Zonnepanelen niet op de kas, maar hoe dan wel?

11.12.2020 Norbert Cuiper

Zonnepanelen niet op de kas, maar hoe dan wel?

Tuinders plaatsen zonnepanelen niet op hun kassen, maar vooral op loodsen en ketelhuizen. Sommige tuinders bedenken andere, ingenieuze constructies met PV, zegt Jan van Uffelen.

“Zonne-energie is niet mijn core business. Het komt erbij,” zegt Jan van Uffelen. Hij is voormalig mede-eigenaar van Wolters Kassenbouw en is nu samen met z’n zoon eigenaar van Holland Noord Projects. Hij houdt zich bezig met renovatie en verbouwingen van bestaande kassen en loodsen, maar bouwt soms ook nieuwe kassen en loodsen voor vooral tulpenbroeiers (tulpenkwekers, red). Daarnaast vervangt hij asbestdaken van oude schuren door nieuwe daken met nokluchtingen. Van Uffelen: “Dan kunnen er ook gelijk zonnepanelen op voor eigen verbruik, maar in de praktijk gebeurt dat weinig. Als tuinders zonnepanelen installeren is dat vooral op loodsen, werkplaatsen en andere plekken, maar nauwelijks op kassen, omdat die licht nodig hebben voor de groei van planten.”

Integratie panelen in dak

Alleen bij gewassen die niet veel licht nodig hebben, zoals voor de kweek van sla en perkplanten, kunnen zonnepanelen worden geïntegreerd in het dak van de kas, zegt Van Uffelen. “Dat kan door gebruik te maken van bestaande daksystemen, waarbij de zonnepanelen worden gemonteerd op de goten en de kasconstructie. Dit wordt veel in Frankrijk gedaan, waar kwekers subsidie krijgen om zonnepanelen te plaatsen op hun kassen. Hierbij is één kant van de nok altijd helder glas, terwijl de andere kant bedekt is met panelen. Niet beide zijden, want tuinders hebben ook licht nodig en moeten altijd een raam kunnen openzetten om te luchten, teneinde het niet te warm te laten worden in de kas.”

Nieuwe of bestaande kassen

Het is handiger en interessanter om nieuwe kassen te voorzien van zonnepanelen, concludeert van Uffelen. “Het is lastig en kostbaar om bestaande kassen te voorzien van PV. De panelen passen vaak niet goed op het geraamte, waardoor extra beugels boven de bestaande dakruiten nodig zijn om ze te kunnen monteren. Ook betekent de montage van zonnepanelen een extra belasting op de kasconstructie, waardoor het glas kan breken.” Van Uffelen vertelt over een kweker in Friesland, die normale zonnepanelen monteerde op zijn kas. De kasconstructie was hier niet op berekend, zeker niet in combinatie met sneeuwval. “Het werd een dure grap om dit te herstellen,” aldus Van Uffelen.

Eisen verzekeraar

Ook bij een kweker in Drenthe ging het fout, weet van Uffelen. “Hij wilde zijn hele kas volleggen met zonnepanelen. Hiervoor moest hij alles opnieuw monteren. De zonnepanelen waren zwaarder en dikker dan de ramen van zijn kas. Eventuele sneeuwval zou de belasting nog hoger maken. Toen de kweker dit wilde verzekeren had hij een probleem: de constructie voldeed niet aan de eisen van de verzekeraar.” Van Uffelen adviseert kwekers die willen investeren in zonnepanelen om eerst hun plan voor te leggen aan een verzekeraar, alvorens het plan uit te voeren. “Een kweker kan wel denken dat de constructie het houdt, maar de verzekeraar stelt daar concrete voorwaarden aan.”

Hoe dan wel?

Zonnepanelen op kassen komt dus nauwelijks voor, zegt van Uffelen. De tuinders die wel zonnepanelen installeren doen dat in 99 procent op bedrijfshallen, schuren en ketelhuizen. Er zijn ook kwekers die panelen plaatsen in een weiland, al moet dat passen in het bestemmingsplan. Sommige tuinders gaan daar heel creatief mee om. Van Uffelen: “In Luttelgeest wilde een kweker een zonneweide aanleggen, maar de gemeente werkte niet mee omdat de grond bedoeld was voor de opvang van water. De kweker bedacht een truc: hij maakte een laag waterbassin met circa 20 cm water door rondom dijken te graven. Hij zette daarna het bassin vol met zonnepanelen op betonnen pootjes in het water.”

