In de afgelopen twee jaar zijn de Nederlandse netwerkkosten verdrievoudigd, terwijl de netwerkkosten in België, Frankrijk en Duitsland zo’n 80 procent lager liggen, dat blijkt uit het rapport Grid Fee Outlook for the Netherlands 2045 van onderzoeksbureau Aurora Energy Research dat het recentelijk overhandigde aan Sophie Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei. “Dit kan zo niet doorgaan”, aldus werkgeversorganisatie VNO-NCW.

In het rapport, in opdracht van de energie-intensieve bedrijven Tata Steel, Shell, Nyrstar, BP, Sabic en Chemelot, biedt Aurora Energy Research een prognose van de totale netwerkkosten tot 2045. Hieruit blijkt niet alleen dat de Nederlandse netwerkkosten zijn verdrievoudigd van 897 miljoen euro naar 2,5 miljard euro in de afgelopen twee jaar, maar ook dat de netwerkkosten in België, Frankrijk en Duitsland zo’n 80 procent lager liggen en dat de totale netwerkkosten zullen blijven stijgen tot 2045 bij ongewijzigd beleid.

“Stijgende nettarieven dreigen de showstopper te worden in de energietransitie. Verlaging van tarieven is nodig om elektrificatie van de industrie mogelijk te maken, wat essentieel is om de uitbouw van hernieuwbare energiebronnen voort te zetten”, stelt Jesse Hettema, hoofd Nederland en België bij Aurora Energy Research.

In zijn studie heeft Aurora Energy Research gekeken naar nettarieven voor twee typische verbruiksprofielen: een flexibel verbruiksprofiel van 3.000 vollasturen en een basislastverbruiksprofiel van 8.000 uur. Hiervoor hebben ze de te verwachten netwerkkosten tot 2045 berekend.

Hieruit blijkt dat de nettarieven in Duitsland, België en Frankrijk momenteel vaak meer dan 80 procent lager liggen dan in Nederland voor beide type verbruiksprofielen. Zonder beleidswijzigingen loopt dit voor een basislastverbruiksprofiel op tot vijftien keer hogere netwerkkosten dan in Frankrijk, zes keer hoger dan in Duitsland en vier keer hoger in België. Voor een flexibel verbruiksprofiel lopen de netwerkkosten op tot zeven keer hoger dan in de omringende landen.

TenneT verwacht dat de kosten in de komende twee jaar slechts licht zullen dalen. Vanwege de lagere netwerkkosten in de omringende landen zal de concurrentiepositie van de Nederlandse energie-intensieve industrie verslechteren. Om de nettarieven voor grootverbruikers in lijn te brengen met die in de buurlanden, is er volgens Aurora Energy Research jaarlijks ruim 300 miljoen euro nodig, oplopend tot ruim 500 miljoen euro in 2030.

“Dit kan zo niet doorgaan. Er moet zowel op korte, als op lange termijn een eerlijk speelveld komen voor onze industriebedrijven ten opzichte van de buurlanden. Anders hollen we onze industrie uit, terwijl dat een pijler is onder onze export, innovatie en welvaart. Bovendien zet dit de benodigde investeringen in verduurzaming op het spel”, aldus VNO-NCW.

Eerder had Ingrid Thijssen, voorzitter van VNO-NCW, zich bij de publicatie van een studie van Compass Lexecon over Europese energieprijzen ook al uitgesproken voor politieke actie. “De Europese energieprijs is en blijft als we niks doen veel hoger dan in de rest van de wereld. Het enige dat helpt is zorgen dat we snel meer aanbod van duurzaam opgewekte stroom en waterstof krijgen. Ook moeten we vol inzetten op de infrastructuur van de toekomst en zorgen voor één gekoppelde energie- en elektriciteitsmarkt in Europa.”