EU-leiders hebben vrijdagochtend een akkoord bereikt met betrekking tot de klimaatdoelen. In 2030 moet de CO2-uitstoot op zijn minstens 55% zijn teruggedrongen.

De leiders hebben er een lange nacht opzitten. Pas in de ochtend werd na een nacht onderhandelen een akkoord bereikt. Dit kwam met name door Polen, Tsjechië en Hongarije. Deze landen hadden behoefte aan garantie op voldoende geld om de industrie te kunnen verduurzamen.

Oosten afhankelijk van geld

De Oostelijke landen zijn nog altijd voor een groot gedeelte afhankelijk van zware industrie. Er is dus meer geld nodig om af te kunnen stappen van bijvoorbeeld kolen en zonnecentrales aan te kunnen leggen. Nederland is hier al een stuk verder ingevorderd. Doordat een hoop energie hier al wordt opgewekt met behulp van zon en wind, zal er minder geld nodig zijn om de doelen te behalen.

Niet iedereen tevreden

Het oorspronkelijke plan was om de uitstoot in 2030 met 40% te hebben verminderd. Later bleken er scherpere doelstellingen nodig te zijn om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Europese leiders spreken zich trots uit. Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, noemt Europa een leider in de strijd tegen klimaatverandering.

Het uiteindelijk doel is om de EU in 2050 klimaatneutraal te maken. Milieugroeperingen zijn niet 100% tevreden met de nieuwe maatregelen. Doordat CO2-opname door bossen en landgebruik mee worden geteld hoeft de industrie minder hard te vergroenen. Het Europees parlement streefde daarnaast naar een CO2-reductie van 60% in 2030.