‘We hebben schone groene panelen nodig’

07.12.2021 Jan de Wit

‘We hebben schone groene panelen nodig’
©Sonnenstromfabrik

De energietransitie is in volle gang en de uitrol van zonnepanelen gaat voorspoedig, ziet ook Bernhard Weilharter, directeur van Sonnenstromfabrik. Toch is hij niet tevreden. Zonnepanelen zijn bedoeld als bron van groene stroom, maar worden zelf lang niet altijd schoon geproduceerd. Als Europa écht schone hernieuwbare energie wil, dan moet het “stoppen met ‘vuile’ en goedkope Chinese panelen importeren”.

Uit een recente studie van het Fraunhofer Institute for Solar Energy Systems bleek dat Europese silicium PV-modules tot 40 procent minder CO2 genereren dan modules geproduceerd in China.

Sonnenstromfabrik zet al sinds zijn oprichting in op een lage CO2-voetafdruk, vertelt Weilharter. “De CO2-uitstoot bij de productie is 40 procent lager dan bij de Duitse concurrenten. Vergeleken met leveranciers uit China stoot onze fabriek zelfs 70 procent minder CO2 uit.”

De belangrijkste factoren zijn de CO2-uitstoot tijdens de productie en transport, en een langere levensduur. Met name glas-glas PV-modules zonder aluminium frame hebben een bijzonder goede CO2-footprint, omdat het de energie-intensieve productie van het frame scheelt. De Duitse onderzoekers ontdekten dat glas-glasmodules een extra emissiereductie van 7,5 tot 12,5 procent mogelijk maken in vergelijking met glas-foliemodules.

Belangrijkste conclusie van het onderzoek: Europese PV-modules zijn klimaatvriendelijker dan producten uit China. “We willen public awareness creëren dat het anders moet, dan hoe het nu gaat. De wereldwijde doelstellingen voor het reduceren van broeikasgasemissies worden niet gehaald en afgelopen zomer hebben we daar de verwoestende gevolgen van kunnen zien”, aldus de directeur.

“Onze PV-modules werden weinig gepromoot. Maar nu we steeds meer van ons portfolio hebben gecertificeerd, moeten we dat meer en beter gaan communiceren. Zeker nu we merken dat er meer interesse ontstaat vanuit Scandinavië en de Benelux.”

Een brede kwaliteitsstandaard als onderscheidend product
Onlangs pleitte Wim Sinke, professor photovoltaic energy conversion aan de Universiteit van Amsterdam en werkzaam bij TNO, ervoor dat áls de Europese Unie werk wil maken van een eigen PV-productie het een tweeledige strategie moet oppakken.

Lees ook: ‘Europese PV moet zich onderscheiden met brede kwaliteitsstandaard’

Volgens hem moet een Europese productie zich onderscheiden met kwaliteit in de brede zin en de Europese Unie moet een level playing field creëren, zodat de Europese zonnepanelen ook echt kunnen concurreren met Chinese panelen. Om hiervoor een level playing field te creëren zijn stimuli als eco-labeling én financiële maatregelen zoals een CO2-grensheffing onvermijdelijk.

“Een progressieve klimaatpolitiek wordt sterker in Europa, ook qua momentum”, ziet Weilharter. “Dat heeft gevolgen voor de uitrol van de energietransitie, die moet ook zo groen mogelijk. Daarnaast heeft de coronapandemie de meerwaarde van een korte supply chain laten zien. Niet alleen scheelt dat enorm in de CO2-voetafdruk, maar ook ben je dan veel onafhankelijker.”

Door zich te focussen op een hoge kwaliteitsstandaard sluit Sonnenstromfabrik zich aan bij een sterker wordende beweging in Europa. “Veel partijen concentreren zich op uitbreiding van hun marktaandeel of hun portfolio. Maar wij hebben vanaf het begin al de focus op de levensduur – die inmiddels al richting de veertig jaar gaat, de CO2-voetafdruk en een hoge opbrengst.”

De markt schuift richting fairtrade
Sonnenstromfabrik wil nog een stap verder gaan in het onderscheiden met een brede kwaliteitsstandaard, vertelt Weilharter. Zo wordt er ook scherp gekeken of er nergens dwangarbeid plaatsvindt in de productieketen. Een recente studie van de Sheffield Hallam University laat zien dat dit nog helemaal geen vanzelfsprekende gedachte is in de zonne-energiesector.

