De wereldwijde capaciteit voor duurzame energie gaat verdubbelen met 4.600 gigawatt, tussen nu en 2030. Dat stellen onderzoekers in het rapport Renewables 2025, van het International Energy Agency (IEA). Dat komt ongeveer overeen met het toevoegen van het gezamenlijke elektriciteitsvermogen van China, de Europese Unie en Japan aan de mondiale energiemix. Zonne-energie  is goed voor bijna 80 procent van deze groei. In de meeste landen zal het percentage hernieuwbare energie de komende sneller groeien, maar de uitdagingen zullen ook toenemen.

Lage kosten, snellere vergunningsprocedures en brede maatschappelijke acceptatie blijven de belangrijkste oorzaken voor de verwachte groei voor de komende vijf jaar. De uitdagingen die hierbij komen kijken zijn serieus van aard. Netintegratie, kwetsbaarheden in de toeleveringsketen en financiering van projecten vormen hobbels.

De groei voor 2025 tot 2030 van de wereldwijde totale capaciteit aan hernieuwbare energie is in het rapport wel licht naar beneden bijgesteld met vijf procent. Dit komt door beleidswijzigingen in de Verenigde Staten en China, bovenop veranderende marktomstandigheden sinds oktober 2024. De prognose voor de Verenigde Staten is bijgesteld met bijna 50 procent door beleidsveranderingen zoals de versnelde afbouw van federale belastingvoordelen en nieuwe importbeperkingen.

China’s overstap van vaste tarieven naar veilingen beïnvloedt de projectrendementen en drukt de groeiverwachtingen. Toch blijft China verantwoordelijk voor bijna 60 procent van de wereldwijde groei in hernieuwbare capaciteit en ligt het land op koers om zijn doelstelling voor 2035 op het gebied van wind- en zonne-energie vijf jaar eerder te behalen.

Positiever vooruitzicht voor India, Europa en opkomende economieën

In de Europese Unie is de groeiverwachting licht naar boven bijgesteld doordat er een aantal verwachte installaties van grootschalige zonneparken komen en ook dankzij sterke bedrijfsafspraken voor stroomafname in Duitsland, Spanje, Italië en Polen. Daarentegen wordt in Nederland een lagere groei verwacht door het afschaffen van de salderingsregeling. Deze effecten worden echter als positief beschouwd, omdat het doel is om zelfverbruik te stimuleren, terwijl de ondersteuning behouden blijft door over te stappen op een systeem van terugleververgoedingen, wat de publieke kosten en de kosten voor systeemintegratie moet verlagen.

Het groeiende aandeel van wind- en zonne-energie verandert elektriciteitsmarkten ingrijpend en brengt nog meer uitdagingen met zich mee. Tegen 2030 zal bijna 30 procent van de wereldwijde elektriciteitsproductie afkomstig zijn van variabele hernieuwbare bronnen, twee keer zoveel dan momenteel. Dit vereist snelle uitbreiding van netflexibiliteit en investeringen in netwerken.

In veel markten, waaronder de Chinese, Braziliaanse en Britse, nemen de niveaus van curtailment toe. Ook stijgt het aantal uren met negatieve stroomprijzen, vaak tijdens pieken in zonneproductie. Deze signalen wijzen op gebrek aan flexibiliteit of onevenwicht tussen vraag en aanbod. Groeiende elektrificatie, vraagsturing en regelbare centrales worden steeds belangrijker voor een veilige en kostenefficiënte integratie.