Nederland neemt Fit for 55 over, maar beraadt zich nog op RepowerEU

06.06.2022 Jan de Wit

Nederland neemt Fit for 55 over, maar beraadt zich nog op RepowerEU
©Martijn Beekman

Het kabinet heeft zijn beleidsprogramma Klimaat gepresenteerd. Hierin werkt Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, verder uit hoe het kabinet in 2030 de Nederlandse CO2-uitstoot met tenminste 55 procent denkt terug te kunnen dringen. Idealiter zelfs met 60 procent minder CO2-uitstoot ten opzichte van 1990. “Het rapport laat ook zien dat er genoeg mogelijkheden zijn voor actie”, schrijft de minister aan de Tweede Kamer.

“Onze aarde warmt op, de zeespiegel stijgt en we krijgen steeds vaker te maken met extreem weer. Dit bedreigt het leven van mensen, dieren en de natuur. En het richt enorme schade aan”, zo schrijft Jetten in zijn Kamerbrief.

“We moeten meer doen dan we al deden om onherstelbare en kostbare schade door klimaatverandering te voorkomen. De alarmerende boodschap uit het meest recente klimaatrapport van de Verenigde Naties maakt dat nogmaals duidelijk. Het rapport laat ook zien dat er genoeg mogelijkheden zijn voor actie.”

Hiermee hoopt het kabinet in 2030 een CO2-reductie van minimaal 55 procent te hebben gerealiseerd. Een CO2-reductie van 60 procent is hier vanuit het Coalitieakkoord en het Urgenda-vonnis het streven, 55 procent de minimale doelstelling. Met het beleidsprogramma beschrijft het kabinet de hoofdlijnen van het beleid voor de komende jaren.

Het beleid is gericht op de verduurzaming van de vijf sectoren: elektriciteit, mobiliteit, industrie, gebouwde omgeving, en landbouw en landgebruik. Het kabinet wil hiervoor een mix inzetten van subsidiëren, normeren en beprijzen om huishoudens, bedrijven en maatschappelijke organisaties te stimuleren om te gaan verduurzamen. Per sector heeft het kabinet een restemissiedoel vastgelegd.

©Rijksoverheid

Jetten pakt de regie
Minister Jetten trekt de regie in het coördineren van het klimaatbeleid naar zich toe. De afgelopen dagen werd in diverse media al gesuggereerd dat dit een andere rol gaat betekenen voor het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord.

In het vervolg zijn ministers verantwoordelijk voor het terugdringen van de CO2-emissie van de sectoren die binnen hun portefeuille vallen en zullen zij hun voortgang aan Jetten moeten rapporteren.

NVDE-voorzitter Olof van der Gaag stelt dat de daadkracht van de komende maanden “bepaalt of Nederland de ambitieuze doelen voor 2030 nog kan halen – we zijn daar nog ver van verwijderd en de tijd is kort”.

Hij hoopt dat het kabinet daarom werk gaat maken van de doorlooptijden van duurzame energieprojecten. Die moeten volgens hem teruggebracht worden van acht jaar of meer naar twee jaar.

“Sterk dat er strakke kwartaalsturing komt om de doelen te bereike. Het klimaat-managementdashboard is een gouden greep, want de inzet van alle ministeries is nodig. De vrijblijvendheid is voorbij, ook in het beleid. Sturing is nodig, met duidelijke normen en verplichtingen. Royale klimaatmiddelen en belastingen kunnen dit voor mensen en bedrijven betaalbaar maken.”

Ook benoemt het kabinet nog dit najaar een Klimaatraad naar Brits voorbeeld. Deze onafhankelijke wetenschappelijke adviesraad gaat bestaan uit acht tot tien leden die het klimaatbeleid beoordeelt en er over adviseert.

Daarnaast gaat het kabinet nog voor de zomer een generatietoets introduceren. Dit zal in overleg gaan “met de klimaatjongeren” – partijen als de Jonge Klimaatbeweging. “Onze ambitie is helder: We willen uiterlijk in 2050 leven in een klimaatneutraal, fossielvrij en circulair Nederland”, stelt minister Jetten.

