Sportveld wordt zonnepark

23.09.2020 Anje Hoogland

Sportveld wordt zonnepark
Transfloormer

In Nederland ligt zo’n 36.000 hectare aan sportvelden waarvan een groot deel kunstgras heeft. Deze worden driekwart van de tijd niet gebruikt en kunnen dan uitstekend gebruikt worden om zonne-energie op te wekken, zo dachten de heren van Transfloormer. Dus gingen zij aan de slag om daar een goed systeem voor te ontwikkelen.

Het idee ontstond toen het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een challenge uitschreef om sportcomplexen te verduurzamen. Industrieel ontwerper Bart van Meurs dacht direct aan flexibele zonnepanelen, werkte het idee met twee regiogenoten uit, stuurde het in en kreeg te horen dat hij één van de winnaars van 100.000 euro was om zijn idee door te ontwikkelen. Op de dag dat hij zijn prijs in ontvangst nam stond hij echter perplex. Van Meurs: “Vlak voor ik aan de beurt was stond een andere winnaar, Jelle Hilarius, mijn presentatie te houden. Mijn mond viel open. We hadden bijna precies hetzelfde idee!” Hij hield zijn speech daarom maar kort, verwees lachend naar de informatie van zijn voorganger en ging gauw met hem in gesprek. “Het klikte gelijk dus al snel stelden we een samenwerkingsovereenkomst vast.”

De samenwerking kwam goed uit. Want daar waar de achtergrond van Van Meurs’ team ligt bij het leggen van zware oprolbare vloeren om sportcomplexen bijvoorbeeld om te bouwen tot evenementenlocaties, ligt die van het team van Hilarius juist bij het verenigingsleven en solar. “Wij houden ons in Westland vooral bezig met de machine die de bedekking uit- en inrolt, en in Zwolle werken ze aan het perfectioneren van tientallen meters lange thin-film-zonnepanelen. Hierdoor hebben we een apparaat ontwikkeld dat binnen een paar minuten een solarvloer neerlegt op momenten dat er niet gesport wordt en de zon schijnt. Zo kan op één voetbalveld jaarlijks genoeg energie worden opgewekt voor 250 woningen.”

Het eerste test- en demonstratiemodel is een feit en bestaat uit een machine die aan de rand van het sportveld kan worden ingebouwd. Deze is nu nog met de hand te bedienen en rolt dan een 3 meter brede en 70 meter lange rol uit. Het streven is dat dit later automatisch zal gaan als er voldoende zon schijnt en er geen sporters in de buurt zijn. Om een heel veld te bedekken moeten er uiteindelijk meerdere machines naast elkaar komen te staan. Deze worden netjes en veilig weggewerkt in een soort kleine garages van één meter hoog bij één meter diep bij de reclameborden. 

“De rol kan je vergelijken met de zonnepaneeltjes die vroeger in je Casio-rekenmachine zaten. Wij hebben daar een grote variant van ontwikkeld met een energieopwekkende folie tussen twee flexibele kunststoflagen. Ze wekken zo’n één derde minder energie op per vierkante meter dan dakpanelen, maar er is heel veel ruimte dus je kunt er ook veel van neerleggen. Daarnaast verwachten we dat de productie steeds goedkoper zal worden.”

De opgewekte stroom wordt in principe terug geleverd aan het lichtnet. Maar een sportcomplex met een verwarmd zwembad kan misschien alle stroom zelf goed gebruiken. “Het is dus kostenbesparend. Of het spekt de clubkas door net als bij zonnedaken een soort huur te vragen voor het gebruik van de sportvelden aan de club die de machines aan laat leggen. Maar je kunt ook denken aan een constructie waarbij de leden van de sportvereniging als het ware de stroom afnemen. Die zijn meestal al enorm betrokken en bereid om de vereniging te helpen. Op onze test- en demonstratielocatie RKVV Westlandia in Naaldwijk spelen ze bijvoorbeeld in het groen-wit. De leden van die club nemen in dat geval bijvoorbeeld geen groene, maar groen-witte stroom af.”

"Bij sportverenigingen is de infrastructuur beter geschikt voor grootschalige zonne-energie."

Hetgeen Van Meurs gelijk doet denken aan nog een voordeel, naast efficiënt ruimtegebruik, milieuvoordelen en het spekken van de clubkas. “Sportverenigingen liggen over het algemeen in dichtbebouwde gebieden waar een grote energiecapaciteit nodig is. Anders dan bij de meeste zonnevelden die in afgelegen gebieden liggen is de elektrische infrastructuur hier veel beter geschikt voor grootschalige zonne-energie.”

En nu? “Nu zijn we nog veel aan het testen. Zo hebben we getest op de belasting van de thin film op het veld, spoorvorming van de banden van de machines en de warmte onder de zonnevloer. Daar komen gelukkig alleen maar positieve resultaten uit. Het veld wordt er zelfs een flink stuk minder heet door. Op dit moment zijn we de folie 100.000 keer aan het op- en afrollen om te toetsen of de panelen dan nog goed functioneren en geen schade oplopen. Alles wijst tot nu toe in de goede richting, maar we willen het met keihard technisch bewijs onderbouwen. En ondertussen zijn we in gesprek met geïnteresseerden. Je kunt dan denken aan een driehoek van sportverenigingen, investeerders en energieafnemers.”

Binnen nu en twee jaar verwacht Transfloormer de eerste volledige velden te kunnen gebruiken. “En wie weet breiden we daarna nog uit naar leegstaande bouwterreinen, afgelegen evenementenlocaties of bijvoorbeeld een militaire basis in het buitenland”, sluit Van Meurs hoopvol af.