Beste minister Jetten, zorgt u dat al die stroom het net op kan?
25.05.2022 Maarten Otto
De energietransitie is niet alleen een enorme opschaling van de opwekcapaciteit van hernieuwbare energie, ook het elektriciteitsnet ondergaat een langjarige en verregaande transformatie. Maarten Otto, CEO van netbeheerder Alliander en voorzitter van werkgeversvereniging WENB, schreef daarom een open brief op de website van VNO-NCW waarin hij vier tips meegeeft aan Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie.
We staan voor de grootste naoorlogse verbouwing van Nederland. Ik noem de transitie naar een duurzaam energiesysteem, inclusief de verduurzaming van de mobiliteit, de industrie en de gebouwde omgeving. Daar komen de broodnodige woningbouw en de verdere digitalisering van de samenleving nog eens bij.
Dat alles heeft een enorme impact op onze samenleving. Deze gigantische operatie is noodzakelijk om de klimaatdoelstellingen te behalen en een leefbare wereld door te geven aan onze kinderen en kleinkinderen.
Duurzame elektriciteit
Onderdeel van deze verbouwing is een forse uitbreiding van het onderliggende energienet door de verschuiving van fossiel naar duurzame elektriciteit. Neem bijvoorbeeld de ambitie om tot 2030 maar liefst 900.000 nieuwe woningen bij te bouwen. Dat zullen allemaal duurzame woningen zijn met warmtepompen die zo’n vijf keer meer stroom verbruiken dan een gasinstallatie.
Voor bestaande woningen wordt gedacht aan een geleidelijke toepassing van de hybride warmtepomp. Daarnaast is de verwachting dat er rond die tijd 2,3 miljoen elektrische voertuigen in Nederland rijden. Hiervoor moeten voldoende laadpalen komen.
Ook bedrijfsleven en industrie verduurzamen in rap tempo. Naast het klimaatbelang is dit cruciaal om onze welvaart en verdienvermogen op peil te houden.
Filevorming
Tegelijkertijd stijgt het aanbod van duurzame energie. Gelukkig maar. Nu al levert circa 20 procent van de klanten van Alliander duurzaam geproduceerde stroom terug.
Dit leidt op piekmomenten – bijvoorbeeld op zonnige dagen – tot ‘filevorming’ op het elektriciteitsnet. Mede hierdoor moeten ondernemers langer wachten tot ze bijvoorbeeld een bedrijf kunnen starten of uitbreiden. Dit gaat ons aan het hart, want wij staan voor een energievoorziening die iedereen onder gelijke voorwaarden toegang geeft tot betrouwbare, betaalbare en duurzame energie.
Kortom, de vraag naar elektriciteit neemt toe en versnelt. Dit betekent uitbreiding en het slimmer benutten van de netten. Als netwerkbedrijf speelt Alliander hierin een belangrijke rol: wij verzorgen de levering van energie in ongeveer een derde van Nederland.
Afgelopen jaar bedroegen onze investeringen ruim een miljard euro. Tot en met 2024 investeren we 3,5 miljard euro in het elektriciteitsnet in Friesland, Noord-Holland, Flevoland, Gelderland en een deel van Zuid-Holland. Tot 2030 zijn er 23.000 nieuwe transformatorhuisjes nodig en moet er 43.000 kilometer extra kabel de grond in. Om een indruk te geven: dat is vergelijkbaar met de omtrek van de aarde.
Cable pooling
Beter benutten van het net doen we bijvoorbeeld door cable pooling: zonne- en windenergie op dezelfde kabel te laten lopen, want vaak wisselen zon en wind elkaar af. Ook maken we afspraken met grote stroomverbruikers om de beschikbare capaciteit te verdelen.
Daarnaast onderzoeken we met marktpartijen mogelijkheden om lokaal opgewekte energie op te slaan. En we zijn met decentrale overheden in gesprek om bij grootschalige bouwplannen de behoefte aan nieuwe energievoorzieningen tijdig in kaart te brengen. Zo wordt onvoorzien werk in een latere fase wordt voorkomen.
Maar met uitbreiden en beter benutten alleen komen we er niet. Voor het uitvoeren van de energietransitie is meer nodig. En daar wil ik samen met u aan werken.
Ik noem allereerst het gebrek aan technici om alle werkzaamheden uit te voeren. Alleen al de netbeheerders en samenwerkende aannemers verwachten in de komende vijf jaar een tekort van 13.000 technici.
Als voorzitter van de WENB, de werkgeversvereniging voor bedrijven in energie, telecom, recycling en milieu, weet ik dat het bedrijfsleven al inzet op zij-instroom en eigen vakscholen. Maar dit is onvoldoende: de vijver aan technici moet groter.
Daarom roep ik u op om samen met uw collegaminister Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de keuze voor een technische opleiding aantrekkelijker te maken. Hierbij valt te denken aan het financieel belonen van studenten die voor een technische opleiding kiezen. Daarnaast moet minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid betrokken worden bij het inzetten van zij-instromers en technische arbeidsmigranten.
Versnellen
Mijn tweede punt: versnel de doorlooptijd van infrastructurele projecten. Het aanleggen van een onderstation, waarmee hoogspanningsnetten worden verbonden of een aansluiting op een hoogspanningsnet mogelijk wordt gemaakt, kost nu vijf tot zeven jaar. Dat moet veel korter.
Kijk daarom samen met uw collega De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening of we de vergunningaanvragen voor energie-infrastructuur kunnen verkorten door middel van zogenaamde fast lanes.
Regelgeving is mijn derde punt. Introduceer daarin prikkels zodat we het elektriciteitsnet efficiënter gebruiken. Subsidieer niet langer de teruglevering van zelf opgewekte energie aan het energienet (de ‘salderingsregeling’), maar ondersteun de aanschaf van thuisbatterijen door particulieren. Dan kunnen zij de extra opgewekte energie opslaan. Ook bij zonneparken kunnen grootschalige batterijen worden geplaatst.
En het vierde punt is financieel. Op dit moment verdienen wij onze investeringen in veertig jaar terug. De energietransitie is echter van een andere orde. Tot 2050 investeren de netbeheerders gezamenlijk 102 miljard euro. Dat geld moeten we eerst voorfinancieren. Ons eigen vermogen schiet daarvoor tekort.
Onze aandeelhouders – provincies en gemeenten – hebben al een behoorlijke bijdrage geleverd, maar op termijn is ondersteuning vanuit de Rijksoverheid nodig. Ik vraag u samen met uw collega Kaag van Financiën naar een oplossing te kijken. Regionale netwerkbedrijven moeten de investeringen voor de energietransitie tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten kunnen blijven financieren.
Gigantische klus
Zoals u begrijpt, is de energietransitie een gigantische klus die aan veel beleidsterreinen raakt en die we niet alleen kunnen klaren. Hierin moeten we samen optrekken: het Rijk, decentrale overheden en de betrokken partijen in energie, bouw, techniek en onderwijs.
Alleen dán kunnen we de energietransitie op een goede manier uitvoeren en de klimaatdoelstellingen behalen. Op basis van onze maatschappelijke rol en de technische kennis van het energiesysteem, willen we hierin onze verantwoordelijkheid nemen. Ik praat hier graag met u over verder.