Meer SDE++ beschikbaar, ook voor al ingediende aanvragen en kleine projecten

20.02.2023 Jan de Wit

Meer SDE++ beschikbaar, ook voor al ingediende aanvragen en kleine projecten
©Van der Valk Solar Systems

Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, heeft de Openstelling SDE++ 2023 gepubliceerd, de SDE++ heeft dit jaar een budget van 8 miljard euro. Belangrijkste wijzigingen voor de zonne-energiesector zijn het verdwijnen van het plafond voor hernieuwbare elektriciteit en dat ook PV-projecten kleiner dan 1 megawattpiek in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Om het elektriciteitsnet beter te benutten en meer projecten te realiseren geldt de SDE++ tot 50 procent van het piekvermogen. Het budget houdt ten slotte rekening met de huidige hoge energie- en CO2-prijzen en is van 6 juni tot en met 6 juli aan te vragen, afhankelijk van de subsidie-intensiteit.

Voor deze SDE++-ronde heeft minister Jetten advies ingewonnen bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). De huidige hernieuwbare energiemarkt heeft te maken met hoge energie- en CO2-prijzen en er zijn hekjes toegevoegd om ervoor te zorgen dat ook technieken met een hoge subsidie-intensiteit, die nodig zijn voor de toekomstige energievoorziening en -infrastructuur, in aanmerking komen. Zowel vanuit de Kamer als vanuit de markt was hierop aangedrongen.

Dit heeft tot gevolg dat het budget niet 5, maar 8 miljard euro is en dat al lopende projecten die worden geconfronteerd met hogere kosten een nieuwe SDE++-aanvraag kunnen indienen. NVDE-voorzitter Olof van der Gaag noemt het verhoogde budget en de hekjes dan ook “nieuwe wind in de zeilen voor de energietransitie”.

Doordat de inkomsten voor veel projecten ook hoger zullen zijn dan begroot kan de minister voor meer projecten garant kan staan, zonder dat ook de volledige 8 miljard euro hoeft worden uitgegeven. Het PBL schat in dat van de 8 miljard euro garantstelling, er uiteindelijk 4,45 miljard euro zal worden uitgegeven.

Fase Subsidie-intensiteit Openstelling
Fase 1

90 euro per vermeden ton CO2

6 juni tot en met 12 juni
Fase 2 180 euro per vermeden ton CO2 12 juni tot en met 19 juni
Fase 3 240 euro per vermeden ton CO2 19 juni tot en met 26 juni
Fase 4 300 euro per vermeden ton CO2 26 juni tot en met 3 juli
Fase 5 400 euro per vermeden ton CO2 3 juli tot en met 6 juli


De openstelling van de SDE++ wordt over vijf fasen (zie tabel) verdeeld, die open worden gesteld afhankelijk van de subsidie-intensiteit. "Ik ben blij dat dat we opnieuw een fors budget hebben om de productie van duurzame energie op te schalen en voor andere projecten om de CO2-uitstoot structureel te verlagen. Bij een volledige aanvraag van het budget kan dit een extra CO2-besparing van 4 megaton opleveren in 2030", aldus minister Jetten.

Meer ruimte voor kleine projecten, grote projecten zullen inventiever moeten worden
Voor de komende SDE++-ronde komen ook projecten kleiner dan 1 megawattpiek in aanmerking. Met als voorwaarde dat de teruglevercapaciteit tot maximaal 50 procent wordt gesubsidieerd, net als bij grotere projecten. Deze wijziging wordt nog door de RVO en de netbeheerders op uitvoerbaarheid getoetst. Bij een positief advies wordt deze wijziging definitief in de SDE++ 2023 verwerkt.

Jetten hoopt hiermee dat meer projecten zich zullen melden voor de SDE++ en er meer kleinere projecten kunnen worden gerealiseerd zonder dat dit het elektriciteitsnet verder onder druk zet. Daarbij laat hij ook het plafond voor hernieuwbare elektriciteit op land in de SDE++ los, wat Jetten eerder al had aangekondigd. Ook het plafond voor CCS komt te vervallen.

Hoewel minister Jetten ziet dat verschillende projecten voor zon-op-land worden geconfronteerd met hogere kosten en de mogelijkheid dat de opbrengsten in de toekomst lager kunnen uitpakken dan begroot, gaat hij hiervoor geen aanvullende aanpassingen aan de SDE++ doen. De lagere subsidie-intensiteit van zon-op-dak en de wens om de beperkte ruimte in Nederland efficiënt in te zetten sluiten volgens hem beter aan bij de ambitie uit het coalitieakkoord.

Wel kunnen grote projecten een nieuwe aanvraag indienen als de realisatie in het geding komt. Hiervoor moet de bestaande beschikking met toelichtende motivatie worden ingetrokken en zal de aanvraag opnieuw met alle andere aanvragen concurreren. De minister onderzoekt nog hoe hij invulling kan geven aan de aangenomen motie om de realisatietermijn van hernieuwbare energieprojecten met één of twee jaar te verlengen.

Hetzelfde geldt voor de motie om meer natuurinclusieve SDE++ beschikbaar te stellen. Hoewel het PBL de kosten van natuurvriendelijk ontwerp en natuurvriendelijke opties in kaart heeft gebracht, bleek uit overleg tussen minister Jetten, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) dat er onvoldoende tijd was om dit al voor deze ronde te realiseren. De minister streeft ernaar om dit voor de SDE++ in 2024 te doen.

Lees ook: Een energieboswachter om de biodiversiteit van zonneparken te bevorderen

Wat voor grote projecten wel interessant kan zijn is dat projecten met waterstofproductie via elektrolyse alleen in aanmerking komen voor SDE++ wanneer zij een aansluiting op het elektriciteitsnet en een directe lijn hebben met een wind- of zonnepark. Alliander en GroenLeven hebben al een dergelijke pilot lopen.

Hekjes nog altijd onder voorbehoud
In de komende openstellingsronde van de SDE++ zullen er voor het eerst hekjes tussen technieken worden toegevoegd. Tussen de domeinen Lagetemperatuurwarmte, Hogetemperatuurwarmte en Moleculen worden hekjes geplaatst waardoor er per domein minimaal 750 miljoen euro per domein beschikbaar zal zijn.

Een “belangrijke vernieuwing” volgens Van der Gaag. “Dit is een verandering waar de NVDE al enkele jaren voor pleit, om te bevorderen dat we over de hele linie van de energietransitie de doelen kunnen halen. Het is dan ook van groot belang dat die budgetten in lijn zijn met de doelen.”

Hoewel deze domeinen zich in eerste instantie richten op warmteoplossingen, valt zonthermie onder het domein Lagetemperatuurwarmte en de elektrische boiler onder Hogetemperatuurwarmte. Ook voor dat laatste bestaan al businesscases, zoals bijvoorbeeld dat van Solyx Energy. Voor elektrische boilers wordt de ondergrens daarnaast verlaagd van 5 naar 2 megawatt.

In deze domeinen wordt de maximale subsidie-intensiteit verhoogd van 300 naar 400 euro per ton vermeden CO2. De minister wil zowel de hekjes als de gehele SDE++ nog dit jaar evalueren, ook is de toepassing van hekjes nog onder voorbehoud van eventuele goedkeuring van de Europese Commissie vanwege de regels rondom staatsteunregels.