1000 kilometer zonder te tanken

06.01.2021 Joyce Beuken

1000 kilometer zonder te tanken

Voorheen was het doel om Wereldkampioen te worden tijdens de World Solar Challenge. Dit jaar gaat het Solar Team Eindhoven echter terug naar de basis: het inspireren van de markt en maatschappij. Kjell Revenberg, teammanager van het huidige Solar Team vertelt over het vorige voertuig, de Stella Era, en de toekomstplannen.

Solar Team Eindhoven zag in 2012 het licht. Solar Team Eindhoven heeft volgens Revenberg altijd een heel specifiek doel gehad: het inspireren van zowel de markt als de maatschappij. “We willen laten zien dat een commerciële auto op zonne-energie een optie is die veel voordelen met zich meebrengt”, aldus Revenberg.

Verschillende Nederlandse universiteiten hebben een eigen Solar Team: een groep studenten die een auto op zonne-energie ontwikkelen om deel te kunnen nemen aan de World Solar Challenge. In oktober van 2021 vindt de tweejaarlijkse World Solar Challenge plaats. Van over de hele wereld strijken teams neer in Australië om hun zelfontworpen auto’s op zonne-energie op de ultieme proef te stellen: Een rit van ruim 3000 kilometer dwars door Australië.

Nieuw doel

Sinds de oprichting was het Solar Team Eindhoven altijd van de partij bij de World Solar Challenge, maar dit jaar sturen zij hun kat. Het is een bewuste keuze volgens Revenberg. “De World Solar Challenge bood het benodigde podium om te laten zien dat een commerciële zonneauto een kansrijk voertuig is. De oprichting van Lightyear One is het bewijs dat dat geslaagd is.”

Lightyear One is opgestart door een oud-lid van Solar Team Eindhoven. Het bedrijf, dat nabij Eindhoven gevestigd is, ontwikkelt commerciële zonneauto’s. Revenberg hoopt dat andere grote merken het concept uiteindelijk oppakken. “Een bedrijf als Audi of BMW bijvoorbeeld. Dat soort grote merken willen we inspireren door onze innovatie met de wereld te delen.”

Lightyear One

De oprichting van Lightyear One is niet de enige reden dat het team dit jaar niet naar Australië afreist. De deelname aan de World Solar Challenge heeft normaliter veel invloed op het ontwerp. “Er worden verschillende restricties meegegeven voor het ontwerp vanuit de World Solar Challenge. Op die manier kan de race eerlijk worden gehouden. Voorgaande wagens waren gemiddeld voorzien van 5m2 aan zonnepanelen vanwege deze restricties, terwijl er wellicht meer op zouden passen.” Door niet deel te nemen gaan er dan ook veel deuren open voor het team.

Studenten aan het werk

Momenteel werkt het team hard aan een nieuw voertuig. Wat hen volgens Revenberg onderscheidt van andere studententeams is dat er in Eindhoven fulltime aan het project wordt gewerkt. Tijd om naast het project andere vakken te volgen is er voor de meeste deelnemende studenten dan ook niet.

“Het is voor ons als een normale baan. We proberen er op doordeweekse dagen van 9 tot 17 mee bezig te zijn. Zeker omdat we studenten zijn, zijn we wel wat flexibeler daar in. We ontmoeten elkaar soms ’s avonds omdat we ook samenwerken met alumni die overdag niet beschikbaar zijn", vertelt Revenberg.

Mijlpaal

Vlak voor Kerst vond een andere mijlpaal plaats. Het Aeroshell moest toen klaar zijn, oftewel de buitenkant. Maar ook al betreft het slechts de buitenkant van de auto, het is een van de vele onderdelen waar volgens Revenberg maanden overleg en onderzoek aan vooraf gaat, gezien deze aerodynamisch geoptimaliseerd moet zijn.

Markt inspireren

Commerciële ambities zijn niet aan de orde. “Aan het einde van de dag zijn we een studententeam. We kunnen maar één voertuig maken per keer. We hebben niet het budget om een massaproductie op te zetten.” Het team in Eindhoven hoeft zelf ook niet rijk te worden van de door hun ontwikkelde innovatieve personenauto. Het doel is volgens Revenberg om te laten zien dat de er verschil kan worden gemaakt in mobiliteit met een zonneauto. “Onze ambitie is het inspireren van de markt en de maatschappij. Wij zien de toekomst in elektrische voertuigen en vinden dat zonnepanelen een toegevoegde waarde hebben hierbij. We willen de markt en maatschappij inspireren om panelen toe te passen op hun eigen voertuigen.”

Laadpaal op wielen

De Stella Era, de auto die het vorige team in 2019 ontwikkelde, kon worden gezien als een zelfrijdende laadpaal op wielen. De accu heeft voldoende capaciteit om andere auto’s op te kunnen laden. “In september van dit jaar hebben we een demonstratie gegeven waarbij we met de Stella Era een Amber-auto hebben opgeladen.” De Amber-auto is een populair voertuig in Eindhoven. Het is een elektrische deelauto voor particulieren die men gemakkelijk ter plekke kan huren vanaf een vaste standplaats of kan laten ‘bezorgen’ op een gewenste locatie. “Waar mensen op dit moment een beetje over hekelen is het tekort aan laadpalen. De Stella Era heeft een dusdanig grote batterij dat er met gemak een Amber van kan meegenieten.”

Intelligente auto

Bij de Stella Era werd gekeken naar het implementeren van intelligente functies. “Als de auto op een parkeerplaats een plekje detecteert waar meer zonlicht komt dan de huidige standplaats, zou hij daar zelf heen kunnen rijden. Er is daarnaast veel aandacht besteed aan de laadstructuur. Je kunt heel precies zien wat je verbruikt.” In Australië heeft de Stella Era zichzelf bewezen door meer dan duizend kilometer achter elkaar te rijden op zonne-energie. Tijdens het rijden laadt de auto zichzelf op, waardoor een stop bij die laadpaal niet direct nodig is.

Eigen podium

Over de plannen voor 2021 kunnen we begin maart meer verwachten. “We werken aan een groter voertuig. Nu we niet deelnemen aan de World Solar Challenge, willen we voor onszelf graag een podium creëren.” Revenberg laat wel al los dat zij hun voertuig onder de aandacht gaan brengen middels twee tours door Europa.

“We gaan terug naar de basis”, stelt Revenberg. “Het inspireren van de markt en de maatschappij is nog altijd het voornaamste doel. Middels een Europese tour over de openbare weg willen we de markt inspireren. Op die manier willen we laten zien dat het absoluut mogelijk is om een zelfvoorzienende auto op de markt te brengen. Een tour langs congressen, musea en andere openbare instellingen moet de maatschappij inspireren.”