"Energietransitie achter de meter begint net"

29.10.2020 Norbert Cuiper

"Energietransitie achter de meter begint net"

Nederland wekt steeds meer wind en zon op, maar moet slimmer omgaan met deze duurzame bronnen om ze beter te kunnen benutten. Dat zegt Jeroen de Haas, voormalig CEO van Eneco. Samen met  NPM Capital werkt hij aan de vorming van een nieuw duurzaam energiebedrijf.

Jeroen de Haas, voormalig ceo van energiebedrijf Eneco, zit niet stil. Enige tijd nadat hij twee jaar geleden Eneco verliet begon hij een samenwerking met investeringsmaatschappij NPM Capital, dochterbedrijf van SHV. De Haas adviseert NPM op het gebied van energietransitie. Daarnaast is hij tijdelijk ceo van de bedrijven die NPM overneemt. Rooftop Energy was het eerste bedrijf, daarna volgden Greenspread en Solaris. Onlangs kwamen daar twee bedrijven bij: CT Energy en Ealyze. CT Energy is actief op het terrein van energiemanagement voor de zakelijke energiegebruiker. Ealyze plaatst, beheert, en onderhoudt slimme energiemeters voor de zakelijke markt.

De Haas: “We willen een duurzaam energiebedrijf maken voor de zakelijke markt. De basis wordt gevormd door andere bedrijven over te nemen. De bedrijven worden geïntegreerd tot één grote duurzame energiegroep,” zegt De Haas. Hij vertelt dit vlak voordat hij met de boot van zijn zoon naar Terschelling zeilt om een paar dagen vakantie te vieren. De Haas komt vaker op de Waddeneilanden. Vier jaar geleden was hij op Ameland voor de opening van - toen nog - het grootste zonnepark van Nederland. Sinds die tijd hebben zonneparken een grote vlucht genomen.

Hoe kijkt u aan tegen de ontwikkeling van zonneparken?

“Zonneparken zijn een effectieve manier om grootschalig zonne-energie op te wekken, maar ze moeten wel voldoen aan bepaalde voorwaarden, zoals dubbel gebruik van grond. Zo kan een zonnepark worden gebouwd op een afvalstortplaats of kan het worden gecombineerd met fruitteelt. Zonneparken worden dan prima ingepast in het landschap. Dat is nodig. Dat vindt ook Rooftop Energy, dat niet alleen zonnepanelen op daken legt maar ook werkt aan zonneparken.”

Moeten er grenzen worden gesteld aan zonneparken?

“Ik ben geen voorstander van nationale regelgeving voor zonneparken. Het gaat hierbij vooral om de lokale inpassing en het draagvlak bij omwonenden. Dat is een rol voor gemeenten en provincies. Een verbod op zonneparken lijkt me niet zinvol, omdat we nu vooral vaart moeten maken met de opschaling van duurzame energie. Bij Eneco zagen we dat een tijdelijk moratorium op windparken op zee de innovatie drukt. Die kant moeten we niet op. Als zonneparken zich kunnen ontwikkelen schept dat ook ruimte voor innovaties zoals opslag met batterijen en het slim maken van het energiegebruik.”

Zonneparken zullen zich aanpassen, zodat ze minder storen, zegt hoogleraar Wim Sinke.

“Ik ben het eens met Wim Sinke, maar ik zie nu nog grote zonneparken in weilanden ontstaan. Daar is de lokale inpassing vaak te beperkt of nihil en wordt de grond alleen gebruikt voor de opwekking van duurzame energie. Het is zaak om de ontwikkeling hierin te versnellen, door voorwaarden te stellen aan de zonneparken, zoals lokale inpassing en dubbel gebruik van de grond. Dat aspect zie ik wel terug bij drijvende zonneparken zoals bij de Bomhofsplas bij Zwolle. Het kan dus wel, maar vaak gaat het nog teveel om kostenefficiëntie. We moeten hier een oplossing voor bedenken.”

