De verkiezingen: inzet zonne-energie

23.02.2021 Anje Hoogland

De verkiezingen: inzet zonne-energie

17 maart zijn de verkiezingen. Wij spraken daarom met Matthijs Sienot (D66), Mark Harbers (VVD), Agnes Mulder (CDA), Joris Thijssen (PvdA), Tom van der Lee (GroenLinks) en Sandra Beckerman (SP) over een aantal duurzame onderwerpen. Te beginnen met de inzet van zonne-energie.

Zonne-energie is voor alle partijen een belangrijke speler. Zowel Agnes Mulder (CDA) als Joris Thijssen (PvdA) noemt het een echt werkpaard in de energietransitie. Mark Harbers (VVD) geeft aan zowel wind als zon erg belangrijk te vinden: “Maar zon geeft weinig overlast doordat het ook nog eens geruisloos is. Dus daar ligt de voorkeur.”

Voor D66 ligt dat anders. Matthijs Sienot (D66): “Veel zon en minder wind is een begrijpelijke keuze. Maar het is wel een keuze waarmee je het net meer belast. Als je voor beide kiest is die belasting veel gelijkmatiger.” Joris Thijssen (PvdA) ziet voor wind juist weer de grootste rol weggelegd. “Op zee heb je nog heel veel meter extra die je kunt gebruiken. Windmolens op de Noordzee hebben bovendien geen subsidie nodig.” Tom van der Lee (GroenLinks) en Sandra Beckerman (SP)  noemen ook de betaalbaarheid van zonne-energie als groot pluspunt.

Panelen op het dak

Wat de verhouding tussen panelen op het dak en op land betreft zetten ze allemaal graag de zonneladder in. Eerst op het dak dus. Maar de een is hier wat uitgesprokener over dan de ander.

Zo noemt Sandra Beckerman (SP) het een doorn in het oog dat er zoveel geschikte daken onbenut blijven. “Er zijn schattingen waarbij gezegd is dat maar 5% van de daken wordt gebruikt. Dat ligt wel aan de manier van berekenen, maar het is in ieder geval duidelijk dat er een gigantisch potentieel onbenut blijft. En dan gaan we toch nog rommelen met de Postcoderoos- en de salderingsregeling waardoor de terugverdientijd langer wordt. De regelingen zijn vaak ook te ingewikkeld. Ons voorstel is om zoveel mogelijk geschikte daken vol te leggen door bijvoorbeeld met collectieve panelen te gaan werken waarbij je gezamenlijk investeert en profiteert.”

Joris Thijssen (PvdA) zet in op wooncorporaties.  “De verhuurdersheffing is zwaar. Dat willen we teruggeven aan de corporaties onder voorwaarde dat ze het investeren in duurzaamheid, en dus ook in zonnepanelen.”

Agnes Mulder (CDA) wil een inhaalslag op het dak maken door goed te kijken naar dakconstructies en er bij nieuwbouw voor te zorgen dat de daken panelen kunnen dragen. Ook moet er wat gebeuren aan de verzekerbaarheid van de panelen. “In sommige gevallen is het drie keer zo duur. Dan is er geen bedrijf meer dat het rond gerekend krijgt. Dat moet beter geregeld worden want dit mag geen belemmering zijn om panelen aan te schaffen.” Ook zonnevelden moeten volgens haar kunnen, maar dan wel met voldoende draagvlak van de bewoners.  

Tom van der Lee (GroenLinks) geeft aan dat het dak wel z’n grenzen heeft. “Je moet de juiste balans zoeken met wind en goed kijken naar de netcapaciteit en smart grid-oplossingen.” Mark Harbers (VVD) wil echter vol inzetten op zon op dak. “The sky is the limit. En in de toekomst worden ook de gevels interessant.”

Zonneparken

Wat betreft de zonneparken noemen zowel D66 als PvdA en SP op dat het belangrijk is dat omwonenden financieel mee kunnen doen. Sandra Beckerman (SP) : “Er is een scheve verdeling tussen de lusten en lasten. Huishoudens betalen via de Opslag Duurzame Energie mee maar mogen niets bepalen en protest levert niets op. Dat is echt een probleem voor het draagvlak.”

Het verkiezingsprogramma van het CDA benadrukt dat voor de aanleg van grote zonneparken de landbouw zoveel mogelijk moet worden ontzien. Ook Matthijs Sienot (D66) vindt dat het daar zo min mogelijk geprikkeld moet worden, maar benoemt dat de hoeveelheid zon op land wel wordt overdreven. “Er gaat veel meer naar zon op dak. Zon op land zal per saldo toch minder gebeuren.” In het programma van D66 staat dan ook dat ze binnen de zonneladder ruimte bieden aan grote zonnevelden. Mark Harbers (VVD) ziet liever kleine velden en zet ook in op kerncentrales.

