Rechter: Salderen over heel jaar ook verplicht voor dynamische en variabele contracten

12.12.2025

Rechter: Salderen over heel jaar ook verplicht voor dynamische en variabele contracten

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft onlangs in een rechtszaak aangegeven dat het salderen van de opgewekte elektriciteit voor huishoudens met zonnepanelen en een dynamisch of variabel contract op basis van het verbruik en opwek over een heel jaar moet gebeuren, niet op halfjaarlijkse, maandelijkse of zelfs uurbasis.

In een zaak tussen Nieuw Hollands Energiebedrijf (NHE) en een agrarisch bedrijf met zonnepanelen oordeelt het hof dat energieleveranciers óók bij dynamische contracten verplicht zijn om op jaarbasis te salderen.

De kern van het geschil draaide om de uitleg van artikel 31c van de Elektriciteitswet 1998. De agrariër ging ervan uit dat haar afgenomen en teruggeleverde elektriciteit jaarlijks tegen elkaar zou worden weggestreept. NHE stelde daarentegen dat sprake was van een dynamisch contract, waarbij de elektriciteitsprijs per uur fluctueert en saldering dus ook per uur mocht plaatsvinden. Dat leidde in de praktijk tot aanzienlijk lagere vergoedingen voor teruglevering.

Zowel de kantonrechter als nu het hof geven de afnemer gelijk. Volgens het hof stelt de wet dat saldering op jaarbasis moet plaatsvinden. Hoewel de wetstekst dat niet expliciet noemt, blijkt uit doel en wetsgeschiedenis dat de regeling bedoeld is om kleinverbruikers te stimuleren duurzame elektriciteit op te wekken. Dat voordeel verdwijnt grotendeels wanneer saldering per uur of kwartier wordt toegepast, aldus het hof. Het argument dat de energiemarkt inmiddels sterk is veranderd met de komst van dynamische contracten, doet daar volgens de rechters niets aan af: de wet gaat vóór de contractuele afspraken.

De uitspraak is relevant voor alle kleinverbruikers met zonnepanelen en een dynamisch contract. Zij kunnen zich, tot het moment dat de salderingsregeling daadwerkelijk wordt afgeschaft (voorzien per 1 januari 2027), blijven beroepen op jaarlijkse saldering.

Opzegboete

Daarnaast tikte het hof NHE ook op de vingers over een in rekening gebrachte opzegboete. Die boete, gebaseerd op een gemiddeld marktprijsniveau en een resterende looptijd van drie jaar, werd als onredelijk aangemerkt. Volgens het hof sluit zo’n berekening niet aan bij de aard van een dynamisch contract en voldoet zij niet aan de wettelijke eis dat een opzegvergoeding redelijk moet zijn. NHE moet de boete daarom volledig terugbetalen.