"Het is een jonge sector, waarin goede ondernemers het voortouw nemen."

Aan wat voor oplossing denkt u?

“Bij de huidige subsidieregeling voor duurzame energie (SDE++) is de productie van duurzame energie losgekoppeld van het energiegebruik. Het zou goed zijn om hieraan meer voorwaarden te stellen, zoals in welke mate de zonnestroom direct wordt aangewend voor het gebruik, al of niet met slimme boilers of opslag in batterijen. Daar denken we ook aan met ons energiebedrijf. Liefst wil je de opwekking en het gebruik van duurzame energie zo slim mogelijk organiseren, als het kan direct met onze zakelijke klanten. Dan ontstaan er veel meer mogelijkheden om de duurzame energie direct te benutten.”

Hoe ziet u de toekomst van bedrijven in de solar sector?

“Het is een jonge sector waarin goede ondernemers het voortouw nemen. Dat zijn veelal kleine, innovatieve bedrijven die snel groeien. Ik verwacht komende tijd een consolidatie, waarbij een paar grote bedrijven ontstaan die duurzame energie produceren en verkopen aan hun klanten. Er is echter ook ruimte voor nieuwe spelers in de sector. Dat is ook de reden waarom NPM een positie wil in de energietransitie. Ik verwacht één of twee bedrijven van buiten de sector die een belangrijke rol gaan spelen op de duurzame energiemarkt.”

Kunt u zeggen welke bedrijven dat zijn?

“Nee, maar ik kan wel melden dat hiervoor interesse bestaat bij bedrijven in Nederland en Europa.”

Wat zijn de lessen die u bij Eneco heeft geleerd?

“Eneco en andere energiebedrijven hebben zich in eerste instantie bezig gehouden met de opwekking van duurzame energie. Dat is de energietransitie voor de meter. Nu staan we aan het begin van de ontwikkeling waarbij de productie en het gebruik meer wordt geïntegreerd. Dat is de energietransitie achter de meter. We moeten hiervoor het productiepatroon dichterbij de klant brengen. Dus als het windstil is en er geen wind waait kunnen we toch stroom leveren vanuit bijvoorbeeld batterijen. Dat stelt ons in staat om zonne-energie te integreren in ons verbruik. Dat kan alleen door radicaal te innoveren.”

Wat voor innovatie is hiervoor nodig?

“Een voorbeeld is digitalisering, waarbij we met data voorspellen hoeveel wind er waait en hoeveel zon er schijnt op een plek. Als er teveel wind en zon is kunnen we de stroom opslaan in batterijen. Ook kunnen we met groene stroom water opwarmen in boilervaten of buffervaten met warm water en zo de warmtevraag elektrificeren. Het is goed om deze innovaties te stimuleren met subsidieregelingen. Daar wil ik een lans voor breken.”

Sommige politici roepen dat duurzame energie geen subsidie meer nodig geeft.

“Dat roepen ze vooral als zich negatieve prijzen voordoen op de energiemarkt, door een tijdelijk overschot van wind en zon. Dat zegt nog niets over de aanvangsinvesteringen die nodig zijn. Dat de energietransitie straks zonder subsidie kan is een misvatting. Zolang de marktprijs afhankelijk is van de marginale kostprijs kunnen we niet zonder subsidie. De overheid moet investeerders belonen. Niet oversubsidiëren, maar wel stimuleren om de investeringsbereidheid op lange termijn veilig te stellen. Ik verwacht dat zon en wind minstens tot 2030 nog subsidie nodig hebben.”

Heeft u nog een boodschap aan de overheid?

“Ja. Ik hoop dat Nederland vanaf nu tot 2030 een marktstructuur kan ontwikkelen die investeerders blijvend in staat stelt een zeker rendement te maken in duurzame stroomproductie, waarbij de initiële investering bijna 100% van de kostprijs vormt.”