Advies introductiedossier: 'Uitstel afbouw salderingsregeling noodzakelijk'

11.01.2022 Nina Groot

Advies introductiedossier:

Eind vorig jaar meldde Solar365 nog dat er nog altijd geen besluit was genomen over de afbouw van de salderingsregeling. Maar vandaag publiceert de website van Rijksoverheid  het introductiedossier waarin de ambtenaren op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat adviseren om de startdatum voor de afbouw tot 1 januari 2024 uit te stellen.

Een kleine 2,5 jaar geleden maakte toenmalig minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes bekend dat op 26 april 2019 de salderingsregeling voor zonnepanelen tot 1 januari 2023 ongewijzigd voortgezet zou worden. Daarna zou de regeling geleidelijk worden afgebouwd met 9 procent per jaar. De Tweede Kamer besloot dit wetsvoorstel echter controversieel te verklaren, waardoor het besluit aan het toekomstige kabinet werd gelaten.

“Dat is niet goed voor de uitrol van zonnepanelen en daarmee ook niet goed voor de energietransitie, die zijn gebaat bij duidelijkheid voor de lange termijn”, zo zei Steven Heshusius, hoofdonderzoeker bij Dutch New Energy Research, onlangs tegen Solar365.

En die duidelijkheid lijkt er nu te komen. Zo hebben de ambtenaren van Economische Zaken en Klimaat voor Micky Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat, Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, en Hans Vijlbrief, staatssecretaris van Mijnbouw, een zogenoemd introductiedossier opgesteld. Dit dossier wordt gebruikt om de nieuwe ministers en staatssecretarissen van Rutte IV helderheid te geven over de huidige situatie.

Het directoraat-generaal Klimaat en Energie meldt in het advies dat de startdatum voor de afbouw van de salderingsregeling niet meer haalbaar is, en dat het wetsvoorstel moet worden aangepast. Dit zou betekenen dat de afbouw afgerond dient te zijn op 1 januari 2032.

Maar wat betekent dit voor de terugverdientijd? Voor consumenten die in de aankomende periode zullen investeren in zonnepanelen zal de terugverdientijd ongeveer zeven jaar bedragen. Tot en met 2030 blijft de totale gemiddelde terugverdientijd echter onder de negen jaar.