Wat zijn de mogelijke oplossingen voor de uitval van grote zonne-energieprojecten?

12.04.2023 Simone Tresoor

Wat zijn de mogelijke oplossingen voor de uitval van grote zonne-energieprojecten?
©Sunrock

Het is een wat vreemd onderwerp: het niet rendabel krijgen van grote zonne-energieprojecten in tijden dat de energieprijzen juist zo hoog zijn. Zeker in tijden van energiearmoede is het voor sommige partijen wat ongemakkelijk om dan over krappe winsten (of zelfs verlies) op zonneparken te praten. Maar om de doelstellingen uit het Klimaatakkoord te halen blijft een verdere uitrol van zonne-energie noodzakelijk in Nederland. De oplossing zit echter niet alleen in meer geld, maar vooral in het anders organiseren en het veranderen van regels.

De aanleg van grote zonne-energieprojecten struikelt dus over de kostenstijgingen: de zonnepanelen, de omvormers en het personeel, alles is duurder geworden, soms met tientallen procenten. Ook de rente op het van de bank geleende kapitaal voor financiering is verdubbeld. Hierdoor staan zelfs zonneparken die startklaar zijn voor de bouw en SDE++ hebben toegewezen te wankelen. Met als gevolg dat de plannen de prullenbak in gaan. Solar365 verkent de mogelijkheden, dit is deel 2 van een tweeluik.

Lees ook: Grote zonne-energieprojecten struikelen over kostenstijgingen, wat nu?

De crux zit hem in de terugverdientermijn
“Het is niet meer zo ‘eenvoudig’ als het vroeger was en er ligt een behoorlijke uitdaging. De belangrijkste vraag is momenteel: wat is het ambitieniveau wat betreft de terugverdientermijn? Alles is op dit moment gebaseerd op de SDE++-periode van vijftien plus één jaar en daar kijken de banken ook naar. Dat betekent dat de financiering binnen deze termijn moet worden terugbetaald en daar zit hem wat mij betreft de crux”, aldus Theo Groen van Groen Energy, eigenaar van een eigen zonnepark en adviesbureau voor grondeigenaren die een zonnepark willen ontwikkelen.

“De banken kijken naar de P50- en P90- productieberekeningen, de onbekende factor in het voorspellen van het jaarlijks aantal zonuren. Dit varieert per jaar, maar er kan over de gehele periode wel een gemiddelde bepaald worden (P50). De kansberekening dat meer dan 90 procent gehaald wordt, wordt berekend in de P90-berekening. De banken willen weten wat deze opbrengsten zijn, zodat zij zeker weten dat de aflossing en de rente binnen de SDE-termijn kan worden terugbetaald en er voldoende cash flow overblijft voor de exploitant.”

SDE-uitvoeringsperiode verlengen
“Het probleem is momenteel dat in bovengenoemde opzet de rente en aflossing te hoog zijn ten opzichte van het opbrengend vermogen. Projecten lopen vertraging op door het ontbreken van aansluitcapaciteit en door leveringsonzekerheid bij componenten. Daarbij hanteert de fiscus ook een afschrijvingstermijn op zonnepanelen van langer dan vijftien plus één jaar”, meent Groen.

“Toen de SDE werd opgesteld hadden wij nog te maken met zonnepanelen met een kunststof backsheet met een vermogensgarantie tot 20 à 25 jaar. Inmiddels hebben we glas-glaspanelen of anti-aging-folie met een productieduurgarantie van minimaal 25 tot langer dan 30 jaar. Als daar rekening mee gehouden wordt geef je de markt ook meer ruimte.”

Groen moet regelmatig “hemel en aarde bewegen” om banken te overtuigen van de langere productgaranties. “Hun financieringsmodellen zijn veelal afgestemd op de SDE-termijn. Het ontbeert banken soms aan technische kennis over het product en de productie”, vindt hij.