En ten slotte ziet Tom van der Lee (GroenLinks) eventueel wel mogelijkheden bij landbouwgrond. “Als landbouwgronden anders worden ingericht omdat er bijvoorbeeld nabij een natuurgebied teveel stikstof vrijkomt, dan komen daar misschien locaties voor vrij.” Toch ziet Van der Lee het liefst dat er gebruik gemaakt wordt van niet functionele, open ruimtes zoals bedrijventerreinen in de buurt van bestaande bouw.

Parken bij bewoond of onbewoond gebied

De voorkeur van Tom van der Lee (GroenLinks) ligt zoals gezegd dus bij zonneparken in de buurt van bestaande bouw. “De overlast is beperkter dan met windmolens. Want ze maken geen geluid, geven geen slagschaduw en zijn beter in  te passen. Zeker langs infrastructuur zoals snelwegen, spoorwegen en dijken. In de regel heb je ook meer netcapaciteit in druk bewoonde gebieden en je blijft zo gelijk uit de buurt van natuurgebieden. Want daar stoort het toch meer dan op een plek waar al bedrijvigheid plaatsvindt.”

Volgens Matthijs Sienot (D66) is vooral de afspraak uit het Klimaatakkoord dat 50% lokaal eigendom moet zijn cruciaal. “Als je mede-eigenaar bent is zo’n veldje waar je langsfietst als je de stad uitgaat opeens minder erg. Een zonnepark in een dunbevolkt gebied is ook een forse investering, wat dus consequenties heeft voor de portemonnee. Het Rijk moet dat kostencomponent wel meenemen in de overwegingen.”

Mark Harbers (VVD) geeft de voorkeur aan onbewoond gebied: “Als iedereen daarachter staat. Maar we zijn ook voor gebruik van restruimtes in bewoond gebied, zoals industrieterreinen. En het Rijk moet zelf ook slimmer gaan kijken naar bijvoorbeeld gebruik van bermen.”

Sandra Beckerman (SP)  ziet het allemaal niet zo zwartwit. “Je moet het open landschap wel heel goed beschermen. We zien door corona maar weer hoe belangrijk dat is. Aan de andere kant is het natuurlijk een enorme domper als er bijvoorbeeld bij een afgelegen voetbalveld in Drenthe wel de wil is om panelen te plaatsen. Maar dat het net daar vol was. Netcapaciteit is echt een probleem. Daar moet goed en slim in worden geïnvesteerd.”

Joris Thijssen (PvdA) wil eerst een goede analyse van het stroomnet en ook Agnes Mulder (CDA) denkt dat de infrastructuur niet overal goed is ingericht op zonneparken. “Of je zoiets naast de deur plaatst ligt ook aan de grootte van het park.”

Vergunningen

Mogelijk zijn zonneparken binnen vijf jaar rendabel en hebben ze geen subsidie meer nodig. Daardoor kan een enorme golf ontstaan in de aanvraag voor parken. Hoe kijken de politici daar tegenaan?

Mark Harbers (VVD): “Dat moet je wel goed in de gaten houden. Er moet draagvlak voor zijn. Omwonenden moeten echt gehoord worden en mee mogen praten. Daarnaast is er een nieuwe energie-infrastructuur nodig want de netcapaciteit is vaak het probleem.” Agnes Mulder (CDA) is het daarmee eens. “Ons netwerk is daar nog helemaal niet klaar voor. Daarvoor moeten we echt over de grenzen heen kijken.”

Sandra Beckerman (SP)  wil graag  dat er goede regie komt op wat waar kan en wie daarvan profiteert. En Tom van der Lee (GroenLinks) merkt op dat dit eigenlijk geldt voor de gehele hernieuwbare energiesector. “Alles kan straks zonder subsidie uit en is dan dus alleen nog afhankelijk van netcapaciteit en plek.” Volgens Joris Thijssen (PvdA) kunnen dit soort aanvragen het beste op gemeentelijk niveau worden geregeld. “Die weten het meest over het groen in hun omgeving en hoe je draagvlak kunt creëren.”

Matthijs Sienot (D66) wil het graag anders benaderen. “Het lijkt nu een probleem, maar dit was de droom! Dan moet je uitpakken. Natuurlijk moet je goed nadenken over wat de juiste manier is om het in ruimtelijke zin toe te passen. Maar het is fantastisch dat zonnepanelen nu zo goedkoop zijn!”

Voor dit artikel benaderden wij de zeven grootste politieke partijen in de peilingen voor een interview. De PVV ging niet in op ons verzoek.