RETteketet naar een beter net: Rotterdamse trams gaan congestie verlichten

27.02.2024 Brendan Hadden

RETteketet naar een beter net: Rotterdamse trams gaan congestie verlichten
©Rick Keus | RET

Het Rotterdamse openbaarvervoerbedrijf RET wil hun stroomnet efficiënter gaan inzetten om netcongestie te verminderen. Lokaal openbaar vervoer benut lang niet altijd de volledige capaciteit die het beschikbaar heeft en kan de overgebleven stroom dus inzetten voor bijvoorbeeld laadpleinen of het laden van een batterij.

Netbeheerders zijn constant op zoek naar creatieve oplossingen om de bestaande netcapaciteit beter te benutten. Bij het openbaar vervoer liggen kansen omdat deze partijen vaak niet de volledige capaciteit die ze hebben benutten. Volgens een recent rapport van Stevin onderzoeken verschillende OV-bedrijven nu hoe ze hun elektriciteitsnetten efficiënter kunnen inzetten.

Dit gaat nog niet van een leien dakje. Uit het rapport van Stevin blijkt dat, hoewel er technisch veel mogelijk is, de OV-bedrijven nog moeite hebben met het rond krijgen van de juridische en organisatorische kant.

De Rotterdamse Elektrische Tram (RET) ziet zichzelf als een voorloper op dit vlak en heeft verschillende projecten lopen. “Het begon als een idee op een bierviltje”, zegt Leo Vliegenthart, assetmanager bij de RET. “Gewoon simpel nadenken over wat mogelijk is.”

GDS-aanvraag
Het eerste project waar de RET aan werkt is het verkrijgen van een GDS-status (gesloten distributie systeem), iets dat normaal is bedoeld voor een afgekaderd net in handen van één eigenaar met meerdere bedrijven.

Met een GDS-status zou de RET overgebleven stroom kunnen gaan leveren aan derden. In dit geval om laadpleinen van elektriciteit te voorzien op plekken in Rotterdam waar netbeheerder Stedin geen aansluiting heeft. Het stroomnet van het OV-bedrijf kan ook grote vermogens leveren, waardoor het mogelijk is om bussen en zware voertuigen te laden.

Volgens Vliegenthart is de netbeheerder om die reden dan ook enthousiast: “Het geeft de netbeheerder ruimte. Ze hoeven geen kabels te vernieuwen of het net uit te breiden.”

Netcongestie afremmen
Een andere pilot die momenteel bij de RET is gepland, richt zich op het opslaan van energie in een ‘energiebank’ naast het tramspoor. Hierdoor kunnen trams de energie die ze opwekken opslaan in een buffer naast het spoor. Die buffer kan dan de stroom weer beschikbaar maken als er een volgende tram langs komt.

Agathe Doornenbal, interim-directeur Techniek bij de RET, legt uit: “We kunnen ons niet meer veroorloven om energie weg te laten lekken. Trams wekken tijdens het rijden ook energie op, bijvoorbeeld bij het remmen. Een energiebank kan die stroom opslaan en beschikbaar maken voor een volgende tram.”

Voor dit project is momenteel nog financiering nodig. Zowel de RET als andere OV-bedrijven in het rapport van Stevin geven aan dat ze behoefte hebben aan een partij die de kar trekt op financieel en organisatorisch gebied. Zelf komen ze hier vaak capaciteit voor tekort.

Beslissing ACM verwacht
Momenteel ligt de aanvraag van de RET voor een GDS-status bij de ACM. De ACM heeft aangegeven dat als aan de voorwaarden wordt voldaan, het mogelijk is voor de vervoerder om de status te verkrijgen. De wet is echter niet ontworpen voor deze situatie, dus de aanvraag is een lastige.

Vliegenthart is optimistisch over de kansen van de RET en wat het kan betekenen. “Het belang voor Nederland hiervan is groot”, zegt hij. “Zeker met de wetenschap dat als dit goedgekeurd wordt door de ACM, het net ook ingezet kan worden door andere openbare vervoerders. Mocht het een succes zijn, dan kan de opening voor anderen makkelijk zijn.”