Europese landen kunnen voortaan door hogere koolstofkredieten hun CO2-uitstoot compenseren. Dat hebben de klimaatministers van de EU na lang onderhandelen besloten. Hiermee wordt de originele doelstelling afgezwakt.

Door het kopen van koolstofkredieten kunnen landen hun eigen uitstoot compenseren met uitstoot die in andere landen bespaard is. Landen kunnen dus bijvoorbeeld bomen planten in een ander land, of ergens anders elektrische voertuigen aan te schaffen. Op die manier hoeven landen hun uitstoot terug te brengen tot 85 procent.

De optie van koolstofkredieten aanschaffen stond al in het originele voorstel, maar dan tot maximaal 3 procent. Dat is nu dus met 2 procent verhoogd. Er zijn nog meer afzwakkingen. Er zal nu om de twee jaar worden geëvalueerd of de doelen gehaald kunnen worden, zo niet kunnen er aanpassingen volgen.

Ook houden de EU-landen de optie open om over vijf jaar nóg eens 5 procent van hun nationale doelen met koolstofkredieten te halen in het geval dat andere opties onhaalbaar blijken. Daarnaast wordt een geplande taks die bedoeld is om het gebruik van fossiele brandstoffen te ontmoedigen, ETS-2, een jaar uitgesteld van 2027 naar 2028.