Zelfs in een bewogen pandemiejaar blijft de uitrol van PV groeien

21.09.2021 Jan de Wit

Zelfs in een bewogen pandemiejaar blijft de uitrol van PV groeien

Op de Solar Busines Day presenteerde Dutch New Energy Research (DNE Research) het Nationaal Solar Trendrapport 2021, met de belangrijkste cijfers, trends en analyses uit de zonne-energiesector. Solar365 bespreekt de zeven belangrijkste trends uit het rapport met hoofdonderzoeker Steven Heshusius.

Onlangs kwam DNE Research met een geüpdatete versie van hun 5-year forecast van de Nederlandse zonne-energiesector. Directeur van Dutch New Energy Research, Rolf Heynen, zag dat de vraagafname door COVID-19 vorig jaar de PV-markt minder hard raakte dan in eerste instantie werd gedacht. "De sector drijft op een residentiële sector die sterker is dan verwacht."

Dit leidde vorige maand zelfs tot een nieuw mijlpaal voor de residentiële sector, het 1,5 miljoenste huishouden met zonnepanelen. De cijfers geven Heshusius reden tot extra optimisme, waar de potentie van zonne-energie vaak wordt onderschat, is dat zelfs (tot op zekere hoogte) in tijden van een pandemie het geval.

1.            In 2020 werd 3,5 GW aan zonnestroomvermogen bijgeplaatst
“Dat aantal was voor ons enigszins onverwacht, want het is een bewogen jaar geweest. Uit de eerste marktuitvraag kregen we sceptische geluiden te horen. De teneur was dat als we een vergelijkbaar resultaat als in 2019 zouden neerzetten, dat dat al een fantastisch resultaat zou zijn. COVID-19 lijkt door 2020 heen een groeiend positief effect te hebben gehad op huishoudens, zij konden hun vakantiegeld niet uitgeven en hebben dat gestoken in het verduurzamen van hun huis.

Commercieel was de groei weliswaar minder dan het jaar ervoor, maar op basis van wat er nog aan projecten in de pijplijn zit, lijkt de impact van COVID-19 uiteindelijk niet heel groot. Wellicht hebben er her en der projecten vertraging opgelopen, maar er is tijdens de pandemie ook ruimte gekomen om projecten met een langere looptijd te realiseren.”

2.            Het cumulatief zonnestroomvermogen komt uit op 10,7 GW
“De doelstelling uit het Klimaatakkoord is dat driekwart van de elektriciteitsvraag (120 terrawattuur) uit hernieuwbare energie komt in 2030, oorspronkelijk werd daarbij rekening gehouden met 22 tot 26 gigawatt opwek uit PV. In het huidige ontwikkelingstempo wordt dit doel al voor 2025 bereikt.  

Ondertussen adviseerde de Stuurgroep Extra Opgave begin dit jaar om rekening te houden met een extra 42 terawattuur aan elektriciteitsvraag, bovenop de huidige doelstelling. Wanneer de vraag inderdaad toeneemt, is er ook aanzienlijk meer hernieuwbare capaciteit nodig om hieraan te voldoen. Het idee is om te kijken niet alleen te kijken naar wat moet maar ook wat er mogelijk is als we de energietransitie willen versnellen.”

3.            Het hoger geïnstalleerd vermogen gaat gepaard met een groei in werkgelegenheid
“Meer panelen betekent meer personeel, omdat installateurs een maximum hebben wat betreft het aantal installaties dat ze per dag kunnen doen. Twee zonne-energiesystemen per dag is normaal, dat is ongeveer 10 tot 12 zonnepanelen. Tegelijk hebben we in Nederland te maken met een technisch personeelstekort, dus het blijft goed om in de gaten te houden of het hier gaat om potentiële of benutte werkgelegenheid.”

4.            Zowel de residentiële als de commerciële kende ondanks beperkingen als gevolg van de COVID-19-uitbraak een recordjaar
“Ten opzichte van onze 5-year forecast heeft de COVID-19-uitbraak nauwelijks impact, ondanks het negatieve sentiment dat we uit de markt hoorden. Dat sentiment was toen ook heel reëel, want wereldwijd moesten legploegen thuisblijven. Toch moeten we het komende jaar op hick-ups blijven letten, verstoringen in bijvoorbeeld de logistieke ondersteuning kunnen ook later echt impact krijgen.”

Lees ook: ‘De financiën (her)structureren wordt steeds belangrijker’

5.            Hoewel nieuwe beleidsmaatregelen en infrastructuur knelpunten op het elektriciteitsnet helpen oplossen, stijgt het aantal probleemgebieden
“Als je het sentiment peilt dan zeggen mensen dat het nu al vertragend werkt, maar als je dat feitelijk bekijkt, dan zie je dat de impact voorlopig nog meevalt. Bij de SDE++ in 2020 kreeg 17 procent van de projecten geen transportindicaties, het toegekende aantal lag nog altijd boven het gemiddelde van de voorgaande rondes. Al biedt toekenning geen strikte garantie meer op aansluiting, opent dit wel de dialoog hoe we tot meer hernieuwbare opwek komen binnen een bepaald tijdsframe.

Er komen wel steeds meer probleemgebieden waar meer schuring is, maar de aanpak van COVID-19 laat zien dat als het moet, er veel meer kan. Netcongestie leidt ook tot een meer flexibele aanpak met creatieve aansluitingen, dubbel ruimtegebruik, etc. Iedereen in de sector heeft hier hetzelfde doel voor ogen, namelijk het doen laten slagen van de energietransitie, dus ik ben optimistisch dat er oplossingen blijven worden gevonden.”

Lees ook: ‘Ook in een energiemix met veel zonne-energie blijft stabiliteit heel belangrijk’

6.            Hoge opwek van zonnestroom in combinatie met een afname in elektriciteitsvraag leidde in het voorjaar tot lagere prijzen voor zonnestroom
“Volatiliteit in elektriciteitsprijzen gaat een steeds grotere rol spelen de komende jaren. Voor grootschalige opwek wordt het belangrijker om dynamische met de productie om te gaan, bijvoorbeeld door bewust afschakelen tijdens piekmomenten in de opwek. Consument zullen hier overigens, zolang de volatiliteit niet wordt vertaald in flexibele prijzen, niet veel van merken.

Wanneer dit wel gebeurd – en de salderingsregeling wordt afgebouwd – ontstaan er prikkels voor vormen van opslag. Daarbij geldt, hoe kleiner het saldeervoordeel, hoe aantrekkelijker het wordt om een PV-systeem met batterij aan te schaffen.”

Lees ook: ‘Bouw de salderingsregeling gecontroleerd af om de energietransitie niet te vertragen’

7.            Om de productiecapaciteit van zonnestroom verder uit te breiden moet er meer veranderen dan puur het aantal geïnstalleerde panelen
“Het is een verandering in denken, een andere mindset. Om maximaal op de energietransitie in te zetten was het doel altijd om het aantal geïnstalleerde panelen en hun systeemefficiëntie te maximaliseren.

De volgende stap is om van het maximaliseren van kwantiteit af te stappen, maar ook naar kwaliteit in de brede zin te gaan kijken. Denk hierbij aan dubbel ruimtegebruik van systemen, esthetisch fraaiere installaties – bijvoorbeeld in façades en het landschap, recyclebaar, in een korte, milieuvriendelijke productie- en leveringsketen onder de juiste arbeidsomstandigheden.”