Toekomst energiesysteem hangt sterk af van industrie en digitalisering
26.05.2025 Gijs de Koning

Netbeheer Nederland heeft vier nieuwe scenario’s gepresenteerd over de toekomst van de Nederlandse energiebehoeften. Met de scenario’s willen TenneT, Gasunie en de regionale netbeheerders laten zien in welke richting het Nederlandse energiesysteem zich kan gaan ontwikkelen en welke maatregelen er kunnen worden genomen om dit in goede banen te leiden. Enkele opvallende conclusies zijn een flinke stijging in de elektriciteitsvraag van 2,5 tot 3,5 keer tot 2050 en de belangrijke rol die de opkomst van datacenters hierin speelt.
De netbeheerders willen met het uitwerken van de vier scenario’s inzichten bieden in waar het energiesysteem van Nederland zich naartoe beweegt en hoe ze daar het beste op kunnen anticiperen. Ook andere partijen kunnen gebruikmaken van deze inzichten zodat rekening kan worden gehouden met de onzekerheden die spelen en het risico op te lage investeringen in het energiesysteem kan worden beperkt.
Belangrijke veranderingen sinds de laatste keer dat Netbeheer Nederland publiceerde over de toekomstscenario’s in scenario’s voor de investeringsplannen 2024 en de tweede Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050, zijn de publicatie van het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) en de “toegenomen geopolitieke onzekerheid en wijzigingen van het tempo van verduurzaming”.
De vier scenario’s
In het rapport komen vier scenario’s naar voren: Eigen Vermogen, Koersvaste Middenweg, Gezamenlijke Balans en Horizon Aanvoer. Elk van de scenario’s verschilt in de mate van overheidsinmenging, de rol van de industrie, de keuzes voor energiedragers, en de mate van flexibiliteit.
Het eerste scenario, Eigen Vermogen, gaat uit van zelfvoorziening in het energiesysteem. Er wordt hierbij veel ingezet op zon- en windenergie, grootschalige warmtenetten en groene waterstof. De elektrificatie in de industrie, gebouwde omgeving en mobiliteit stijgt snel waarop de impact op het elektriciteitsnet groot is.
Het tweede scenario, Koersvaste Middenweg, gaat uit van publieke belangen. Hierbij staan de diversifiëring van het aanbod aan energiedragers en een snelle elektrificatie van het eindgebruik centraal. Ook spelen internationale en nationale samenwerking een belangrijke rol.
Het derde scenario, Gezamenlijke Balans, spitst zich toe op een goede internationale samenwerking en pragmatische verduurzaming. In dit scenario blijft de gasinfrastructuur van groot belang door de inzet van aardgas, groen gas, bio brandstoffen en blauwe waterstof. Europese handel staat hierin centraal zodat duurzame energie verhandeld kan worden tussen de lidstaten.
Het vierde scenario, Horizon Aanvoer, richt zich op het vrijlaten van de markten. Er is hierin veel vrijheid met weinig overheidskeuzes. Nederland zal zich gaan richten op de import van halffabricaten waardoor de industrie zich zal gaan verplaatsen naar het buitenland en daarmee een groot deel van het elektriciteitsverbruik met zich mee zal nemen. De eigen productie van duurzame energie blijft beperkt en de focus ligt internationale energieketens.
Veranderingen in vraag en aanbod
In het scenariorapport staat dat de totale energievraag tegen 2050 met zo’n 10 tot 30 procent zal zijn gedaald door energiebesparende maatregelen als verbeterde isolatie en verhoogde efficiëntie. Echter vormt de industrie de grootste onzekerheid in de energievraag. Als de industrie zich verplaatst naar het buitenland, zoals in het Horizon Aanvoer scenario, zal dat op termijn een substantieel lagere energievraag opleveren.
De elektriciteitsvraag zal de komende jaren alleen maar toenemen. Waar andere energiedragers als olie en methaan worden uit gefaseerd zal elektrificatie deze energievraag over moeten nemen. Dit leidt er volgens het rapport toe dat de vraag naar elektriciteit tegen 2050 twee tot drie keer hoger zal zijn dan nu.
Het aanbod van energie wordt volgens het rapport ingrijpend veranderen in de periode tot 2050. Fossiele brandstoffen maken plaats voor duurzame energie. Zonne-energie zal verantwoordelijk zijn voor 10 tot 15 procent van het aanbod, afhankelijk van het aantal zonuren per jaar en de beschikbare hoeveelheid windenergie, welke naar verwachting zo’n 40 tot 50 procent zal voorzien. Door de inzet van zon- en windenergie zal ook de vraag naar flexibel vermogen blijven toenemen.
Groen gas blijft volgens het rapport ook belangrijk in verschillende sectoren, met name in de warmtevraag van de gebouwde omgeving en de industrie. Het belang van gas zal echter afnemen in drie van de vier scenario’s (niet in het scenario van de Gezamenlijke Balans) omdat het langzaam wordt vervangen door waterstof centrales, flexibele bronnen en kerncentrales.
Belangrijke conclusies
Het scenariorapport wijst er sterk op dat het energiesysteem van de toekomst erg afhankelijk is van de industrie en op welke manier deze zal verduurzamen. Het al dan niet verplaatsen van de industrie naar het buitenland heeft een sterke invloed op hoe het energiesysteem er uit gaat zien en waar de energiebehoeften liggen.
Daarnaast is er veel regelbaar productievermogen nodig omdat de vraag naar elektriciteit blijft groeien terwijl de groei in duurzame energieproductie lijkt te vertragen door netcongestie en vergunningstrajecten.
Ook ziet netbeheer Nederland een enorme groei aan vraag naar elektriciteit door de groei in het aantal datacenters in Nederland. De verwachte energievraag van datacenters zal in 2050 met 40 tot 70 procent zijn gestegen. Om dit aan te kunnen, zouden datacenters zich meer flexibel op moeten gaan stellen zodat deze vraag naar digitalisering in te passen blijft in het energiesysteem van de toekomst.