“Er wordt naar mijn mening veelal naar ervaringen uit het verleden gekeken, waarbij onvoldoende rekening gehouden wordt met de positieve ontwikkeling van de toename in het aantal zonuren. Ze willen graag weten wat de toekomstige opbrengsten gaan zijn, echter op basis van een lager gemiddeld aantal historische zonuren. Dan stuit je steeds weer op de P90-scenario’s, die heel defensief zijn ingestoken.”

Ivo van Dam, CTO bij Powerfield, herkent de problematiek. “Wij gaan door met bouwen, maar ook wij zien de problemen. We moeten zorgen dat de CAPEX (capital expenditures of investeringsuitgaven) omlaag gaat. Dat kan door groter aan te besteden of door meer kapitaal mee te nemen. Wij redden het op dit moment nog met grote aanbestedingen, maar voor kleine projecten is dit echt wel een issue.”

Berekeningen PBL nooit gebaseerd op CAPEX-stijging
De SDE-bedragen worden op basis van berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vastgesteld. “Dat is in het verleden altijd goed voor onze businesscase geweest doordat de CAPEX naar beneden ging. Maar deze berekeningen zijn nooit gebaseerd op een CAPEX-stijging en dat blijkt nu een tekortkoming. Ik denk dat we veel meer naar een doorlopende inschrijving moeten waarbij op dat moment gekeken wordt wat de marktprijzen doen en wat een redelijk SDE-bedrag zou zijn”, stelt Van Dam.

“Wat de banken betreft zie ik dat deze momenteel niet veel risico nemen in de markt. In alle vooruitzichten zien wij dat de energieprijs hoog blijft, maar de banken blijven puur kijken naar de SDE. Laten we wel wezen: investeren in duurzame energie is momenteel voor banken een van de meest zekere investeringen die ze kunnen doen. Al is daar uiteraard politieke zekerheid voor nodig. Incidenteel zie ik een bank wat meer risico nemen, maar structureel niet. Een structurele oplossing heeft natuurlijk ook gewoon tijd nodig. Hun financieringsmodellen zijn niet zomaar aangepast.”

Ondertussen heeft hij zijn twijfels of veel nog niet gerealiseerde projecten met een SDE++-toekenning de komende tijd gebouwd kunnen worden. “Op dit moment zie ik sommige grote projecten bij collega-ontwikkelaars niet tot stand komen en dat is doodzonde. We zullen creatief moeten zijn. Dan denk ik aan het gaan combineren van projecten en elkaar helpen om dingen mogelijk te maken. Zoals bijvoorbeeld een gecombineerde inkoop of aansluitingen combineren”, merkt Van Dam op.

“We moeten in dialoog. Laten we samen met de markt oplossingen vinden. De welwillendheid en techniek is er wel, maar het ontbreekt soms nog aan dialoog. Mijn oproep is dan ook om samen in oplossingen te denken: hoe kunnen we zorgen dat deze projecten alsnog van de grond komen en een businesscase hebben?”

Optimalisatiemaatregelen
Annemarie Schouten, head of solar development Nederland bij Vattenfall: “Wat buiten kijf staat is dat we samen een doelstelling hebben. Als projecten vergevorderd zijn is het ontzettende zonde om ze niet te bouwen. Maar de realiteit van vandaag de dag is dat de businesscase uitdagend is.”

Bij Vattenfall hebben ze een gelegenheidsteam dat een lijst maakt met optimalisatiemaatregelen en daarmee aan de slag gaat. Zo kijken ze bijvoorbeeld of projectrechten beter kunnen. Kunnen vergunningen waar ze nu 25 jaar voor hebben naar 30 jaar worden verlengd? Kan er nog iets aan het elektriciteitsnet worden geoptimaliseerd en kunnen ze daarover in gesprek met de netwerkbeheerder?

“Het is ook van belang te kijken naar de randvoorwaarden van de SDE en de financierbaarheid van de projecten. Zo is de eis om aan te sluiten op maximaal 50 procent van het piekvermogen zeer ingrijpend op de businesscase”, aldus Schouten.

