Verplicht hernieuwbare energie opwekken bij ingrijpende renovaties, wat betekent dat?

29.04.2021 Jan de Wit

Verplicht hernieuwbare energie opwekken bij ingrijpende renovaties, wat betekent dat?

Per 30 juni 2021 is het de bedoeling om een verplichting in te voeren voor het opwekken van hernieuwbare energie bij een ingrijpende renovatie. Dat maakte minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Kajsa Ollongren onlangs bekend. Betekent dit dat er bij het opknappen van de schuur ook zonnepanelen moeten worden aangeschaft? Bouwrechtadvocaat Franko Zivkovic-Laurenta van Wieringa Advocaten denkt niet dat dit zo’n vaart zal lopen.

De verplichting vloeit voort uit de EU-richtlijn Renewable Energy Directive II (RED II) en zal worden opgenomen in het Bouwbesluit 2012 en het Besluit Bouwwerken leefomgeving. Het advies van de Raad van State moet nog komen en definitieve vaststelling moet nog plaatsvinden, maar de verwachting is dat dit geen vertraging of grote aanpassingen op zal leveren.

Met dit besluit wil de Europese Unie aan de doelen van het Akkoord van Parijs werken en de CO2-uitstoot verminderen. “Ook de bouwsector moet verder verduurzamen”, stelt Zivkovic-Laurenta. “Met een richtlijn als de RED II stuurt de EU targets en een soort keuzemenu met oplossingen naar de lidstaten. Als lidstaat kun je dan kiezen hoe je die targets wil bereiken.

Hoewel er nog wel een slag te slaan is met de duurzaamheidsopgave in de gebouwensector, is het wel geland. Voor nieuwbouw zijn er al nieuwe normen gesteld en die worden steeds strenger. Het lijkt me zeer terecht dat die opgave nu ook wordt meegenomen in renovaties. Zowel residentieel als zakelijk. Of je kantoren nou gaat renoveren of er huizen van maakt, volgens mij is het niet meer dan logisch om het opwekken van hernieuwbare energie dan ook in de aanvraag op te nemen.”

Ingrijpende renovatie
Verplicht hernieuwbare energie bij een ingrijpende renovatie, wat is daarvan de definitie? Wanneer is een renovatie ingrijpend? Zivkovic-Laurenta: “Nederland heeft gekozen om voor de definitie van ‘ingrijpende renovatie’ uit te gaan van 25 procent van de oppervlakte van de gebouwschil. Wanneer je dus 25 procent of meer van de oppervlakte van de gebouwschil wil renoveren, ben je verplicht een x-aantal KWh aan hernieuwbare energie per meter oppervlakte per jaar op te gaan wekken. Tenzij niet minimaal een derde van de afgiftelichamen aangepast wordt, dit zijn de laatste schakels in de warmte- en koudesystemen, zoals airco’s, vloerverwarming en radiatoren.”

Er waren meer opties. Nederland had er ook voor kunnen kiezen om voor de definitie van ‘ingrijpende renovatie’ uit te gaan van 25 procent van de waarde van het gebouw. Om voor de dubbele eis van renovatie aan de gebouwschil en de afgiftelichamen te kiezen heeft Nederland echter niet toegelicht in het besluit. “Ik denk dat het een combinatie is van de financiële en praktische haalbaarheid.

“Stel iemand voert een zeer luxe interne verbouwing uit aan een woning, dan neemt de waarde van dat huis misschien wel met 25 procent toe, maar moet diegene dan ook zonnepanelen gaan installeren? Dan begin je aan een hele andere renovatie, dat is niet praktisch en kan heel prijzig uitpakken. Veel oude gebouwen kunnen van binnen grootschalig en kostbaar worden gerenoveerd, zonder dat de schil wordt aangepakt.

“Uitgaan van het waardecriterium van 25 procent zou in dit soort gevallen het aantal ingrijpende renovaties afremmen en dat is niet het doel. De waarde van het gebouw zegt in die zin niks over de haalbaarheid van de renovatie. Die dubbele eis van renovatie aan de gebouwschil en de afgiftelichamen zit veel dichter tegen het doel aan om ook renovaties te verduurzamen.”

Bereidheid
Zivkovic-Laurenta ziet ook wel een bepaalde bereidheid in de bouwsector om met duurzaamheid aan de slag te gaan. “De meesten zien wel in dat duurzaam bouwen de toekomst heeft en willen er in mee gaan. Hun klanten verwachten dat ook; een duurzaam gebouw voor een groenere wereld en lagere energielasten.”

