 109 burgerideeën binnen waarmee we aan de slag zijn gegaan.”

Daarop zijn de betrokken partijen eerst gaan kijken hoe er energie bespaart kon worden, vertelt Pos. “Daarna hebben we in samenwerking met Rijkswaterstaat de energieopwek gerealiseerd met zonnepanelen.” Dat lijkt simpel, maar dat vroeg een hele andere mindset.

“Eerder hebben we als Rijkswaterstaat juist geen energieopwekker willen zijn, dat kopen we wel in was het idee”, aldus Van der Voorn. “Nu we eigen duurzaamheidsdoelstellingen hebben, moesten we op zoek naar een plaats voor alle zonnepanelen, met aandacht voor landschapsvertroebeling.”

De zonnepanelen komen uiteindelijk op en rondom de tunnel die in het Lage Bergse Bos ligt. Ook komt er een groene inrichting met bomen, struiken en weides op zowel het tunneldak van de tunnel als de taluds.

Het Transferium Deutersestraat
Het Transferium Deutersestraat in Den Bosch is de eerste energiepositieve mobiliteitshub in Nederland, waarbij opwek, opslag- en laadsystemen slim wordt gecombineerd.

Het energieoverschot wordt lokaal opgeslagen en op slimme wijze gebruikt voor het opladen van fietsen, auto’s en transferiumbussen en fungeert zo als batterij voor de stad. Een gecombineerde aanpak van duurzame energieopwek en het mobiliteitsvraagstuk wordt door steeds meer mensen gezien als hét toekomstperspectief.

Het verhoogd immers het aanbod hernieuwbare energie én voorkomt netcongestie, maar dat idee is nog maar vrij recent geland. “We zijn het project gestart toen er net een jaar Tesla’s rondreden en vrijwel niemand wist wat een laadpaal was”, aldus Steven Twigge, business designer bij Switch Energy.

“Het voordeel van dit soort kleinere projecten is het overzicht”, stelt hij. Twigge wijst hierbij op Lelystad Airport, dat zo groot is dat het uit meerdere deelprojecten bestaat. Het hele complex heeft hierdoor slechts 75 zonnepanelen, omdat niemand zich er verantwoordelijk voelde voor de duurzame energieopwek. “Iedereen had zijn eigen targets gehaald”, maar zonder centraal plan waarin óók ruimte is voor hernieuwbare energie, kwam het niet van de grond.