Buurtbatterij biedt stabiele energieprijs, alternatief op salderen, verlichting voor het stroomnet, en een geldpotje voor de buurt

05.03.2025 Evelien Schreurs

Buurtbatterij biedt stabiele energieprijs, alternatief op salderen, verlichting voor het stroomnet, en een geldpotje voor de buurt

Eigenaren van zonnepanelen, netbeheerders, gemeenten en mensen die moeite hebben met het betalen van de energierekening kunnen allemaal baat hebben bij een buurtbatterij, vertelt Stichting Oranje Advies 2051. Door het overschot aan zonnestroom op te slaan en te herverdelen, wordt de druk op het stroomnet verlicht, de stroomprijs wordt lager en stabieler, en dan is er ook nog wat budget over om te investeren in de buurt.

De buurtbatterij wordt gevuld met overschotten aan zonnestroom. Dit is stroom die op het moment dat deze wordt opgewekt niet (volledig) terechtkan bij het huishouden die de stroom opwekt of bij andere huishoudens uit de buurt. De stroom kan op een later moment weer door de buurt gebruikt worden.

“Die denkrichting is niet nieuw, die techniek is ook niet nieuw, maar de manier waarop we het aanpakken wel. En dat is dat we het samen met de mensen uit de buurt doen en dat de stroom die mensen zelf opwekken van de buurt wordt”, vertelt Vera Hofman, een van de initiatiefnemers van Stichting Oranjeadvies 2051.

Door de stroom gezamenlijk op te slaan, wordt de stroomprijs voor huishoudens stabieler. De stroom die in de batterij wordt opgeslagen is namelijk niet ontvankelijk voor schommelingen in energietarieven. De stroom wordt door de buurt zelf opgewekt en heeft een vaste prijs. Bovendien wordt dit geregeld vanuit de stichting, waardoor er geen winstoogmerk is.

Van centraal naar decentraal
Naast het stabiliseren en verlagen van de energierekening, kan de buurtbatterij ook helpen bij het verlichten van druk op het lokale stroomnet. De buurtbatterij optimaliseert eigenlijk decentraal het net, zodat het centrale systeem meer gaat fungeren voor de grote industrie en als back-up, zegt Hofman.

Het idee is namelijk dat gebruikers minder zonnestroom het net op sturen, en meer ‘binnen de buurt’ houden. Normaal gesproken gebruikt een huishouden zo’n 30 procent van de zonnestroom die zij opwekken gelijktijdig. Daarnaast zal zo’n 40 procent naar de buurtbatterij gestuurd worden, zegt Hofman. In plaats van zo’n 70 procent van de je opgewekte stroom het net op te sturen, zal dat rond de 30 procent gaan liggen.

Doordat huishoudens minder stroom leveren aan het stroomnet, betalen ze ook minder terugleverkosten. Voor het leveren van stroom aan de buurtbatterij krijgen zij een vergoeding. Daarmee moet het leveren van stroom aan de buurtbatterij een alternatief bieden voor de salderingsregeling.

Na het bieden van een lagere stroomprijs en vergoeding voor het leveren van zonnestroom, is er ook nog een geldpotje voor de buurt. De buurt bepaalt zelf waaraan dit wordt uitgegeven. Uiteindelijk moet de buurtbatterij op die manier niet alleen onderdeel van de energievoorziening zijn, maar zal deze ook zorgen voor meer contact en samenwerking tussen buurtbewoners.

Sturen op secondebasis
De buurtbatterij wordt aangestuurd door een Energie Management Systeem (EMS) dat is ontworpen door medeoprichter René ter Veer. Dit systeem stuurt aan op secondebasis, waardoor het direct kan reageren op bijvoorbeeld een overschot zonnestroom.

Het EMS stuurt in de eerste instantie aan op het verminderen van netcongestie, zegt Hofman. “Want als je te veel gaat traden met een batterij, bespaart dat jouw buurt misschien een paar euro, maar kost het de BV Nederland veel meer, dus moet je uiteindelijk alsnog betalen. We zorgen er eigenlijk voor dat de middenspanningskast wordt ontzien.”

Wat de buurtbatterij doet is dus niet alleen administratief, maar ook fysiek energie delen. “Dat mag zowel binnen de huidige en nieuwe energiewet”, zegt Hofman. “En daarmee sorteren we eigenlijk ook voor op het toekomstige verhogen van de transporttarieven of een tariefstructuur waarbij je wordt aangeslagen op jouw hoogste piek. Dat vlakken wij allemaal af.”

Meer zielen, meer vreugd
Er is in principe geen minimum of maximum aantal woningen dat samen kan worden aangesloten op een buurtbatterij, zegt Hofman. Het kunnen vijf huizen op het platteland zijn, maar in een typische sociale huurwoning-wijk gaat het eerder om tweehonderd huizen.

“Je moet wel minimaal een paar buurtbewoners hebben mét, en een paar buurtbewoners zonder zonnepanelen. Maar er geldt wel hoe meer zielen hoe meer vreugd, want dan wordt de verdeling beter.” Een wijk met een mix aan woningen met en zonder zonnepanelen werkt dus het best, maar als je bijvoorbeeld toch veel woningen met zonnepanelen in de buurt hebt, kan de batterij nog steeds veel voordelen bieden, zegt Hofman, het zal alleen om een wat andere manier van bufferen vragen.

Technisch en juridisch gezien zit het dus wel goed met de buurtbatterij, zegt Hofman. Maar wat de stichting doet, is nog wel onontgonnen gebied. Ondertussen wordt het systeem bij een aantal appartementencomplexen gebruikt en er worden pilots opgezet om het systeem ook in woonwijken toe te passen. Die pilots zijn belangrijk om te kunnen laten zien hoe de buurtbatterij in de praktijk presteert.

Het liefst zou Hofman de batterij op zo veel mogelijk plekken opzetten. Daarbij is de stichting altijd op zoek naar gelijkgestemden die geloven in deze manier van energiedelen, zowel mogelijke buurtbewoners, gemeenten, woningcorporaties als (lokale) installateurs. “Hoe meer mensen met elkaar gaan energiedelen, hoe meer het elektriciteitsnet wordt ontlast.”

Naar verwachting zal de eerste woonwijk met buurtbatterij later dit jaar in Tilburg, waar een van de pilots plaatsvindt, in gebruik worden genomen.