Komt er een norm voor de thuisbatterij?
23.07.2025 Gijs de Koning

Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut, beter bekend als NEN, onderzoekt of er in de sector behoefte is aan een norm voor thuisbatterijen. Afgelopen maand was er een bijeenkomst voor experts om hierover uit ideeën te wisselen. De bijeenkomst werd geleid door Jeroen Melsen, consultant op het gebied van thuisbatterijen bij NEN. Hij legt uit dat in het huidige stadium vooral gekeken wordt of er überhaupt animo is voor een thuisbatterijnorm.
Thuisbatterijen vallen in Nederland nog in een grijs gebied als het gaat om formele wetgeving. Er is op dit moment geen specifieke wet die de thuisaccu als apart product benoemt of reguleert. Toch gelden er wél duidelijke technische normen en veiligheidseisen waar fabrikanten en installateurs zich aan moeten houden.
Zo moeten thuisbatterijen die in Europa op de markt komen voorzien zijn van een CE-markering en voldoen aan internationale veiligheidsnormen. Op nationaal niveau gelden installatievoorschriften uit de NEN 1010, dé norm voor laagspanningsinstallaties in Nederland. De nieuwste versie daarvan, de NEN 1010:2020, beschrijft thuisaccu’s als batterijsystemen of energieopslagsystemen, met specifieke bepalingen voor plaatsing, toegankelijkheid en veiligheid.
Een norm specifiek voor de thuisbatterij
De NEN 1010 beschrijft in algemene termen eisen aan de installatie van een batterij, benadrukt Melsen. Zo staat er onder andere iets in over de toegankelijkheid: vast opgestelde batterijen moeten zo geïnstalleerd moeten worden dat ze alleen bereikbaar zijn voor vakbekwame of voldoende onderrichtte personen. “De norm behandelt vooral algemene installatietechniek, en niet de specifieke eigenschappen van een thuisbatterij als apparaat.”
Volgens Melsen is het ontbreken van een norm specifiek voor de thuisbatterij gemis, omdat een thuisbatterij fundamenteel verschilt van andere elektrische toestellen in huis. “Denk aan zaken als de opbouw van de batterijmodules, de gebruikte bekabeling, het type isolatiemateriaal in combinatie met gedetailleerde installatievoorschriften en instructies voor consumentengebruik bepalende voor een veilig product in huis. Dat zijn allemaal onderdelen die bepalend zijn voor een veilig product in een woning.”
Juist omdat het hier gaat om een relatief nieuw en complex product, zou een aanvullende normering volgens hem duidelijkheid kunnen scheppen voor installateurs, fabrikanten en toezichthouders. “De installatiekaders staan wel in de NEN 1010,” zegt hij, “maar voor een veilige toepassing in de praktijk is er behoefte aan meer detail.” De vraag is nu of de sector dat ook zo ziet .
Bezwaren tegen een norm
Een duidelijk bezwaar tegen het opstellen van de normering is simpelweg dat het geld kost, legt Melsen uit. Hij voegt daar aan toe dat bedrijven uit de sector zelf moeten investeren om het werk dat nodig is voor het opstellen van een goed doorgronde norm te bekostigen.
Ook zijn er andere bezwaren te bedenken voor een norm voor thuisbatterijen, stelt Melsen. “Sommige partijen doen liever alleen mee aan normeringstrajecten als daar ook wetgeving aan gekoppeld is. Zonder wettelijke borging is voor hun de impact op de markt niet groot genoeg. Voor andere partijen, zoals installateurs, kan een norm juist voelen als een obstakel voor hun bestaande werkwijze.”
Is een thuisbatterij veilig?
Toch stemde de meerderheid vóór het opstellen van een norm tijdens de bijeenkomst. Veiligheid kwam hierbij als belangrijkste onderwerp uit de bus. Melsen: "Het sentiment onder de deelnemers van de bijeenkomst was dat de kans dat een thuisbatterij vlam vat of echt fout gaat, statistisch gezien klein is. Maar als het misgaat, kan de impact groot zijn, zeker als mensen onzorgvuldig omgaan met de installatie door er bijvoorbeeld een natte handdoek overheen hangen."
Ook wordt er tijdens de bijeenkomst gesteld dat er bij het opstellen van een eventuele norm rekening gehouden moet worden met de verschillende chemische samenstellingen van een thuisbatterij zoals lithium-ijzer-fosfaat of een batterij op basis van nikkel, mangaan en kobalt.
Verder wordt nog het onderwerp slimme sturing van de thuisbatterij aangehaald. En wordt er geopperd of de thuisbatterij wellicht onder een norm voor slimme apparaten zou vallen.
Of een norm voor de thuisbatterijen veel gaat veranderen voor installateurs is maar de vraag. "Normen zijn in principe vrijwillig, maar ze spelen wel een belangrijke rol in het vertrouwen tussen consument en installateur. Als er straks een norm voor thuisbatterijen ligt, zullen klanten vragen: voldoet deze installatie daaraan? Dan moet een installateur daar een duidelijk antwoord op hebben anders loopt hij het risico die klant te verliezen", stelt Melsen.
Een Europese norm
Op Europees niveau wordt al nagedacht over een norm voor thuisbatterijen. Melsen is hierover in gesprek met Cenelec (European Committee for Electrotechnical Standardization). Cenelec is als normalisatieorganisatie die zich bezighoudt met het ontwikkelen van technische normen voor, onder andere, elektrische installaties. Melsen licht toe: “Als daar al iets in voorbereiding is, wil je natuurlijk voorkomen dat je dubbel werk doet. Maar als het nog jaren duurt voordat daar iets concreets uitkomt, kan het wél zinvol zijn om in Nederland alvast een eigen document op te stellen, zeker als de markt erom vraagt. Daarnaast lijkt het er nu op dat de scope van een Europese norm afwijkt van wat wij voor ogen hebben voor de Nederlandse norm"