Negatieve stroomprijzen, steeds meer of steeds minder?

06.06.2023 Martien Visser

Negatieve stroomprijzen, steeds meer of steeds minder?

Negatieve prijzen ontstaan door overaanbod uit zon en wind, op momenten dat de export van stroom naar de buurlanden onvoldoende is. Op het eerste gezicht lijkt dit vreemd. Want wat is eenvoudiger om op die uren de windturbines even stil te zetten of zonneweides af te schakelen om te voorkomen dat je geld moet betalen om te mogen leveren? In de praktijk ligt dit vaak net iets anders.

Zo kunnen niet alle installaties eenvoudig afschakelen. De opbrengst van uw zonnepanelen thuis mag u zelfs salderen. Van belang is dat bijna alle zon- en windparken SDE-subsidie krijgen. Die is afhankelijk van de geproduceerde kilowattuur. Wanneer niet wordt geproduceerd, is er voor die uren geen subsidie. Ook zijn er dan geen garanties van oorsprong (GVO’s), die kunnen worden verkocht aan afnemers die groene elektriciteit willen. 

In de meest recente beschikkingen zijn de subsidieprikkels om turbines te laten draaien deels vervallen. Ze zijn zo bijgesteld dat er bij een aaneengesloten periode van zes uren of langer met een negatieve prijs, geen subsidie en geen GVO’s worden uitgekeerd.

Tot slot zijn er de bestaande contracten, die de opbrengst van productie uit zon en wind verzekeren. Zo krijgen de meeste huishoudens een vaste vergoeding per terug geleverde kilowattuur bovenop het gesaldeerde gedeelde, ongeacht de prijs op de markt.

Stofzuiger doelloos laten draaien
Negatieve prijzen zouden consumenten en bedrijven in principe stimuleren om op dat moment zoveel mogelijk elektriciteit te gebruiken. Hieraan zitten allerlei haken en ogen. Zo kun je bijvoorbeeld je elektrische auto maar eenmaal opladen. Natuurlijk kun je bij wijze van spreken je straalkacheltje buiten zetten of je stofzuiger doelloos aanzetten. Maar moreel zullen velen bezwaren tegen hebben.

Overigens betalen kleinverbruikers ook energiebelasting, waardoor zij ook bij negatieve marktprijzen toch nog voor hun elektriciteitsverbruik moeten betalen. Daarnaast hebben de meeste consumenten en bedrijven een afnamecontract met een vaste prijs. Het is namelijk best risicovol om dagelijks geconfronteerd te worden met onzekere en sterk variabele stroomprijzen.

Verbruikers die op zo’n moment extra elektriciteit willen gebruiken lopen in toenemende mate aan tegen beperkingen. De maximale capaciteit van hun stroomaansluiting is vaak te klein om veel extra af te nemen. Ze willen misschien wel meer gebruiken omdat het lekker goedkoop is, maar ze kunnen het niet.

Topjaar 2020
Het topjaar qua negatieve prijzen was het ‘coronajaar’ 2020, met bijna 100 uren. In 2022 waren er in totaal 85 uren met een negatieve elektriciteitsprijs. Dit jaar staat de teller eind april op 56 zulke uren. Voorlopig valt het aantal negatieve uren dus nog wel mee. Of het aantal fors gaat groeien is nog maar de vraag.

Enerzijds zal het zon- en windvermogen groeien. Nu komt het nog vrij zelden voor dat meer dan 100 procent van de Nederlandse stroomvoorziening door deze bronnen wordt gedekt. Vanaf 2025 zal dat veel vaker gebeuren. Bij ongewijzigde omstandigheden kan dus een forse groei van het aantal uren met een negatieve prijs worden verwacht. Echter, de omstandigheden gaan veranderen.

Slimmer en profiteren
In de eerste plaats zullen producenten van zon- en windenergie steeds slimmer worden om te voorkomen dat ze geld moeten betalen als er negatieve prijzen zijn. Ze zullen er wellicht zelfs van gaan profiteren door hun turbines uit te zetten en op die momenten stroom op de markt te kopen.

Dan moeten wel meer turbines en zonneweides van afstand kunnen worden uit- en aangezet. Dat is nog niet overal het geval. Ook zullen eigenaren van zogenaamde ‘must-run centrales’ slimmer worden om die centrales toch eventjes terug te regelen als de opbrengst van elektriciteit zeer laag wordt.

Daarnaast zullen afnemers van elektriciteit steeds meer inspelen op de buitenkansjes van zeer goedkope elektriciteit. Ze moeten dan wel gebruik willen maken van dynamische prijzen.

Tot slot zullen we zien dat er allerlei toepassingen komen om elektriciteit te benutten op momenten dat het zeer goedkoop is of zelfs een negatieve prijs kent. Het bekendste voorbeeld zijn batterijen. Maar denk ook aan benutting voor warmteproductie in de industrie om op die manier aardgas uit te sparen op uren dat de elektriciteitsprijs lager is dan de gasprijs.

De komende jaren zullen er ook steeds meer elektrolysers komen om waterstof te produceren. Die kunnen gemakkelijk worden stilgezet op momenten dat er schaarste is op de stroommarkt en volop produceren in tijden van overvloed.

Het kost tijd
Dit alles kost wel de nodige tijd. Mede omdat de netwerkcapaciteit een bottleneck vormt. Bovendien groeien zon en wind enorm snel. Ik voorzie daarom de komende jaren een toename van het aantal uren per jaar met een negatieve elektriciteitsprijs, maar wel enigszins beperkt.

Deze column verscheen eerder op de website van het Nationaal Klimaat Platform.