“Maar denk ook aan andere randvoorwaarden: kun je zo’n park langer laten staan dan 25 jaar? Kunnen de eisen van de SDE wat soepeler worden gemaakt waardoor een project beter financierbaar is? Is er een mogelijkheid voor een kwaliteitsbudget voor gemeenten, conform de in juni 2021 ingediende motie?”

Dit laatste is een budget voor de gemeente voor de inpassing van een park, om daar bijvoorbeeld een pluktuin of recreatiegebied te ontwikkelen. “Daar heb ik sympathie voor, zo’n gemeente is trots op een project en heeft goed meegedacht. Een dergelijk kwaliteitsbudget geeft de mogelijkheid een park met de omgeving te ontwikkelen en draagvlak te vergroten, maar drukt wel op de kosten”, beweert Schouten.

“Verder zou elektrificatie meer gestimuleerd moeten worden. We weten welke doelstelling we hebben naar 2030 toe. Als deze stimulering er komt dan zie je dat de vraag verhoogt en dat er ook meer vraag komt naar vaste prijs power purchase agreements. Ik realiseer me dat dit alles wat paradoxaal klinkt, want buiten de kosten hebben we natuurlijk momenteel hoge elektriciteitsprijzen. De nuancering zit in het feit dat er investeringen worden gedaan op basis van de verwachte energieprijzen over de komende 25 tot 30 jaar.”

Zijn de financieringsmodellen te defensief?
Remko de Bie, senior accountmanager energie en klimaat bij Triodos Bank: “De hoge CAPEX is inderdaad zorgelijk. Mijn advies aan collega’s of ontwikkelaars is om de businesscase ook uit te rekenen op de SDE-basisprijs. Een andere optie is, de eerste jaren zolang er een hoge stroomprijs is, versneld af te lossen.”

Banken financieren behoorlijke percentages vindt De Bie. Normaliter tot 90 procent maar met de huidige businesscase tussen de 70 en 75 procent. Zijn de financieringsmodellen te defensief?

“Uiteraard zijn ze defensief, maar je moet niet vergeten dat risicoperceptie altijd een afweging is tussen de verantwoordelijkheid van het uitlenen van andermans (spaar)geld en de wens de energietransitie te versnellen. Als een bank zijn financieringsvoorwaarden zou willen aanpassen vergt dat een uitgebreid en goed gedocumenteerd onderzoek waaruit blijkt dat de aanpassing te verantwoorden is. Die discussies zijn al een aantal jaren aan de gang bij de banken omdat we willen kijken hoe we een financiering kunnen verlenen zonder SDE vanaf 2025”, zegt De Bie.

“Ik ben groot voorstander van het contract for difference, zodat ontwikkelaars bij lage tarieven zekerheid hebben en bij hoge tarieven afdragen. Het grootste deel van de energietransitie wordt momenteel door de burgers betaald. Dat is natuurlijk scheef. Als zij horen dat er flinke winsten worden behaald bij grote zonprojecten dan vermindert dat het draagvlak.”

De Bie: “Wij hebben als Triodos Bank 2,5 jaar geleden besloten geen grote standaardzonprojecten meer te financieren. Niet omdat we het niet belangrijk vinden, maar omdat een dergelijk project er toch wel komt met financiering van collega-banken. Wij gebruiken onze mensen en middelen liever voor sectoren die nog een duwtje in de rug nodig hebben zoals agri-PV, laadpalen, batterijen, carports en zonthermie. Wij zijn groot geworden door te laten zien dat, wanneer een project nog niet bankable bevonden wordt, het juist wel kan. Dat is onze manier om de ontwikkeling van de duurzame energiesector te helpen.”

Dit artikel is eerder gepubliceerd in het Nationaal Solar Trendrapport 2023, een gezamenlijke uitgave van Solar365 en Dutch New Energy Research. Wilt u het hele rapport lezen met alle trendanalyses en marktdata? Klik dan hier.