Wetsvoorstel afbouw salderingsregeling zonnepanelen ingediend Tweede Kamer

09.10.2020 Joyce Beuken

Wetsvoorstel afbouw salderingsregeling zonnepanelen ingediend Tweede Kamer
Roel Wijnants

Minister Wiebes heeft het aangepaste wetsvoorstel met betrekking tot de afbouw van de salderingsregeling verstuurd naar de Tweede Kamer. Er zijn slechts een aantal kleine wijzigingen doorgevoerd.

Afgelopen zomer werd er extra onderzoek gedaan naar de afbouw van de salderingsregeling. De Raad van State liet weten dat de terugverdientijd van zonnepanelen mogelijk teveel zou stijgen, voor zowel eigenaren van huur- als koopwoningen. Adviesbureau KWINK voerde het aanvullend onderzoek uit.

In 2031 niet meer salderen

Veel is er niet veranderd. De salderingsregeling zoals we hem nu kennen, blijft alsnog bestaan tot 2023. Daarna wordt er tot 2031 stapsgewijs afgebouwd naar 0. Vanaf 2023 mag er ieder jaar 9% minder gesaldeerd worden. De Raad van State uitte eerder kritiek op de afbouw, maar minister Wiebes weerlegt dit in zijn toelichting. Wiebes stelt dat het afbouwen van de regeling noodzakelijk is, omdat er anders teveel gestimuleerd wordt. Ook verwacht de minister dat ondanks de afbouw, de investering in zonnepanelen aantrekkelijk zal blijven. Hierdoor zal het realiseren van doelstelling van het Energieakkoord en Klimaatakkoord niet in gevaar komen.

Domino-effect

“Het onderzoek van TNO geeft ook aan dat er onzekerheden zijn, zoals de kostendaling van zonnepanelen en de ontwikkeling van het leveringstarief van elektriciteit, wat kan leiden tot een langere terugverdientijd dan 7 jaar’, schrijft Wiebes aan de Tweede Kamer. ‘In het rapport geeft TNO over deze onzekerheden aan dat het niet ondenkbaar is dat het effect van kostendaling en dat van elektriciteitstarieven elkaar gaat compenseren: wanneer de elektriciteitstarieven laag zijn, ontstaat er waarschijnlijk druk om de investeringskosten te laten dalen zodat investeringen in zonnepanelen rendabel blijven voor particulieren. Daardoor wordt het risico op stijgende terugverdientijden beperkt.”

Evaluatie

Iedere 5 jaar zal het proces van afbouwen geëvalueerd worden. Hiermee volgt minister Wiebes de aanbeveling van de Raad van State. “De monitoring van de ontwikkeling van hernieuwbare energie en zonnepanelen in het bijzonder via de Klimaat en Energie Verkenning (KEV) door het Planbureau voor de Leefomgeving wordt als de meest relevante periodieke monitoring gezien. Indien uit die monitoring zou blijken dat de verwachtingen niet worden waargemaakt, kan gericht vervolgonderzoek naar de oorzaken worden gedaan. Daarnaast is het gebruikelijk om belastinguitgaven iedere 5 jaar te evalueren. Dit geldt ook voor de afbouw van de salderingsregeling.”