Mei levert primeur op: ruim 50 procent van de stroom was hernieuwbaar

02.06.2023 Jan de Wit

Mei levert primeur op: ruim 50 procent van de stroom was hernieuwbaar
©Zonneplan

In mei werd voor het eerst in Nederland meer dan de helft van alle gebruikte elektriciteit opgewekt door windmolens en zonnepanelen, dat meldt Zonneplan op basis van cijfers van energiedataleverancier EnAppSys. Zonnepanelen wekten 35,5 van de totale stroomvraag op.

Afgelopen maand was een buitengewoon zonnige. 254 uur scheen de zon waar 223 normaal is voor deze tijd van het jaar. Ter vergelijking, in april 2023 scheen de zon 83 uur minder en in mei 2022 22 uur minder.

Hierdoor konden zonnepanelen maar liefst 35,5 procent van de totale Nederland stroomvraag voor hun rekening nemen. Doordat windmolens nog eens ruim 15 procent van de stroomvraag opwekten kwam het aandeel hernieuwbaar in de stroomvraag voor het eerst boven de 50 procent uit.

©Zonneplan

Een jaar geleden was dit nog 43,8 procent. De grote stijging kent drie duidelijke oorzaken. Aan de ene kant waren er dit jaar dus veel meer zonuren, maar ook het aantal zonnepanelen op huishoudens is fors toegenomen sinds de energiecrisis van vorig jaar. Ook lag het stroomverbruik afgelopen maand liefst 16 procent lager dan in mei 2022.

Wie momenteel over een dynamisch contract bezit is spekkoper. Het elektriciteitsnet kan de snelle groei van zonnepanelen en windmolens nauwelijks bijbenen waardoor het aanbod met name op zonnige dagen al snel ver boven de vraag uitkomt, waardoor er negatieve stroomprijzen ontstaan.

Liefst 49 uren was de inkoopprijs voor stroom negatief in mei op de spotmarkt. In deze uren krijgen consumenten een (zeer kleine) vergoeding om stroom te verbruiken. Op de balanceringsmarkten valt er voor batterij-exploitanten meer te verdienen. Toch lag het verbruik van Zonneplan-klanten tijdens die uren tot wel 139 procent hoger dan op een ‘normale’ dag.