Energiecoöperaties hoeven het wiel niet meer opnieuw uit te vinden

11.12.2023 Brendan Hadden

Energiecoöperaties hoeven het wiel niet meer opnieuw uit te vinden
©LangstraatZon Coöperatie

In 2022 telde Nederland 705 energiecoöperaties met ongeveer 120.000 leden. Toch sprak de Lokale Energiemonitor 2022 van een ‘verzadigingspunt’, nu in de meeste gemeenten een energiecoöperatie aanwezig is. “De mensen die lid gaan worden van een energiecoöperatie omdat het een coöperatie is, die zijn nu wel lid”, vertelt Siward Zomer, coöperatief directeur bij Energie Samen. “Nu moeten we nog de gewone consument bereiken.”

Energiecoöperaties zijn op veel vlakken definitief doorgebroken. Voor veel burgers is lid zijn van een energiecoöperatie een aantrekkelijke manier om de energierekening te verlagen en duurzame energie te steunen. Op maatschappelijk niveau kunnen ze een belangrijke bijdrage leveren aan het verlichten van congestieproblematiek.

De wetgeving begint dit te reflecteren. In Nederland moet de nieuwe Energiewet het makkelijker maken voor burgers en bedrijven om actief te worden in energiecoöperaties. Ook op Europees niveau is er aandacht van beleidsmakers voor ‘energiedelen’ en de voordelen van decentrale energiesystemen.

©Lokale Energiemonitor 2022 | HIER | Energie Samen

Toch stagneert de groei van het aantal mensen dat lid is van een energiecoöperatie in Nederland enigszins. Van 2021 naar 2022 steeg het aantal leden van energiecoöperaties aanzienlijk minder hard dan in voorgaande jaren, van 111.476 naar 120.214 leden. De Lokale Energiemonitor 2022 geeft aan dat er in bijna 86 procent van de gemeenten een energiecoöperatie actief is, dus nu een gebrek aan mogelijkheden lijkt niet het probleem te zijn.

Op de Top van Onderop, een congres van het Nationaal Klimaat Platform, vond een paneldiscussie plaats over de groei van decentrale energiesystemen (zoals energiecoöperaties). Gerlach Velthoven (Betuwewind), Pim de Ridder (Traais Energie Collectief), Siward Zomer (Energie Samen) en Annelies Huygen (Universiteit Utrecht) spraken over de kansen en uitdagingen die in het verschiet liggen voor energiecoöperaties en andere decentrale systemen.

Wat is het beste verhaal?
Een terugkerende vraag in het gesprek was hoe coöperaties een breder publiek kunnen aanspreken, mensen die het niet te doen is om het idee van een coöperatie of duurzaamheid.

Zo wees De Ridder erop dat de meeste mensen een verhaal over energie en duurzaamheid een stuk minder interessant vinden dan de aanwezigen in de zaal. “Als je het hebt over energie komt dat niet binnen bij mensen”, vertelde hij. Veel beter werkt het bijvoorbeeld om het te verbinden aan lokale voorzieningen, waarbij hij het voorbeeld noemde van het gasloos maken van het zwembad in de buurt.

Gerlach voegt toe dat veel mensen over de streep worden getrokken door een goede prijs. Met name prijszekerheid door de jaren heen spreekt veel mensen aan, na de hevige schommelingen die consumenten het afgelopen jaar hebben meegemaakt. Een eigen energievoorziening die je minder afhankelijk maakt van de markt spreekt in zijn ervaring veel mensen aan.

Regelgeving begint mee te zitten
Op het vlak van regelgeving begint het ook mee te zitten voor energiecoöperaties. Omdat er steeds meer problemen met netcongestie ontstaan zien beleidsmakers de noodzaak van lokale energiesystemen en ontstaan er meer mogelijkheden.

Zomer merkt ook dat er meer erkenning begint te komen voor energiecoöperaties als samenwerkingsvorm. Waar coöperaties lange tijd hetzelfde werden behandeld als commerciële projectontwikkelaars, begint daar nu verandering in te komen. Dat komt omdat beleidsmakers steeds meer proberen prikkels in te bouwen om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen, in plaats van dat partijen maar op elk moment al hun opgewekte stroom op het net gooien.

Naast het bredere kader aan wet- en regelgeving, geeft Gerlach aan dat het cruciaal is om met wethouders samen te werken die deze projecten willen prioriteren. “Ons project was niet gelukt zonder wethouders die zeiden: ‘We willen wel windparken, maar alleen als burgers meedoen’.”

Niet meer het wiel opnieuw uitvinden
Een ander gespreksonderwerp bij het panel was het belang van ervaringen delen. Nu er steeds meer voorbeelden van succesvolle energiecoöperaties in Nederland zijn, is het cruciaal dat nieuwe initiatieven van die opgedane ervaring kunnen profiteren.

Zo ziet Huygen hoe men in Denemarken een punt heeft bereikt met warmtecoöperaties waar nieuwe projecten steeds minder zelf kennis hoeven op te doen. “Als je in Denemarken een coöperatie wil oprichten is daar al zoveel ervaring mee, dat is gewoon heel makkelijk”, vertelt ze. “Op een gegeven moment krijgen we, omdat er zoveel projecten zijn gelukt, een handboek of een academie in feite.”

Ook Zomer stipt het belang van leren van andermans fouten aan. “Elke vraag die je hebt heeft een andere coöperatie al bedacht of uitgezocht”, vertelt hij. “Dus ga rondbellen, ga op de Energie Samen Academie kijken wat er is, zorg dat je contact komt met andere groepen. Dan kun je op heel korte termijn antwoord krijgen op vragen waar je anders vier vergaderingen over ging houden.”