Nog een half miljoen analoge meters in Nederland moeten worden vervangen. Per 2026 is het namelijk verplicht om een digitale meter te hebben. Huishoudens die dan nog een analoge meter hebben, bijvoorbeeld om te blijven ‘salderen’, riskeren dan een boete.

De meeste huishoudens hebben ondertussen een digitale of slimme meter in huis, maar sommigen blijven liever hun analoge meter gebruiken. Als je zonnestroom opwekt, loopt de meter namelijk automatisch terug. Zo blijf je eigenlijk salderen, omdat je opwek automatisch wordt afgestreept van je verbruik. Met een analoge meter wordt namelijk niet geregistreerd hoeveel stroom je teruglevert.

Huishoudens met zonnepanelen die nu nog een analoge meter hebben, zijn straks dus duurder uit met hun digitale meter, schrijft Koen Kuijper van vergelijkingswebsite Energievergelijk. “Bij een gemiddelde teruglevering van 2.500 kWh lopen de extra kosten op tot circa 326 euro per jaar, oftewel ongeveer 27 euro per maand.”

Hoe meer stroom een huishouden teruglevert, hoe hoger de terugleverkosten worden. Als een huishouden 1.500 kilowattuur teruglevert, gaan ze gemiddeld zo’n 193 euro per jaar extra betalen. Met 5.000 kilowattuur is dat al 666 euro.

Boetes

Sommige huishoudens weigeren de digitale meter ook om privacyredenen. Volgens Energievergelijk is dat probleem opgelost, omdat huishoudens ook voor digitale meters kunnen kiezen die geen verbinding maken met internet. Dan geef je alsnog zelf je meterstand door.

Het vervangen van de analoge meter door een digitale meter is gratis. De Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) zal vanaf volgend jaar gaan handhaven, het is nog niet bekend hoe hoog de boetes zijn voor huishoudens die dan nog geen digitale meter hebben.

“De eerste boetes worden dus al in 2026 verwacht, maar het blijft onduidelijk wanneer jouw huishouden aan de beurt is voor het verplichte vervangen van de meter. De RDI wil dat eind 2028 alle draaischijfmeters zijn verdwenen. Dat betekent dat er mogelijk nog duizenden Nederlanders tot eind 2028 kunnen salderen, zonder terugleverkosten”, aldus Kuijper.