Hoe staat het met de belastinglobby voor indak-zonnepanelen?

05.01.2021 Anje Hoogland

Hoe staat het met de belastinglobby voor indak-zonnepanelen?

Het grote verschil tussen btw-aftrek voor traditionele zonnepanelen op het dak, en geïntegreerde zonnepanelen in het dak is iets wat de solarwereld al een langere tijd bezighoudt. Holland Solar en Centrale BTW Teruggave lobbyden bij verschillende partijen om dit gelijk te trekken. Maar hoe zat het ook alweer? En hoe staat het er nu voor?

Laten we beginnen met het uitleggen van het probleem. Zonnepanelen op het dak worden door de belastingdienst gezien als roerende zaken, dus als zaken die zonder schade los van het huis staan, of gehaald kunnen worden. Panelen in het dak worden gezien als onroerende zaken die niet weggehaald kunnen worden zonder beschadiging aan het huis. Deze beoordeling heeft gevolgen voor de belastingteruggave. Omdat panelen op het dak als losse onderdelen kunnen worden gezien mag de koper 100 procent van het btw-bedrag terugvragen over de aankoop.

Voor zonnepanelen ín het dak mag dat niet, omdat die volgens de overheid ook een dakpanfunctie hebben en het huis droog houden. Daar geldt dat je slechts 1/3 van de btw op de factuur mag terugvragen. De overheid beredeneert dit als volgt. Er mag alleen btw teruggevraagd worden in dezelfde verhouding als dat de zonnepanelen ‘btw belast’ worden gebruikt. Het deel dat je niet zelf verbruikt, maar dat je terug levert aan het net is btw belast. “Het is aannemelijk dat ongeveer 67 procent van je opgewekte energie niet zelf gebruikt en dus terug levert. De zonnepanelen hebben volgens de overheid ook een dakpanfunctie. Dat is privé gebruik en de overheid dicht daar 50 procent aan toe. De btw teruggave bedraagt dus de helft van 67 procent, dat komt dus neer op een derde van de btw op de factuur”, legt Romano Hagen van De Centrale BTW Teruggave uit.

"We hebben hard ons best gedaan, maar het heeft helaas niet mogen baten."

De producenten en kopers van panelen in het dak zouden dat uiteraard graag anders willen zien. Bijvoorbeeld zoals in Frankrijk, waar in-dakoplossingen juist financieel worden gestimuleerd. Daarom gingen Holland Solar en De Centrale BTW Teruggave voor hen samen de boer op. Zo lobbyden ze onder meer bij het Ministerie van Financiën.

Hagen: “We hebben hard ons best gedaan, maar het heeft helaas niet mogen baten. Aan de grondslag ligt namelijk het basisprincipe van btw-wetgeving: alleen btw-teruggave bij zakelijk gebruik. Als de overheid de wet op dit punt zou wijzigen, dan zou dat mogelijk miljarden gaan kosten. Het verschil is in het leven geroepen vanwege een uitspraak in 2002 toen iemand de btw op zijn hele huis in aftrek wilde nemen, terwijl die slechts een kamertje als kantoor gebruikte. Zulk soort acties wil de overheid natuurlijk niet nog een keer meemaken dus die wet gaan ze niet zomaar wijzigen voor zonnepanelen. Anders blijven ze uitzonderingen maken. Bovendien moet ook nog eens met Europese wetgeving rekening gehouden worden.”

Toch ziet de belastingexpert ook een lichtpuntje. “Voor opdakpanelen geldt dat de btw-teruggave niet aantrekkelijk is wanneer de btw € 2.500 of meer bedraagt. Voor indakpanelen ligt deze grens veel hoger, namelijk bij € 15.000 btw. Degenen die zo’n mooi geïntegreerd dak laten leggen zijn meestal eigenaren van villa’s of ontwikkelaars van luxe nieuwbouwprojecten. Dan gaat het gemakkelijk om hogere bedragen. Ondanks dat de btw-teruggave is beperkt tot 1/3 van de btw op de factuur, zou er in totaal meer in aanmerking kunnen komen dan bij opdakpanelen. Het komt er dus op neer dat het belastingvoordeel boven de € 2.500 procentueel gezien aantrekkelijker is dan investeringen in reguliere panelen. We kunnen ons er dus maar beter bij neerleggen”, concludeert Hagen.