Het percentage van het Nederlandse energieverbruik dat hernieuwbaar was steeg van 9 procent in 2019 naar 15 in 2022, volgens nieuwe cijfers van het CBS. De doelstelling is om 27 procent hernieuwbare energie te verbruiken in 2030, in lijn met de Europese Green Deal. Zonne-energie nam in 2022 voor 3,4 procent van het energieverbruik voor zijn rekening.

Biomassa is nog steeds de grootste bron van energie onder de hernieuwbare energiebronnen, met 5,9 procent. Daarop volgde windenergie met 4,2 procent en zon met 3,4 procent.

De stijging van het aandeel hernieuwbaar ging gepaard met een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Het CBS meldt dat de uitstoot sinds 2019 daalde met 15 procent en bij de klimaatsector Elektriciteit zelfs met 26 procent. Volgens het CBS heeft dit voor een groot deel te maken met het sluiten van kolencentrales.

Met betrekking tot de uitstoot van broeikasgassen is het doel om in 2030 minimaal 55 procent minder uit te stoten dan in 1990. Zo ver is Nederland voorlopig dus nog niet: in 2022 was de uitstoot van broeikasgassen 31 procent lager dan in 1990. Volgens het CBS stootte Nederland in 2022 ongeveer 158 miljard kilogram CO2-equivalent uit en dat cijfer moet in 2030 onder de 103 miljard kilogram CO2-equivalent zijn.