We zijn vice-wereldkampioen zonnepanelen, maar de ‘vergeten huurder’ staat vooralsnog buitenspel

01.12.2022 Guido Broek

We zijn vice-wereldkampioen zonnepanelen, maar de ‘vergeten huurder’ staat vooralsnog buitenspel

Hoe het onze voetballers in Qatar vergaat moeten we nog maar afwachten, maar als we het over zonnepanelen hebben, behoort Nederland in ieder geval nog altijd tot de absolute wereldtop. In Europa hebben wij de meeste zonnepanelen per inwoner en wereldwijd blijft alleen Australië ons voor. Op het eerste oog hebben we het dan ook goed voor elkaar.

We profiteren nog allemaal van de salderingsregeling en kennen een snelgroeiende, innovatieve ‘smart energy sector’ waar steeds meer geïntegreerd over opwek, opslag, opladen en opwarmen nagedacht wordt.

Kortom, de energietransitie is in volle gang en biedt legio kansen, maar kent ook dito groeipijnen waarvan er sommigen wel heel hardnekkig zijn.

Tussen wal en schip
Als we iets kritischer kijken, kan je je afvragen in hoeverre zonnestroom voor iedere consument in Nederland toegankelijk is. Van de 7,4 miljoen woningen die ons land telt, is ongeveer 3,5 miljoen in bezit van een commerciële partij of woningcorporatie.

De huurder van zo’n woning heeft uiteraard minder of geen invloed op de keuze voor zon en kan zodoende ook minder ondernemen om de gestegen energiekosten het hoofd te bieden. Dit terwijl juist de sociale huurder dit financiële voordeel goed kan gebruiken.

Gelukkig zijn corporaties en vastgoedinvesteerders in toenemende mate overtuigd van de businesscase, de nood om te verduurzamen en, of het sociaal-financiële aspect en wordt er flink doorgepakt met installeren. En toch is er een grote groep huurders die buiten de boot valt omdat het ‘bezit’ dat men huurt zich niet kwalificeert voor een zonnepaneelinstallatie.

Die groep heeft de pech een woning te huren die op de nominatie staat om gerenoveerd te worden tussen nu en ongeveer vijftien jaar. Gezien het meerjarenbeleid van woningcorporaties en vastgoedbeleggers een begrijpelijke keuze. De levensduur van een nieuw dak en zonnepaneelinstallatie zijn beiden langer dan twintig jaar en wil je zo veel mogelijk op elkaar aan laten sluiten.

En toch is het vreemd: Economisch gezien is de terugverdientijd in de particuliere sector vijf tot zeven jaar, maar we krijgen de businesscase voor een huurwoning voor de komende tien à vijftien jaar niet rond.

Op basis van onderzoek van Dutch New Energy Research en Aedes en een rondgang langs corporaties, schat ik dat zo’n 150 tot 200.00 huurders tot deze groep behoren. Wetende dat onder sociale huurders meer energiearmoede heerst, zouden we als sector samen met woningcorporaties de sociale plicht moeten hebben oplossingen te vinden.

Het nieuwe businessmodel
Hoe we in de keten samenwerken met corporaties, is onderdeel van het probleem, maar – mijns inziens – óók van de oplossing. De focus en dus het verdienmodel van de handels-, project-, marketing- en installatieketen is vooral gericht op de eenmalige transactie: het verkopen van een product of het installeren van een systeem.

Dat terwijl het gehele systeem een waarde kent van meer dan twintig jaar en de corporatie de huurder een blijvend functionerend systeem aan wil bieden. Aan de andere kant is het de corporatie die op basis van historische data een businesscase goed- of afkeurt. Het interne beleid van de financiële of inkoopafdeling viert dan de boventoon.

De dynamische, onzekere tijden waar we ons nu in (gaan) begeven, laten zich echter lastig vangen in deze werkwijze. Zo zijn de energietarieven ongekend hoog (en zullen nog lang blijven schommelen) en wordt de restwaarde van – in de toekomst – zeer schaarse metalen niet meegenomen in de businesscase.

Koper en aluminium zijn nu al schaarse grondstoffen, laat staan over tien à vijftien jaar: zou die omvormer of onderconstructie straks niets meer waard zijn? Óf heb je straks juist verborgen waarde in bezit waar veel vraag naar is, en die je weer kan inzetten om de terugreis of vervanging van het systeem te organiseren?

Er is niemand die twijfelt aan de positieve bijdrage van zonnepanelen. Stel inderdaad dat er, tot het dak over vijftien jaar gerenoveerd wordt, 2.000 kilowattuur per jaar gegenereerd wordt, dan staat dat – conservatief gerekend met 0,30 euro – gelijk aan 9.000 euro aan energieopbrengst.

Dan moet er toch een andere manier zijn om af te schrijven, een product of dienst aan te bieden en, of te installeren? Een andere manier van financiering; sleutelen aan het product- en, of serviceaanbod, en rekening houden met de kosten en opbrengsten van het economisch einde van het systeem. Met een dosis creativiteit is er in de keten veel op te lossen voor deze groep vergeten huurders.

Op een ander manier naar eigendom, waarde, toekomst en mogelijkheden in de keten kijken, biedt veel kansen voor de sector én maakt zonnestroom bereikbaar voor doelgroepen die nu buiten de boot vallen. Daar is anders- of omdenken hard voor nodig.

Gelukkig staan woningcorporaties steeds meer open voor gezamenlijke innovaties zodat we de komende jaren niet alleen vele complexen gerenoveerd zien worden, maar in de tussentijd de betreffende huurder toch blij kunnen maken met een zonnepaneelsysteem.