“Maar om dat te bereiken kunnen we nu geen tijd meer verliezen. We zullen op een fundamenteel andere manier moeten produceren, consumeren, reizen, wonen en energie opwekken. De keuzes die daarvoor nodig zijn, moeten bovendien nú worden gemaakt. Dit beleidsprogramma gaat ervoor zorgen dat noodzakelijke transities in de komende jaren op tempo komen, we strakker sturen op de uitvoering van afspraken en vervuilende activiteiten een eerlijkere prijs krijgen.”

Nederland neemt Fit for 55 over, maar beraadt zich nog op RepowerEU
Wat betreft de opwek van hernieuwbare energie zal het kabinet nog met een uitgewerkt voorstel komen. Nadat de Europese Commissie in zijn Fit for 55-suggestie een bindend hernieuwbaar energiedoel van 40 procent voorstelde – met een bijdrage van 36 procent als redelijke doelstelling voor Nederland, verhoogde dezelfde Commissie de doelstelling onlangs naar 45 procent.

Deze verhoging werd recent voorgesteld in het RepowerEU-plan, welke het kabinet nu uitwerkt. Hetzelfde geldt voor de verhoogde energiebesparingsdoelstelling. Die ging in de Fit for 55-suggestie naar 9 procent en in RepowerEU naar 13 procent. Daarnaast wordt energiebesparing verplicht voor de industrie vanaf 2023.

Voor een verhoging van de bindende, nationale energiebesparingsverplichting naar 1,5 procent per jaar is “extra beleid nodig” met “aanvullende nationale wetgeving”. Nederland zal hier gehoor aan geven, zo schrijft Jetten.

Ten slotte heeft de Europese Commissie voorgesteld om de doelstellingen voor de ESR-sectoren te verhogen. In het voorstel wordt het doel voor Nederland opgehoogd van 36 naar 48 procent reductie ten opzichte van 2005. In 2030 mag er dan nog ongeveer 66,6 megaton CO2 uitgestoten worden, 15 megaton CO2 minder dan de huidige doelstelling.

Het kabinet vermoed dat het – ondanks de verscherpte doelstellingen voor deze sectoren – zal moeten bijsturen en de doelen voor de ESR-sectoren moet verhogen. Dit zal gebeuren aan de hand van de uitkomsten van de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2022.

Beleidsprogramma opengesteld voor consultatie
Naast het beleidsprogramma wijst het kabinet er ook op dat de keuze voor een duurzamere levensstijl niet enkel afhangt “van rationele beslissingen”, maar ook wordt “beïnvloed door socio-culturele factoren zoals sociale status, gewoonten of het gedrag van anderen”.

De maatregelen in het beleidsprogramma zijn daarom volgens Jetten apart getoetst bij gedragswetenschappers en praktijkdeskundigen. De uitkomsten hiervan zullen voor de zomer met de Tweede Kamer worden gedeeld. Dit wil de minister een structureel onderdeel maken van de Klimaatraad.

Ook is het beleidsprogramma daarom opengezet voor consultatie van het publiek en wordt de Raad van State wordt om advies gevraagd. Aan de hand van de uitkomsten hiervan en de KEV 2022 kan het programma nog worden bijgesteld.

“Het kabinet versnelt de inspanningen om klimaatverandering tegen te gaan en gaat steviger sturen op de realisatie van de maatregelen die daarvoor nodig zijn. Het klimaatbeleid is nooit af, dus iedereen kan de komende periode reageren op het programma”, aldus Niels Kastelein, directeur Klimaat op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Ten slotte zegt het kabinet de laatste IPCC-inzichten “over het belang van negatieve emissies” mee te willen nemen en de internationale klimaatinzet verder uitwerken in een internationale klimaatstrategie. Deze zal na de zomer uitkomen.