Holland Solar liet weten dat het ook in Nederland “niet met zekerheid” te zeggen is dat er in de productie van zonnepanelen in Nederland geen sprake is geweest van dwangarbeid.

“Omdat er in de internationale zonne-energiesector nog geen track en trace systeem is waarmee we met zekerheid kunnen vaststellen welke grondstof of welk onderdeel waar is gemaakt, kunnen we ook niet met zekerheid vaststellen of er ergens in de keten iets is misgegaan met de mensenrechten”, aldus het statement van de branchevereniging.

“Ons merk moet een brede garantie van kwaliteit zijn, op alle vlakken”, stelt Weilharter. “We produceren zoveel mogelijk zelf en halen zoveel mogelijk van onze onderdelen en grondstoffen uit Europa.” Dit beperkt zich overigens niet tot de eigen productie van Sonnenstromfabrik.

“Ook bij onze leveranciers checken we of er mogelijk sprake is van dwangarbeid in hun productieketen en wat hun CO2-voetafdruk is.” Dat laatste is ook een kwestie van balanceren en optimaliseren, zo legt hij uit.

Transport van leveranciers leveren ook extra kosten en uitstoot op. De CO2-uitstoot tijdens de productie en transport van potentiële leveranciers worden allebei meegewogen.

“Eerder was iedereen gefocust op de terugverdientijd van een zonnepaneel, maar er ontstaat nu een verschuiving in de markt. Die gaat richting duurzame fairtrade producten met een lange levensduur. Financieel blijft de focus natuurlijk op prijs en levensduur, maar er ontstaat steeds meer aandacht voor andere zaken. Keuzes maken voor de korte termijn waarbij de prijs een leidende rol speelt, gaat duidelijk ten koste van de duurzaamheid”, vindt de directeur.

Creëer een level playing field
Weilharter sluit zich volledig aan bij Sinke dat de Europese Unie een level playing field moet creëren, zodat de Europese zonnepanelen ook echt kunnen concurreren met Chinese panelen.

“Door het Europese emissiehandelssysteem stijgen hier bijvoorbeeld de glasprijzen. Op de lange termijn is dat een incentive voor Europese spelers om hun glasproductie te verduurzamen. Maar op de korte termijn maakt dit de ‘vuile’ Chinese producten interessanter voor investeerders, want veel mensen interesseert dit niet.”

Een level playing field ontstaat niet uit zichzelf, dus moet de Europese Unie actief zijn PV-industrie beschermen, stelt Weilharter. Naast stimulerende maatregelen als eco-labeling en financiële maatregelen zoals een CO2-grensheffing.

Met allereerst sectorbescherming, dat is volgens hem nodig omdat Chinese partijen anders opnieuw aan de haal zullen gaan met de Europese research and development. Bedrijven ook moeten kunnen profiteren van hun investeringen. “Patenten worden op grote schaal genegeerd door Chinese partijen en aanklagen levert niks op.” Op Europees niveau enige bescherming bieden heeft meer effect.

Weilharter is ten tweede groot voorstander van Europese groene certificaten. “Voor ons is het interessant om de verschillen in CO2-voetafdruk te laten zien, daarmee onderscheiden we immers onze producten.”

De EU hoeft het wagenwiel hiervoor ook niet opnieuw uit te vinden, daarbij wijst hij op het CERTISOLIS-certificaat dat Frankrijk heeft. “Het certificaat moet een indicatie zijn van de hele productieketen, van grondstof tot fabriek, zodat we alleen A-kwaliteit produceren.”

Ten slotte komt er wat hem betreft een vorm van financiële stimulering of bescherming voor de Europese zonne-energiesector. “Dat kan een Europese CO2-heffing zijn voor buitenlandse producten, maar dat kan ook een positieve stimulans zijn. Dat het bijvoorbeeld een verplichting wordt om in een tender aan te geven hoe groen jouw panelen zijn of in de vorm van een subsidiëring: hoe groener je bent, hoe meer je ontvangt per kilowatt”, zo besluit Weilharter.