Volgens recente cijfers van het CBS en TNO hadden in 2024 naar schatting zo’n 510.000 huishoudens te maken met energiearmoede. Dat zijn er 180.000 meer dan een jaar eerder. De toename wordt vooral toegeschreven aan het wegvallen van overheidssteunmaatregelen.

Het CBS concludeert dat in totaal 6,1 procent van de huishoudens in 2024 te maken had met energiearmoede. Hoewel de energieprijzen in 2023 hoger lagen konden huishoudens toen financiële steun krijgen en was er in 2023 een prijsplafond ingesteld.

In 2024 waren de variabele energieprijzen even hoog als in 2022 en de vaste tarieven lagen hoger. De gemiddelde prijs voor de maandelijkse energiekosten lag in 2024 het hoogst sinds 2019. Gemiddeld genomen over alle huishoudens was dit maandelijks 171 euro. Voor de energiearme huishoudens was dit 184 euro.

De energiearmoede in 2019 lag hoger dan in 2024, ondanks dat de energieprijzen toen lager waren. Dit is volgens het CBS te wijten aan dat in de periode tussen 2019 en 2024 de kwaliteit van de woning sterk is verbeterd en dat huishoudens gemiddeld zuiniger omgaan met energie.

Het CBS merkt op dat huishoudens in energiearmoede vaak alleen staand zijn en veelal van een pensioen of uitkering leven. Ook wonen zij door het relatief lage inkomen vaak in een corporatiewoning en concentreert energiearmoede zich met name in de steden.