“Na vier jaar hard werken is ons product in 2021 gecertificeerd. Vervolgens moet je financiering ophalen en een plek vinden om productiecapaciteit op te bouwen. Dat is ons gelukt in 2022”, aldus Jan Vesseur, CEO van lichtgewicht PV-producent Solarge.” Het bedrijf wil na de lange sprint met haar nieuwe zonne-energietechnologie op een duurzame wijze een bijdrage leveren aan een snellere energietransitie.

Het product waar Vesseur op doelt, is hun eigen ontwikkelde zonnepaneel dat met 5 kilogram per vierkante meter de helft lichter is dan een regulier paneel. Meer dan 50 procent van de daken in Nederland hebben een gewichtsprobleem waardoor gangbare (glazen) PV niet gelegd kan worden.

“Ook veel schuren van agrariërs hebben zo’n probleem”, voegt Vesseur toe. Ook moeten in Nederland en de rest van Europa nog veel asbestdaken gesaneerd worden. “Reguliere panelen in combinatie met het dak wegen vaak meer dan de verwijderde asbestplaat. Ons paneel met dak is juist lichter dan zo’n plaat.”

In feite heeft Solarge een nieuwe kunststofverpakking van de zonnecellen gerealiseerd die veel lichter is dan glas. Vesseur: “Op de langere termijn is het belangrijk dat we circulair zijn. In ons product gebruiken we daartoe composieten versterkt met glasvezels. Die kunststoffen kunnen we op het eind van de levensduur van een paneel heel goed recyclen.”

Daarbij komt dat de zonnecellen veel makkelijker uit het paneel kunnen worden gehaald waardoor ook dat materiaal kan worden hergebruikt. “We installeren op dit moment elk jaar 200 gigawatt aan zonne-energie-installaties op de wereld. Dat is een baan om de evenaar van twintig meter breed. Dat wordt over niet al te lange tijd honderd meter dus als je geen goede methode hebt om dat te verwerken, wordt dat een enorme berg aan rotzooi”, waarschuwt Vesseur.

Recycleopties
“De kunststof die wij gebruiken kan je mechanisch recyclen door het in stukjes te hakken en bij te mengen. Je kan ook chemisch recyclen door middel van pyrolyse waardoor je weer een ‘virgin’ kunststof krijgt”, legt Vesseur uit.

Daarbij komt nog dat er biogrondstof ingezet kan gaan worden. Dat maakt het bijvoorbeeld mogelijk om van frituurvet kunststof te maken. Door al deze toepassingen is de CO2-voetafdruk van het Solarge-paneel lager dan die van glazen panelen.

“We hebben hierdoor in Frankrijk het CERTISOLIS-certificaat gekregen, wat ons daar een voordeel zal geven bij grote projecten.” In dezelfde lijn maakt Solarge in tegenstelling tot een aantal van hun concurrenten ook geen gebruik van het giftige en nauwelijks afbreekbare PFAS.

Na een intensieve periode is de productielijn in Weert zo goed als klaar. “In april, mei 2023 moeten de producten van de band af gaan rollen”, blikt Vesseur vooruit.

2023 wordt daarom het jaar van de bedrijfsvoering: mensen aannemen en productie draaien. “De afname van ons paneel loopt goed. Daarbij hebben meerdere partijen al hun interesse uitgesproken om, als de fabriek in 2023 succesvol is gestart, een op Solarge-technologie gebaseerde fabriek te starten.”