Maar er gaan geheid discussies ontstaan. De overheid wil zoveel mogelijk projecten als ingrijpende renovatie willen bestempelen en sommige bouwers zullen onder die 25 procent willen blijven zitten. “In die zin brengt dit besluit twee risico’s met zich mee. Dat renovaties net minder dan 25 procent van de gebouwschil aanpakken of dat er meer met getrapte renovaties gewerkt gaat worden. Dat je de hele gebouwschil aanpakt, maar de warmte- en koudesystemen links laat liggen. Om die een jaar later aan te pakken. In de huidige documentatie zie ik daar nog geen oplossing voor, dus dat is nog echt een maas in de nieuwe regels.”

Dat kan wellicht geld besparen, omdat de verplichting om hernieuwbare energie op te nemen in de aanvraag dan vervalt. Het heeft ook echt duidelijke nadelen. Vergunningen, renoveren en de hinder voor de bedrijfsactiviteit gaan ook keer twee. Toch zullen de meesten het in één keer goed willen doen.

“Stel bij handhaving blijkt dat je ook hernieuwbare energie in de aanvraag had moeten opnemen, dan moet je zoveel opnieuw overhoop halen. Maar als de vergunning verleend is, dan mag je ervan uitgaan dat er voldoende getoetst is. Een groot deel van de bouwsector wil zelf verduurzamen en dit besluit is daarvoor ook niet de enige duurzaamheidseis.”

Vergunning aanvragen
De gebouwschil kan bestaan uit gevels – inclusief ramen en deuren, daken en vloeren. “De gemeente toetst het percentage dan op basis van de bouwvergunning, maar met een gevelaanpassing zit je zo over die 25 procent heen. Ik vermoed dat wij hier wel regelmatig mee te maken krijgen.” Maar eerst moet de gemeente natuurlijk een vergunning verstrekken. Om erachter te komen of het opwekken van hernieuwbare energie in de aanvraag verwerkt moet worden, zijn er een aantal rekentools ontwikkeld die met de architect te raadplegen zijn.

“De rekentool berekent een minimale hoeveelheid hernieuwbare energie uit zonnewarmte en pv”, zo legt Zivkovic-Laurenta uit. “Energieopbrengst uit zonnewarmte is hier de maatgevende techniek om de minimale benodigde hoeveelheid te bepalen. Dat wordt uitgedrukt in KWh per gebruiksoppervlak per jaar. Er zijn wel omstandigheden die ervoor kunnen zorgen dat je daar niet aan hoeft te voldoen. De regels zijn zo dat het niet perse met zonnewarmte hoeft; zonnewarmte wordt alleen als rekentool gebruikt. Het kan zijn dat het dak niet groot genoeg is voor het aantal benodigde zonnepanelen, dan kun je het gebouw ook aansluiten op een warmtenet.

“Een ander punt kan zijn dat je met een rijksmonument of beschermde dorps- of stadsgezichten te maken hebt. In het geval van zulke technische of gebouwgebonden belemmeringen moet je met alternatieven komen om hernieuwbare energie op te wekken of kun je in overleg met de architect en de gemeente naar afwijkingsmogelijkheden kijken. Zo wordt er per gebouw in overleg en met behulp van rekentools maatwerk geleverd. Ik verwacht dat wij regelmatig zullen moeten beoordelen of de eisen van de overheid in dat proces terecht zijn.”

Doorslaggevende voorwaarden
Om zoveel mogelijk renovaties te verduurzamen heeft de overheid een aantal voorwaarden gesteld waardoor er kan worden afgeweken van de hoeveelheid op te wekken hernieuwbare energie. Dat klinkt paradoxaal, maar heeft voornamelijk met de praktische en financiële haalbaarheid te maken. “Anders zal het aantal renovaties dalen en dat zou dan weer ten koste gaan van de doelmatigheid van dit besluit.

“In een enkel geval kan blijken dat de verduurzamende maatregelen niet binnen tien jaar kunnen worden terugverdiend. Alleen de kosten en opbrengsten van de verduurzamende maatregelen – zoals zonnepanelen – worden dan tegen elkaar weggestreept. Dat kan een reden zijn tot afwijking van de plicht tot hernieuwbare energie, omdat de financiële haalbaarheid belangrijk wordt gevonden.

“Het is daarom ook goed om je te realiseren dat maatwerk niet betekent dat de eis van op te wekken hernieuwbare energie niet naar nul gaat, maar wordt aangepast naar wat praktisch haalbaar wordt geacht. En mocht het nou voorkomen dat de opgewekte hoeveelheid hernieuwbare energie lager uitpakt dan verwacht, dan denk ik niet dat dat tot problemen leidt. Er is immers een vergunning voor de renovatie gegeven.”

Franko Zivkovic-Laurenta is werkzaam bij Wieringa Advocaten en gespecialiseerd in bouw- en vastgoedrecht, omgevingsrecht en ruimtelijke ordening.