‘Subsidieer gelijk fors, dat biedt de meeste langetermijnvoordelen’

31.05.2021 Jan de Wit

‘Subsidieer gelijk fors, dat biedt de meeste langetermijnvoordelen’

Dat concluderen onderzoekers van het Rochester Institute of Technology in hun studie What is the optimal subsidy for residential solar? De hoge kosten in de beginfase worden ruimschoots gecompenseerd door toekomstige besparingen, waardoor hogere subsidies uiteindelijk de goedkopere optie blijkt.

De onderzoekers ontwikkelden een kosten-batenanalyse van subsidies voor residentiële zonne-energie in de VS in de periode 2018-2047. In hun ogen zijn de resultaten tot op zekere hoogte goed door te vertalen naar andere landen en vormen van hernieuwbare energie.

Op basis van bestaande subsidies voor zonne-energie vonden ze de optimale subsidieregeling vanaf het jaar 2018. Het onderzoek houdt rekening met technologische vooruitgang, acceptatie door de consument en afnemende kosten door vermindering van koolstofemissies.

Er moet wel een kleine slag om de arm gehouden worden, zo erkennen de onderzoekers. Hoewel het onderzoek met zeer veel aspecten rekening houden, van de elektriciteitsprijs tot de transportkosten ervan, houdt het geen rekening met politieke belangen.

De optimale subsidie begint hoger en daalt meer geleidelijk, waardoor de kosten voor de sector in het begin laag zijn en technologische ontwikkeling een vliegende start krijgt. “Door de vroege, hoge subsidie ontwikkelt de technologie zich veel sneller”, stelt co-auteur Eric Hittinger op Twitter. “Dit moet ook in toekomstige modellen worden meegenomen.”

Langetermijnvoordelen
Het versnellende effect van vroege, forse subsidies is eigenlijk op basis van een eenvoudig economisch idee, namelijk dat het herinvesteren van winst tot meer winst kan leiden. “Als je zonnepanelen subsidieert, kopen meer mensen zonnepanelen”, stelt Hittinger. “Meer verkoop biedt ruimte voor prijsdalingen, waardoor toekomstige verkoop ook weer waarschijnlijker wordt.”

Subsidiëring van zonnepanelen levert volgens hem zelfs een dubbel voordeel op. “Ten eerste gaat het om hernieuwbare energie, waarmee je dus uitstoot voorkomt. Ten tweede draagt het bij aan een snellere prijsdaling en een potentieel stijgende verkoop.” Voorkomen uitstoot hoeft niet gecompenseerd of afgevangen worden in de toekomst, waardoor het op langere termijn kostenbesparend is. In figuur 1 is het verschil te zien met het scenario waarin de Amerikaanse belastingbesparing – de Federal Taks Credit (FTC) – van 30 procent wordt doorgetrokken.

“Uit onze studie blijkt dat de belastingbesparing van 30 procent voor de aanschaf van zonnepanelen in 2012 te laag was, maar nu juist te hoog is. In de beginfase had de subsidie nog veel hoger moeten liggen om nu nog verder te zijn technologische innovaties. De reden dat we subsidie dan langzaam kunnen uitfaseren is dat zonnepanelen dusdanig goedkoop zijn, dat ze op zichzelf al aantrekkelijk genoeg zijn.”

In het optimale subsidiescenario heeft de technologie en de prijs van PV een vergelijkbare ontwikkeling doorgemaakt als de doorlopende subsidie. Het optimale scenario kost de Amerikaanse overheid echter 14 miljard dollar, terwijl het doorlopende scenario 40 miljard dollar kost. Een vroege en hogere subsidie is volgens het model van de onderzoekers dus op de lange termijn aantrekkelijker.

Grenzen
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat het voordeel van de subsidie wegvalt wanneer de discontovoet – kosten-batenanalyse van de verwachte maatschappelijke waarde – lager is dan 5 procent, de jaarlijkse technologische ontwikkeling lager is dan 6 procent of de maatschappelijke koolstofkosten lager dan $30/ton zijn.

Tekenend voor de ontwikkeling van zonnetechnologie is dat deze veel hoger ligt volgens Hittinger: “Wij zagen een leertempo van 15 procent.” Maar wanneer het optimale subsidiescenario was gevolgd, had dit tempo volgens het model nog hoger kunnen liggen.

Indirecte besparingen
Uit een tweede vergelijk van het optimale subsidiescenario met de geplande en plotse afbouw van de FTC vallen ook interessante conclusies te trekken. De ontwikkelingen zijn weer vergelijkbaar, maar de kosten op de lange termijn vallen weer lager uit.

“Ons model laat zien dat technologische ontwikkeling het grootste voordeel – weegt voor ongeveer 95 procent – is van een subsidie in 2012”, zo legt Hittinger uit. “Van een subsidie in 2018 is dit nog steeds 50 procent. Dit voordeel werkt door omdat technologische ontwikkeling een grotere uitstootbesparing én prijsdaling mogelijk maakt.”

Een vroege en flinke subsidie stimuleert dus de technische ontwikkeling en de verkoop, die weer een zelfversterkend effect heeft waardoor meer uitstoot kan voorkomen en de noodzaak van subsidie versnelt daalt. Het optimale scenario biedt in die zin directe en indirecte voordelen. “De aanschaf van zonnepanelen voor één huis heeft daarom een veel breder effect dan alleen op dat ene huis”, aldus Hittinger.