Twee nieuwe kerncentrales moeten toekomstige baseload gaan garanderen

13.12.2022 Jan de Wit

Twee nieuwe kerncentrales moeten toekomstige baseload gaan garanderen
©Gemeente Borssele

Het kabinet heeft de knoop doorgehakt. Er komen twee nieuwe generatie III+ kerncentrales, waarbij het kabinet Borssele aanwijst als voorkeurslocatie, zo schrijft Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, aan de Tweede Kamer. De Kamer zou het voorstel kunnen blokkeren, maar gezien eerdere uitgesproken steun voor kernenergie lijkt dat zeer onwaarschijnlijk. Met twee nieuwe centrales met een gezamenlijk vermogen van ongeveer 3 gigawatt en een capaciteitsfactor van 90 procent komt er zo’n 24 terawattuur bij, vermoedelijk 9 tot 13 procent van het elektriciteitsaanbod in 2035.

Nederland krijgt een tweede en derde kerncentrale. Beide centrales komen in principe in de buurt van de huidige centrale in Borssele te staan. De lokale bevolking is al gewend aan de aanwezigheid van een kernreactor, er is ruimte, een nucleaire infrastructuur en kennis en expertise. Ook wordt de bedrijfsduur van de huidige centrale verlengd.

Minister Jetten verwacht dat beide reactoren een vermogen zullen hebben van 1 tot 1,65 gigawatt en met een capaciteitsfactor van 90 procent komt er zo’n 24 terawattuur bij. Vermoedelijk zo’n 9 tot 13 procent van het elektriciteitsaanbod in 2035, afhankelijk van vraag-, aanbod-, flex-, prijs- en opslagontwikkeling.

©Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Met de generatie III+ reactoren kiest het kabinet voor zekerheid. Deze reactoren zijn al bedrijf en hebben zich bewezen waardoor realistische planningen en kosteninschattingen kunnen worden gemaakt en gehaald. Daarbij is de verwachting dat de volgende generatie reactoren pas na 2040 op de markt komen.

Kernenergie ‘noodzakelijk’ om klimaatdoelen tijdig te halen
Onlangs presenteerde het Expertteam Energiesysteem 2050 in een tussenrapportage een schets van een klimaatneutraal energiesysteem in 2050. De minister heeft hun de opdracht gegeven om in een ‘outlook’ de bouwstenen te schetsen voor het Nationale Plan Energiesysteem 2050. Deze zal bestaan uit een integrale analyse van de knelpunten in het huidige energiesysteem, een globaal beeld van het klimaatneutrale energiesysteem in 2050 en een beschrijving van de mogelijke manieren om dat energiesysteem tot stand te brengen.

Om in 2050 klimaatneutraal te zijn moet Nederland al in 2035 over een CO2-neutraal elektriciteitssysteem kunnen beschikken. Daarna heeft het nog vijf jaar om het hele energiesysteem CO2-neutraal te krijgen. Daarbij heeft het expertteam verschillende noodzakelijke randvoorwaarden (het Intergovernmental Panel on Climate Change noemt overheidsinstrumentarium, innovatie, gedrag, capaciteit, financiën en governance) gesteld om dit duurzaam te realiseren.

Lees ook: Expertteam: ‘CO2-neutraal energiesysteem moet al in 2040 gerealiseerd zijn’

“Klimaatneutraliteit kan niet wachten, de klimaatschade is nu al groot. Dappere keuzes zijn nodig. Draagvlak voor deze transitie is belangrijk, want van iedereen wordt verandering verwacht. Daarom moeten kosten en baten rechtvaardig worden verdeeld”, aldus Bernard ter Haar, voorzitter van het expertteam.

Lees ook: Expertteam: ‘Geef voorrang aan energiebesparing, gedragsverandering en elektriciteitssysteem’

Het expertteam concludeerde in zijn tussenrapportage dat kernenergie niet kan worden uitgesloten omdat alle technieken noodzakelijk zijn om de doelstellingen te halen. Anders zou een tijdige verduurzaming van de industrie en internationale mobiliteitssector “onhaalbaar” worden.

Kernenergie is weliswaar omstreden, maar biedt ook kansen voor het draagvlak van de energietransitie
Het expertteam en de minister erkennen dat het van groot belang is om het maatschappelijk draagvlak in de gaten te houden rondom kernenergie. Voor veel Nederlanders is het een omstreden manier van energieopwekking omdat het weliswaar uitstootvrij is, maar het kernafval jarenlang radioactief blijft.

Ook is kernenergie vrij duur. Uit een systeemstudie blijkt dat er zo’n 5,6 miljard euro, exclusief financieringslasten, nodig is voor de bouw van een centrale van 1,6 gigawatt.

In het Klimaatfonds is een indicatief budget van 5 miljard euro gereserveerd voor kernenergie. Als onderdeel van urgente uitgaven uit het Klimaatfonds is in de Miljoenennota 2023 al 20 miljoen euro gereserveerd voor eerste onderzoeken. Voor de bedrijfsduurverlenging Borssele en de beoogde nieuwe centrales en de uitvoeringskosten.

Dat zijn vele miljarden die niet kunnen worden uitgegeven aan andere technieken zoals zonne-energie. Dat terwijl zonne-energie met afstand de laagste subsidie-intensiteit heeft.

Lees ook: 13,9 miljard uit SDE++ aangevraagd, zon op dak heeft met afstand de laagste subsidie-intensiteit

Aan de andere kant biedt kernenergie ook duidelijk voordelen. Er kan meer energie worden opgewekt per vierkante meter oppervlakte – veel meer dan een zonnepark, het biedt een stabiele baseload, meer leveringszekerheid, kan op aanvraag worden op- en afgeschaald en biedt juist ook weer andere kansen voor het draagvlak. Ook heeft de afgelopen periode de nadelen duidelijk gemaakt van een te grote energieafhankelijkheidsrelatie met het buitenland.

Al met al kan de komst van twee nieuwe kerncentrales voor een klein, dichtbevolkt land als Nederland, waarin er ook grote groepen mensen helemaal geen voorstander zijn van zonne-energie, een waardevolle toevoeging aan de energiemix blijken.

Uit een scenariostudie blijkt dat de totale elektriciteitsproductie in Nederland tussen de 186 en 259 terawattuur per jaar zal liggen in 2035. Als kernenergie daarvan zo’n 15 procent zou leveren blijft er nog altijd genoeg ruimte over voor zonne-energie om te groeien.

Zoals NRC opmerkt kan “de komst van ‘Borssele 2 en 3’ er ook voor zorgen dat meer mensen, ook uit de conservatieve hoek, het klimaatbeleid gaan steunen als kerncentrales deel uitmaken van de energiemix”. Gezien de snelheid die de energietransitie moet halen om aan de doelstellingen te voldoen zou dat een goede ontwikkeling zijn.