Drijvende PV-systemen

Krijgen dit soort creatieve oplossingen navolging? “Dat hangt af van de gemeenten, die onderling kunnen verschillen in de manier waarop ze met het bestemmingsplan omgaan,” zegt Van Uffelen. Volgens hem zijn er her en der kwekers met drijvende PV-systemen. Deze ‘drijvers’ zijn gerealiseerd in een gegraven wateropslagbassin. “Dit zijn mogelijkheden die tuinders kunnen benutten. Voordeel hiervan is dat er minder verdamping van het water optreedt doordat het bassin is afgedicht met de drijvers. Wel schommelt het drijvende PV-systeem mee met de hoogte van het water.”

Vraag vanuit tuinders

Van Uffelen heeft bij zo’n twaalf kwekers zonnepanelen gemonteerd. Dat gebeurt volgens hem meestal pas als de tuinders daarom vragen. Hij betrekt de zonnepanelen van groothandel Libra Energy. Een enkele keer bedient Van Uffelen ook particulieren en andere partijen. Hij herinnert zich een zorginstelling in Twente, die een kas wilde bouwen waarvan 260 vierkante meter met een geïsoleerd knikdaksysteem. Van Uffelen nam de opdracht aan. “Tijdens de bouw werd gevraagd of daar ook zonnepanelen op konden. Dat werd een systeem met negentig zonnepanelen.”

Potentie groot, animo laag

Volgens AgriDirect investeert slechts 20 procent van de glastuinders in zonnepanelen. Volgens Van Uffelen is er veel meer potentie. “Ik zie zoveel loodsen zonder panelen. Dat valt me op. Ook in het Friese Berlikum waar ik woon is er slechts één tuinder met zonnepanelen. Er zijn wel enkele tuinders die met houtstook ketels groene stroom maken, maar de rest doet niks.” Van Uffelen begrijpt wel waarom de animo onder tuinders voor zonnepanelen zo laag is. “De stroomprijs is met 2,5 cent per kilowattuur laag. Elektriciteit uit het net is te goedkoop. Zonnepanelen worden voor tuinders pas interessant als het project groot is, zodat ze subsidie kunnen aanvragen.”

Schans met 1500 panelen

Sommige tuinders zijn ook daarin heel creatief. In opdracht van een tulpenkweker uit Slootdorp maakte Van Uffelen over een wateropslagbassin een schans van 24 meter bij 70 meter, waarop 1500 PV-panelen werden geplaatst. De zes meter hoge schans is te zien vanaf de snelweg A7 bij Wieringerwerf. Van Uffelen noemt dit project ‘een interessant ding’. “De daken van z'n loodsen lagen al vol met zonnepanelen. De SDE-subsidie was verstrekt voor nog eens 1500 panelen. Hij zou binnen drie jaar een extra loods bouwen waar deze panelen op gemonteerd zouden worden. Die loods werd uiteindelijk een schans over z'n wateropvangbassin.”

Waarschuwing

Van Uffelen waarschuwt tuinders voor het verlopen van de SDE-subsidie. Tussen aanvraag en realisatie mag maximaal drie jaar zitten, zegt hij. Daarnaast bestaat er het risico dat de netbeheerder een zonneproject kan afschakelen als het elektriciteitsnet vol raakt. Dan loopt de tuinder een deel van de subsidie mis. Vooral in het noorden van Nederland is dit een probleem, zegt Van Uffelen. “De zonnepanelen kunnen hun stroom dan niet kwijt aan het net. Om de zonnestroom direct te gebruiken ligt het verbruik bij tuinders overdag te laag.”

Voorlichting kan beter

Tuinders worden vanuit de overheid niet of nauwelijks voorgelicht over de SDE-subsidie, zegt Van Uffelen. “Ze krijgen meestal informatie van andere kwekers of van PV-leveranciers. De overheid doet te weinig aan voorlichting naar de tuinders toe.” De overheid kan volgens hem veel transparanter zijn over subsidies en oplossingen om het gebruik van zonnepanelen in de glastuinbouw te stimuleren. Gemeenten en provincies zouden hierin een rol kunnen pakken, denkt Van Uffelen.

Opslag in batterijen

Van Uffelen denkt niet dat meer tuinders zonnepanelen gaan gebruiken door de eigen consumptie te stimuleren via een aanpassing in de SDE-regeling. Volgens hem ligt de oplossing meer in het rendabel maken van opslag. “Tuinders met lampen in hun kassen hebben een te hoog verbruik. Overdag zouden ze hun verbruik gedeeltelijk kunnen dekken met zonnepanelen, maar ’s nachts hebben ze nog steeds elektriciteit nodig. Die halen ze dan uit het net of hun eigen gasgestookte wkk. De oplossing hiervoor ligt in opslag in batterijen. Met batterijen kunnen tuinders beter verduurzamen.”